26 MEI 1936. - Ministerieel besluit betreffende de door de notarissen bij de Deposito- en Consignatiekas te verrichten deposito's(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-02-2017 en tekstbijwerking tot 27-02-2017)
Art. 1-5
Artikel 1. De sommen welke de notarissen krachtens artikel 1, 2e lid en artikel 3 van het koninklijk besluit van 14 December 1935 bij de Deposito- en Consignatiekas moeten deponeeren, moeten gestort of gegireerd worden op postcheckrekening nr 41 van deze kas.
Art.2. De notaris die sommen deponeert moet aangeven of hem het beheer van deze sommen voorbehouden is; hij duidt de onderscheiden rubriek aan van de bijzondere rekening die geopend is of moet geopend worden. Wanneer het sommen betreft, waarvan hij het beheer niet heeft, duidt hij de rechthebbenden aan.
Art.3. De geheele of gedeeltelijke terugbetaling van sommen door een notaris gedeponeerd en waarvan deze het beheer heeft geschiedt op zijn order en naar zijn aanwijzingen; bij overlijden van den notaris geschiedt de terugbetaling op order van zijn erfgenamen of rechthebbenden.
Het bewaargevingsbewijs moet bij de kas worden weder overgelegd wanneer de desbetreffende bijzondere rekening volledig vereffend is. Deze formaliteit kan nochtans de uitvoering niet vertragen van de door den notaris gegeven giro- of overschrijvingsorders.
De opvraging van de sommen waarvan de notaris het beheer niet heeft geschiedt onder dezelfde voorwaarden als de andere door het hoofdbestuur van de Kas ontvangen consignatiën tot den bij de artikelen 25 en 26 van het koninklijk besluit van 18 Maart 1935 voorzienen dertigjarigen vervaltermijn.
Art.4.De Deposito- en Consignatiekas verstrekt aan den notaris, om de zes maand, en vaker wanneer hij het vraagt, een afschrift van zijn bijzondere rekeningen tegen een vast recht van twee frank per afschrift; deze vergoeding wordt op het einde van het jaar of bij de vereffening van de rekening op de debetzijde van de rekening gebracht.
De aldus op de Deposito's voorafgenomen sommen worden op een speciale lijst gebracht, die op 31 December van elk jaar wordt opgemaakt; ze worden in globo in de Schatkist gestort, bij de opbrengsten van [1 de Algemene Administratie van de Thesaurie]1, als toevallige ontvangsten van de Deposito- en Consignatiekas.
De op iedere bijzondere rekening te bonificeeren intresten worden slechts berekend bij de totale opvraging van de erop geboekte sommen.
----------
(1)<MB 2017-02-21/02, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 09-03-2017>
Art. 5. Er mag slechts een afschrift van de rekening gegeven worden aan den notaris die het beheer van de gelden heeft.
Nochtans, zoo de Tuchtkamer belast met de contrôle van de notariëele boekhouding zulks aanvraagt, geeft de Deposito- en Consignatiekas haar bericht van alle bewaargeving of opvraging van sommen of effecten gedaan door de onder die Kamer ressorteerende notarissen.
De berichten vermelden den naam van den deponeerenden notaris, het nummer van zijn algemeene rekening en dit van de met de gedane operatie verband houdende bijzondere rekening (zonder aanduiding van persoon), het bedrag van de bewaargegeven of opgevraagde gelden.