30 NOVEMBER 1935. - Gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen. (2de deel : art. 165 tot en met 219 - Om technische redenen betreffende de CD-ROM, is dit het vervolg van de tekst 1935-11-30/31) (NOTA : tekstbijwerking tot 04-05-1999)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-04-2018 en tekstbijwerking tot 27-04-2018)
AFDELING VIII. - <W 23-02-1967, art. 1> OMZETTING VAN VENNOOTSCHAPPEN.
Art. 165-174
Afdeling VIIIbis. - <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> Fusie van vennootschappen.
§ 1. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> FUSIE DOOR OVERNEMING.
Art. 174/1, 174/2, 174/3, 174/4, 174/5, 174/6, 174/7, 174/8, 174/9, 174/10, 174/11, 174/12, 174/13, 174/14, 174/15, 174/16
§ 2. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> FUSIE DOOR OPRICHTING VAN EEN NIEUWE VENNOOTSCHAP.
Art. 174/17, 174/18, 174/19, 174/20, 174/21, 174/22, 174/23, 174/24, 174/25
Afdeling VIIIter. - <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> Splitsing van vennootschappen.
§ 1. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> SPLITSING DOOR OVERNEMING.
Art. 174/26, 174/27, 174/28, 174/29, 174/30, 174/31, 174/32, 174/33, 174/34, 174/35, 174/36, 174/37, 174/38, 174/39, 174/40, 174/41, 174/42, 174/43, 174/44
§ 2. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> SPLITSING DOOR OPRICHTING VAN NIEUWE VENNOOTSCHAPPEN.
Art. 174/45, 174/46, 174/47, 174/48, 174/49, 174/50, 174/51
§ 3. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> SPLITSING DOOR OVERNEMING EN DOOR OPRICHTING VAN NIEUWE VENNOOTSCHAPPEN.
Art. 174/52, 174/52bis
AFDELING VIIIquater. - <ingevoegd bij W 1995--04-13/50, art. 72, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996> INBRENG VAN EEN ALGEMEENHEID OF VAN EEN BEDRIJFSTAK.
Art. 174/53, 174/54, 174/55, 174/56, 174/57, 174/58, 174/59, 174/60, 174/61, 174/62, 174/63, 174/64, 174/65
AFDELING IX. - TIJDELIJKE HANDELSVERENIGINGEN EN HANDELSVERENIGINGEN BIJ WIJZE VAN DEELNEMING.
Art. 175-177
AFDELING IXbis. - <W 24-03-1978, art. 33> VERSPREIDING VAN DE JAARREKENING.
Art. 177bis, 177ter, 177quater, 177quinquies
AFDELING IXter. - <ingevoegd bij W 1995-04-13/50, art. 73, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996> GERECHTELIJKE ONTBINDING VAN NIET MEER ACTIEVE VENNOOTSCHAPPEN.
Art. 177sexies
AFDELING X. - VEREFFENING VAN VENNOOTSCHAPPEN.
Art. 178, 178bis, 178ter, 178quater, 179-185, 185bis, 186-188
AFDELING XI. - RECHTSVORDERINGEN EN VERJARING.
Art. 189-190, 190bis, 190ter, 190quater, 190quinquies, 191-194, 194bis, 195
AFDELING XII. - IN HET BUITENLAND OPGERICHTE VENNOOTSCHAPPEN.
Art. 196-199
AFDELING XIII. - STRAFBEPALINGEN.
Art. 200-211
AANVULLENDE BEPALINGEN.
Art. 212-213
OVERGANGSBEPALINGEN
Art. 214-219
AFDELING VIII. -
Art. 165. Wanneer een vennootschap, opgericht in een van de rechtsvormen genoemd in artikel 2, een andere van die rechtsvormen aanneemt, blijft haar rechtspersoonlijkheid onveranderd voortbestaan in de nieuwe vorm.
