Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

26 AUGUSTUS 1938. - Koninklijk besluit. _ Reglementeering betreffende de electrische eenheden en der toestellen dienende tot het meten der electrische energie bij transacties.



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

 



Artikels:

Artikel 1. De eenheid van vermogen is de watt.
  De watt is gelijkwaardig aan het vermogen dat ontstaat in een electrischen geleider waardoor een onveranderlijke stroom van één ampère doorstroomt wanneer het electrisch spanningsverschil tusschen de uiteinden van dezen geleider één volt bedraagt.
  Als veelvoud van de watt wordt aangenomen het kilowatt, dat gelijk is aan duizend watt.
  Als onderdeel van de watt wordt aangenomen de milliwatt, die gelijk is aan het duizendste gedeelte van de watt.

Art.2. <KB 5-07-1948, art. 9> De eenheid van electrische energie is het watt-uur.
  Het watt-uur is de electrische energie die per uur wordt verbruikt in een geleider, waarin het electrisch vermogen gelijk is aan 1 watt.
  De volgende veelvouden voor het watt-uur worden aangenomen:het megawatt-uur, gelijk aan een millioen watt-uur;het kilowatt-uur, gelijk aan duizend watt-uur.
  Het onderdeel aangenomen voor het watt-uur is de watt-seconde gelijk aan het 3600° deel van het watt-uur.
  De watt-seconde mag eveneens joule genoemd worden.
  Het is eveneens toegelaten de megajoule, gelijk aan een millioen joule, te gebruiken.

Art.3. (opgeheven) <KB 5-07-1948, art. 11>

Art.4. De benamingen der electrische eenheden mogen uitgedrukt worden bij middel van door Onzen Minister van Economische Zaken, Middenstand en Landbouw, vastgestelde symbolen.
  Gedurende de tijdsperiode vóór het vigeeren van het ministerieel besluit, waarbij deze symbolen worden vastgesteld, mogen alle symbolen en afkortingen zonder dubbelzinnig karakter gebruikt worden.

Art.5. (opgeheven) <MB 06-08-1962, art. 15>

Art.6. De bepalingen van de alinea's 1 en 2 van artikel 19 van het bij koninklijk besluit d.d. 11 Februari 1927 ontworpen modelbestek, worden ingetrokken.

Art.7. (opgeheven) <MB 06-08-1962, art. 15>

Art.8. (opgeheven) <KB 15-05-1952, art. 1>

Art. 9. Onze Minister van Economische Zaken, Middenstand en Landbouw en Onze Minister van Openbare Werken en Werkverschaffing zijn belast, elk wat hun betreft, met de uitvoering van dit besluit.