(De bepalingen van deze afdeling zijn eveneens van toepassing op de omzetting van andere rechtspersonen dan de vennootschappen die de rechtsvorm van een handelsvennootschap hebben aangenomen in een van de rechtsvormen genoemd in artikel 2, voorzover de bijzondere wetten betreffende deze rechtspersonen zulks bepalen en met naleving van de bijzondere bepalingen van diezelfde bijzondere wetten.) <W 1999-05-03/31, art. 33, 022; Inwerkingtreding : 14-05-1999>
Art.166. (Voor de omzetting van een vennootschap onder firma of van een coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid in een vennootschap met een andere rechtsvorm is de eenparige instemming van de vennoten vereist). <W 1991-07-20/31, art. 170, 007; Inwerkingtreding : 01-11-1991>
Alvorens tot omzetting wordt besloten, wordt een staat van activa en passiva opgemaakt, die niet meer dan drie maanden voordien is vastgesteld en waarin wordt opgegeven hoeveel het maatschappelijk kapitaal na de omzetting zal bedragen. Dat bedrag mag niet hoger zijn dan het uit de voornoemde staat blijkend eigen vermogen.
Een door de vennoten aangewezen bedrijfsrevisor (of een accountant ingeschreven op het tableau van de externe accountants van het Instituut der accountants) brengt verslag uit over die staat en vermeldt inzonderheid of daarin de toestand van de vennootschap op volledige, getrouwe en juiste wijze is weergegeven. <W 1991-07-20/31, art. 170, 007; Inwerkingtreding : 01-11-1991>
Art.167. Het voorstel tot omzetting van een gewone commanditaire vennootschap, een naamloze vennootschap, een commanditaire vennootschap op aandelen, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of een (coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of een coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid) in een vennootschap met een andere rechtsvorm wordt toegelicht in een verslag dat door de zaakvoerders of de raad van bestuur wordt opgemaakt en vermeld in de agenda van de algemene vergadering, die een besluit moet nemen. <W 1991-07-20/31, art. 171, 007; Inwerkingtreding : 01-11-1991>
Bij dat verslag wordt een staat van activa en passiva gevoegd, die niet meer dan drie maanden voordien is vastgesteld. De commissaris-revisor of, bij zijn ontstentenis, een bedrijfsrevisor (of een accountant ingeschreven op het tableau van de externe accountants van het Instituut der accountants) die, naar het geval, door de zaakvoerders of de raad van bestuur wordt aangewezen, brengt over deze staat verslag uit en vermeldt inzonderheid of daarin de toestand van de vennootschap op volledige, getrouwe en juiste wijze is weergegeven. Is het eigen vermogen van de vennootschap kleiner dan het in de voornoemde staat opgenomen maatschappelijk kapitaal, dan besluit het verslag met de vermelding van het verschil. <W 1991-07-20/31, art. 171, 007; Inwerkingtreding : 01-11-1991>
Een afschrift van die verslagen, alsook het ontwerp van statutenwijziging worden gevoegd bij de oproepingsbrief aan de ingeschreven vennoten. Zij worden ook onverwijld gezonden aan degenen die de formaliteiten hebben vervuld, door de statuten voorgeschreven om tot de vergadering te worden toegelaten. Aan iedere aandeelhouder wordt, tegen overlegging van zijn effect, vijftien dagen voor de vergadering kosteloos een exemplaar van die stukken verstrekt.
Art.168. § 1. Tot omzetting van een vennootschap, opgericht in een van de vormen bedoeld in artikel 167, in een vennootschap met een andere rechtsvorm wordt door de algemene vergadering besloten overeenkomstig de regels van aanwezigheid en meerderheid gesteld in artikel 70bis, derde, vijfde en zesde lid, onverminderd de hierna volgende bijzondere bepalingen.
In de gewone commanditaire en in de coöperatieve vennootschappen is het stemrecht van de vennoten evenredig aan hun aandeel in het vennootschapsvermogen (met uizondering van de coöperatieve vennootschappen bedoeld in artikel 141, §3, eerste lid) en wordt het aanwezigheidsquorum berekend naar verhouding van dat vermogen. <W 1991-07-20/31, art. 172, 007; Inwerkingtreding : 01-11-1991>
§ 2. Voor de omzetting van een gewone commanditaire vennootschap of van een commanditaire vennootschap op aandelen is bovendien de eenparige instemming van de beherende vennoten vereist.
§ 3. Indien er verschillende soorten van aandelen bestaan en de omzetting aanleiding geeft tot wijziging van hun respectieve rechten, is (artikel 71), met uitzondering van het tweede lid en van het 1° van het derde lid, van overeenkomstige toepassing. De algemene vergadering kan echter alleen op geldige wijze besluiten indien voor iedere soort is voldaan aan de voorwaarden van aanwezigheid en meerderheid bepaald in artikel 70bis, derde, vijfde en zesde lid. <W 1993-06-29/30, art. 8, 008; Inwerkingtreding : 01-10-1993>
§ 4. Het besluit tot omzetting in een vennootschap onder firma of in een gewone commanditaire vennootschap behoeft de instemming van alle vennoten.
Bij omzetting in een commanditaire vennootschap op aandelen is de instemming vereist van de vennoten die als beherende vennoten worden aangewezen.
Bij omzetting van een commanditaire vennootschap op aandelen of een coöperatieve vennootschap in een naamloze vennootschap is artikel 70bis, vierde lid, van overeenkomstige toepassing.
(Bij omzetting van een gewone commanditaire vennootschap, van een commanditaire vennootschap op aandelen, van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of van een naamloze vennootschap in een coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid, is de eenparige instemming van de vennoten vereist.) <W 1991-07-20/31, art. 172, 007; Inwerkingtreding : 01-11-1991>
§ 5. Voor de omzetting is in ieder geval de eenparige instemming van de vennoten vereist, indien de vennootschap niet ten minste twee jaar bestaat of indien in de statuten is bepaald dat zij geen andere rechtsvorm mag aannemen. Zodanige bepaling van de statuten kan enkel onder dezelfde voorwaarden worden gewijzigd.
Wanneer in de statuten is bepaald dat de overdracht van de aandelen door de algemene vergadering moet worden goedgekeurd met inachtneming van strengere regels van aanwezigheid en meerderheid dan gesteld zijn in § 1, kan alleen volgens die regels tot omzetting worden besloten.
§ 6. In een coöperatieve vennootschap kan iedere vennoot te allen tijde uittreden vanaf de bijeenroeping van een algemene vergadering die over de omzetting van de vennootschap moet beslissen, zonder dat hij aan enige andere voorwaarde moet voldoen en niettegenstaande enige andersluidende bepaling in de statuten. Van de uittreding wordt aan de vennootschap kennis gegeven bij een aangetekende brief, ten minste vijf dagen voor de datum van de vergadering ter post af te geven. Zij heeft enkel gevolg als het voorstel tot omzetting wordt aangenomen.
In de oproepingsbrief wordt de tekst van deze bepaling opgenomen.
Art.169. Onmiddellijk na het besluit tot omzetting worden de statuten van de vennootschap in haar nieuwe vorm, met inbegrip van de bepalingen tot wijziging van haar maatschappelijk doel, vastgesteld volgens dezelfde regels van aanwezigheid en meerderheid als voor de omzetting voorgeschreven zijn.
Geschiedt zulks niet, dan blijft het besluit tot omzetting zonder gevolg.
Art.170. De omzetting wordt, op straffe van nietigheid, bij authentieke akte vastgesteld.
In die akte wordt de conclusie overgenomen van het verslag, door de commissaris-revisor of door de revisor (of de accountant) opgemaakt overeenkomstig de artikelen 166 en 167. <W 1991-07-20/31, art. 173, 007; Inwerkingtreding : 01-11-1991>
(De akte van omzetting en de statuten worden tegelijk bekendgemaakt overeenkomstig artikel 10, § 1, eerste en tweede lid, §§ 2 en 3. De akte van omzetting wordt bekendgemaakt in haar geheel; de statuten worden bij uittreksel bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 6 tot 9.) <W 24-03-1978, art. 24>
(Van authentieke of onderhandse volmachten, evenals van het verslag van de commissaris-revisor of van de revisor (of van de accountant), wordt het origineel dan wel een expeditie neergelegd tegelijk met de akte waarop zij betrekking hebben. Een ieder kan daarvan inzage nemen of een afschrift verkrijgen volgens de bepalingen van artikel 10, § 2, tweede en derde lid.
De omzetting kan aan derden worden tegengeworpen volgens de bepalingen van artikel 10, § 4.) <W 06-03-1973, art. 26>
Art.171. De bepalingen van de artikelen 29bis, (30, 11° en 15° tot 18°), 31, tweede lid, 32, 33 en 35 vinden geen toepassing in geval van omzetting in een naamloze vennootschap. <W 05-12-1984, art. 61>
De bepalingen van de artikelen 29bis, (30, 11° en 15° tot 18°), 32 en 33 en van artikel 108 voor zover het de aansprakelijkheid van de oprichters regelt, vinden geen toepassing in geval van omzetting in een commanditaire vennootschap op aandelen. <W 05-12-1984, art. 61>
De bepalingen van de artikelen (121, 8° tot 12°) en 123 vinden geen toepassing in geval van omzetting in een (besloten
vennootschap met beperkte aansprakelijkheid). <W 05-12-1984, art. 61> <W 5-071985, art. 1>
(De bepalingen van de artikelen 147ter en 147quater zijn niet van toepassing bij omzetting in een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid) <W 1991-07-20/31, art. 174, 007; Inwerkingtreding : 01-11-1991>
Art.172. <W 06-03-1973, art. 27> De vennoten onder firma, de beherende vennoten, de zaakvoerders of bestuurders van een vennootschap die wordt omgezet, zijn, niettegenstaande enig andersluidend beding, jegens de betrokkenen hoofdelijk gehouden :
1° (tot betaling van het eventuele verschil tussen het netto-actief van de vennootschap na omzetting en het bij deze gecoördineerde wetten voorgeschreven minimum bedrag van het maatschappelijk kapitaal;) <W 05-12-1984, art. 62, A>
1°bis (voor de overwaardering van het netto-actief, zoals dit blijkt uit de bij artikelen 166 en 167, bedoelde staat;) <W 05-12-1984, art. 62, B>
(2° opgeheven) <W 29-11-1979, art. 3>
(3° opgeheven) <W 15-07-1985, art. 13>
(4° opgeheven) <W 29-11-1979, art. 3>
5° (tot vergoeding van de schade die het onmiddellijk en rechtstreeks gevolg is, hetzij van de nietigheid van de omzettingsverrichting wegens de nietnaleving van de regels bepaald in de artikelen 13ter, eerste lid, 2° tot 4°, 144, tweede lid, 1° tot 3°, die naar analogie worden toegepast, of 170, eerste lid, hetzij wegens her ontbreken af de onjuistheid van de vermeldingen voorgeschreven in de artikelen 30, eerste lid, met uitzondering van het 11° en het 15° tot het 18°, 121, eerste lid, met uitzondering van het 8° tot het 12°, en 170, tweede lid.) <W 1995-04-13/50, art. 62, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
Art.173. (In geval van omzetting van een vennootschap onder firma, een gewone commanditaire vennootschap of een commanditaire vennootschap op aandelen, blijven de vennoten onder firma en de beherende vennoten ten aanzien van derden hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk voor de verbintenissen van de vennootschap die dagtekenen van vóór het tijdstip vanaf hetwelk de akte van omzetting aan derden kan worden tegengeworpen overeenkomstig artikel 10, § 4.) <W 06-03-1973, art. 28>
In geval van omzetting in een vennootschap onder firma, in een gewone commanditaire vennootschap of een commanditaire vennootschap op aandelen, staan de vennoten onder firma of de beherende vennoten ten aanzien van derden onbeperkt in voor de verbintenissen der vennootschap van vóór de omzetting.
(Bij omzetting van een naamloze vennootschap, van een commanditaire vennootschap op aandelen of van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid in een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, is het vaste gedeelte van het kapitaal bepaald in artikel 147bis, § 1, gelijk aan het kapitaal van de vennootschap vóór haar omzetting.) <W 1991-07-20/31, art. 175, 007; Inwerkingtreding : 01-11-1991>
(Bij omzetting van een coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid in een vennootschap waarin de aansprakelijkheid van alle of van bepaalde vennoten beperkt is ((tot het bedrag van hun inbreng)), blijven de leden ten aanzien van derden binnen de oorspronkelijke perken aansprakelijk voor de verbintenissen van de vennootschap die dagtekenen van vóór het tijdstip vanaf hetwelk de akte van omzetting aan derden kan worden tegengeworpen overeenkomstig artikel 10, § 4.) <W 1991-07-20/31, art. 175, 007; Inwerkingtreding : 01-11-1991> <W 1993-06-29/30, art. 9, 008; Inwerkingtreding : 01-10-1993>
Art.174. Wanneer in de statuten van een vennootschap onder firma is bepaald dat de vennootschap bij het overlijden van een vennoot zal voortduren met zijn rechtverkrijgenden of sommige ervan, en dat dezen de hoedanigheid van stille vennoot zullen hebben, vinden de bepalingen van de artikelen 166 tot 172 en 173, derde en vierde lid, geen toepassing op de omzetting die uit de statuten voortvloeit.
De omzetting wordt vastgesteld hetzij door een authentieke akte, hetzij door een onderhandse akte die openbaar wordt gemaakt op de wijze bepaald in de artikelen 7, a, en 10.(009);
Afdeling VIIIbis. -
§ 1.
Art. 174/1.<Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. Fusie door overneming is de rechtshandeling waarbij het gehele vermogen van een of meer vennootschappen, zowel de rechten als de verplichtingen, als gevolg van ontbinding zonder vereffening op een andere vennootschap overgaat tegen uitreiking van aandelen in de overnemende vennootschap aan de aandeelhouders of vennoten van de overgenomen vennootschap of vennootschappen, eventueel met een opleg in geld die niet meer mag bedragen dan (een tiende) van de nominale waarde of, bij gebreke van een nominale waarde, van de fractiewaarde van de uitgereikte aandelen. <W 1995-04-13/50, art. 63, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
§ 2. Fusie door overneming kan ook plaatsvinden wanneer een of meer van de overgenomen vennootschappen in vereffening zijn of in staat van faillissement verkeren, mits zij nog geen begin hebben gemaakt met de verdeling van hun vermogen aan hun aandeelhouders of vennoten.
In dat geval worden alle taken die krachtens deze afdeling rusten op het orgaan dat belast is met het bestuur van de overgenomen vennootschap die in vereffening is of zich in staat van faillissement bevindt, vervuld door de vereffenaars of door de curatoren.
§ 3. De [1 ondernemingsrechtbank]1 spreekt op verzoek van een belanghebbende de nietigheid uit van de rechtshandeling waarbij het gehele vermogen van een of meer vennootschappen, zowel de rechten als de verplichtingen, als gevolg van ontbinding zonder vereffening op een andere vennootschap overgaat tegen uitreiking van aandelen in de overnemende vennootschap aan de aandeelhouders of vennoten van de overgenomen vennootschap of vennootschappen, en van een opleg in geld die meer bedraagt dan (een tiende) van de nominale waarde of, bij gebreke van een nominale waarde, van de fractiewaarde van de uitgereikte aandelen. <W 1995-04-13/50, art. 63, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
Indien de nietigverklaring afbreuk kan doen aan rechten die een derde te goeder trouw jegens de overnemende vennootschap heeft verkregen, kan de rechtbank verklaren dat de nietigheid ten opzichte van die rechten geen gevolg heeft, onverminderd het recht op schadevergoeding van de eiser, indien daartoe grond bestaat.
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
Art. 174/2.<Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. De bestuursorganen van de te fuseren vennootschappen stellen bij authentieke of bij onderhandse akte een fusievoorstel op.
§ 2. In het fusievoorstel worden ten minste vermeld :
a) de rechtsvorm, de naam, het doel en de zetel van de te fuseren vennootschappen;
b) de ruilverhouding van de aandelen en, in voorkomend geval, het bedrag van de opleg;
c) de wijze waarop de aandelen in de overnemende vennootschap worden uitgereikt;
d) de datum vanaf welke deze aandelen recht geven te delen in de winst, alsmede elke bijzondere regeling betreffende dit recht;
e) de datum vanaf welke de handelingen van de overgenomen vennootschap boekhoudkundig geacht worden te zijn verricht voor rekening van de overnemende vennootschap;
f) de rechten die de overnemende vennootschap toekent aan de aandeelhouders of vennoten van de overgenomen vennootschappen, die bijzondere rechten hebben, alsook aan de houders van andere effecten dan aandelen, of de jegens hen voorgestelde maatregelen;
g) de bijzondere bezoldiging die in voorkomend geval wordt toegekend aan de commissarissen-revisoren of de bezoldiging toegekend aan de bedrijfsrevisoren of aan de accountants ingeschreven in het register der externe accountants van het Instituut der Accountants die belast zijn met het opstellen van het in artikel 174/3 bedoelde verslag;
h) ieder bijzonder voordeel toegekend aan de leden van de bestuursorganen van de te fuseren vennootschappen.
§ 3. Het fusievoorstel moet door elke vennootschap die bij de fusie betrokken is, uiterlijk zes weken vóór de algemene vergadering die over de fusie moet besluiten, ter griffie van de [1 ondernemingsrechtbank]1 worden neergelegd.
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
Art. 174/3. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. In elke vennootschap stelt het bestuursorgaan een omstandig schriftelijk verslag op waarin de stand van het vermogen van de te fuseren vennootschappen wordt uiteengezet en waarin tevens uit een juridisch en economisch oogpunt worden toegelicht en verantwoord : de wenselijkheid van de fusie, de voorwaarden en de wijze waarop ze zal geschieden en de gevolgen ervan, de methoden volgens welke de ruilverhouding van de aandelen is vastgesteld, het betrekkelijke gewicht dat aan deze methoden wordt gehecht, de waardering waartoe elke methode komt, de moeilijkheden die zich eventueel hebben voorgedaan en de voorgestelde ruilverhouding.
§ 2. In elke vennootschap wordt een schriftelijk verslag over het fusievoorstel opgesteld hetzij door de commissaris-revisor, hetzij, wanneer er geen commissaris-revisor is, door een bedrijfsrevisor of door een accountant ingeschreven in het register der externe accountants van het Instituut der Accountants, die de bestuurders of de zaakvoerders hebben aangewezen.
De commissaris-revisor, of de aangewezen bedrijfsrevisor of accountant moet inzonderheid verklaren of de ruilverhouding naar zijn mening al dan niet redelijk is.
In deze verklaring moet ten minste worden aangegeven :
a) volgens welke methoden de voorgestelde ruilverhouding is vastgesteld;
b) of deze methoden in het gegeven geval passen en tot welke waardering elke gebruikte methode leidt; tevens moet een oordeel worden gegeven over het betrekkelijke gewicht dat bij de vaststelling van de in aanmerking genomen waarde aan deze methoden is gehecht.
In het verslag worden bovendien de bijzondere moeilijkheden vermeld die er eventueel bij de waardering zijn geweest.
De commissaris-revisor, of de aangewezen bedrijfsrevisor of accountant kan ter plaatse inzage nemen van alle documenten die dienstig zijn voor de vervulling van zijn taak. Zij zijn gerechtigd van de vennootschappen die bij de fusie betrokken zijn, te verlangen dat hun alle ophelderingen en inlichtingen worden verstrekt. Zij zijn tevens gerechtigd alle controles te verrichten die zij nodig achten.
Wanneer het verslag betrekking heeft op een overnemende vennootschap die de rechtsvorm heeft van een naamloze vennootschap, van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid zijn de artikelen 34, § 2, 122, § 3, of 147sexies, niet van toepassing.
§ 3. Het bestuursorgaan van iedere overgenomen vennootschap moet de algemene vergadering van zijn vennootschap, alsmede het bestuursorgaan van de overnemende vennootschap en, in voorkomend geval, het bestuursorgaan van de andere overgenomen vennootschappen, op de hoogte stellen van elke belangrijke wijziging die zich in de activa en de passiva van het vermogen heeft voorgedaan tussen de datum van opstelling van het fusievoorstel en de datum van de algemene vergadering van iedere overgenomen vennootschap of de datum van de algemene vergadering van de overnemende vennootschap. Het bestuursorgaan van de overnemende vennootschap of van een overgenomen vennootschap dat die informatie heeft ontvangen, moet daarvan aan de algemene vergadering kennis geven.
Het bestuursorgaan van de overnemende vennootschap moet de algemene vergadering van zijn vennootschap, alsmede het bestuursorgaan van iedere overgenomen vennootschap, op de hoogte stellen van elke belangrijke wijziging die zich in de activa en de passiva van het vermogen heeft voorgedaan tussen de datum van opstelling van het fusievoorstel en de datum van de algemene vergadering van iedere overgenomen vennootschap die zich over de fusie moet uitspreken. Het bestuursorgaan van iedere overgenomen vennootschap dat die informatie heeft ontvangen, moet deze ter kennis brengen van de algemene vergadering.
Art. 174/4. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. In elke vennootschap worden het fusievoorstel en de verslagen bedoeld in artikel 174/3, alsmede de mogelijkheid voor de aandeelhouders en vennoten om de genoemde stukken kosteloos te verkrijgen, vermeld in de agenda van de algemene vergadering die zich over het fusievoorstel moet uitspreken.
Aan de houders van aandelen op naam of aan de vennoten wordt uiterlijk een maand voor de algemene vergadering een afschrift ervan toegezonden.
Er wordt ook onverwijld een afschrift gezonden aan diegenen die de formaliteiten hebben vervuld, door de statuten voorgeschreven om tot de vergadering te worden toegelaten.
(nieuw lid ?) (Wanneer het evenwel gaat om een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, moeten het voorstel en de verslagen bedoeld in het eerste lid, niet aan de vennoten worden overgezonden overeenkomstig het tweede en het derde lid.
In dat geval heeft iedere vennoot overeenkomstig § 2 het recht om uiterlijk een maand voor de algemene vergadering op de zetel van de vennootschap van voornoemde stukken kennis te nemen en kan hij overeenkomstig § 3 binnen dezelfde termijn een afschrift ervan verkrijgen.) <W 1995-04-13/50, art. 64, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
§ 2. Iedere aandeelhouder of vennoot heeft tevens het recht uiterlijk een maand voor de datum van de algemene vergadering die over het fusievoorstel moet besluiten, in de zetel van de vennootschap kennis te nemen van de volgende stukken :
1° het fusievoorstel;
2° de in artikel 174/3 bedoelde verslagen;
3° de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren van elk van de vennootschappen die bij de fusie betrokken is;
4° wat de naamloze vennootschappen betreft, de commanditaire vennootschappen op aandelen, de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en de coöperatieve vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, de verslagen van de bestuurders of van de zaakvoerders en de verslagen van de commissarissen over de laatste drie boekjaren;
5° indien de laatste jaarrekening betrekking heeft op een boekjaar dat meer dan zes maanden voor de datum van het fusievoorstel is afgesloten : tussentijdse cijfers omtrent de stand van het vermogen die niet meer dan drie maanden voor de datum van dat voorstel zijn vastgesteld en die overeenkomstig het tweede tot het vierde lid zijn opgesteld.
Deze tussentijdse cijfers worden opgemaakt volgens dezelfde methoden en dezelfde opstelling als de laatste jaarrekening.
Een nieuwe inventaris moet echter niet worden opgemaakt.
(De wijzigingen van de in de laatste balans voorkomende waarderingen kunnen beperkt zijn tot de wijzigingen die voortvloeien uit de verrichte boekingen.) <W 1995-04-13/50, art. 64, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996> Rekening moet echter worden gehouden met tussentijdse afschrijvingen en voorzieningen, alsmede met belangrijke wijzigingen van de waarden die niet uit de boeken blijken. <W 1995-04-13/50, art. 64, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
§ 3. Iedere aandeelhouder of vennoot kan op zijn verzoek kosteloos een volledig of desgewenst gedeeltelijk afschrift verkrijgen van de in paragraaf 2 bedoelde stukken, met uitzondering van die welke hem overeenkomstig paragraaf 1 zijn toegezonden.
Art. 174/5. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. Een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of een coöperatieve vennootschap kan een andere vennootschap alleen dan overnemen, wanneer de aandeelhouders of vennoten van de andere vennootschap voldoen aan de vereisten voor de verkrijging van de hoedanigheid van vennoot in de overnemende vennootschap.
§ 2. In een coöperatieve vennootschap kan iedere vennoot te allen tijde in de loop van het boekjaar uittreden vanaf de bijeenroeping van een algemene vergadering die moet besluiten over de fusie van de vennootschap met een overnemende vennootschap die een andere rechtsvorm heeft, zonder dat hij aan enige andere voorwaarde moet voldoen, en niettegenstaande enige andersluidende bepaling in de statuten.
Van de uittreding wordt aan de vennootschap kennis gegeven bij aangetekende brief, die uiterlijk vijf dagen voor de datum van de vergadering ter post is afgegeven. Zij heeft enkel gevolg als het voorstel tot fusie wordt aangenomen.
In de oproepingsbrief wordt de tekst van deze paragraaf, eerste en tweede lid, opgenomen.
Art. 174/6. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. In elke vennootschap wordt door de algemene vergadering van de vennoten tot fusie besloten overeenkomstig de regels van aanwezigheid en meerderheid gesteld in artikel 70, derde tot vijfde lid, onverminderd de bijzondere bepalingen van dit artikel en onder voorbehoud van strengere statuutbepalingen.
In de gewone commanditaire en in de coöperatieve vennootschappen met uitzondering van de coöperatieve vennootschappen bedoeld bij artikel 141, § 3, eerste lid, is het stemrecht van de vennoten evenredig aan hun aandeel in het vennootschapsvermogen en wordt het aanwezigheidsquorum berekend naar verhouding van dat vermogen.
(Artikel 33bis, § 6, is niet van toepassing in geval van fusie.) <W 1995-04-13/50, art. 65, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
§ 2. Indien er verschillende soorten van aandelen of effecten bestaan die het in de statuten vastgestelde kapitaal al of niet vertegenwoordigen en de fusie aanleiding geeft tot wijziging van hun respectieve rechten, is artikel 71, derde lid, van overeenkomstige toepassing.
§ 3. De instemming van alle vennoten is vereist :
1° in de overnemende of overgenomen vennootschappen die vennootschappen onder firma zijn;
2° in de overgenomen vennootschappen wanneer de overnemende vennootschap de rechtsvorm heeft aangenomen van :
a) een vennootschap onder firma;
b) een gewone commanditaire vennootschap;
c) een coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid.
In de in het eerste lid bedoelde gevallen is de eenparige instemming vereist van de houders van aandelen die het kapitaal van de vennootschap niet vertegenwoordigen, zo die er zijn.
§ 4. In de gewone commanditaire vennootschappen en in de commanditaire vennootschappen op aandelen is bovendien de instemming van alle beherende vennoten vereist.
Art. 174/7. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> In elke vennootschap die de fusie aangaat worden de notulen van de algemene vergadering waarin tot de fusie wordt besloten op straffe van nietigheid opgesteld bij authentieke akte.
In de akte wordt de conclusie opgenomen van het in artikel 174/3, § 2, bedoelde verslag.
De notaris moet na onderzoek het bestaan en zowel de interne als de externe wettigheid bevestigen van de rechtshandelingen en formaliteiten waartoe de vennootschap waarbij hij optreedt, gehouden is.
Art. 174/8. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. Onmiddellijk na het besluit tot fusie worden de eventuele wijzigingen van de statuten van de overnemende vennootschap, met inbegrip van de bepalingen tot wijziging van haar maatschappelijk doel, vastgesteld volgens de regels van aanwezigheid en meerderheid door deze gecoördineerde wetten vereist. Geschiedt zulks niet, dan blijft het besluit tot fusie zonder gevolg.
§ 2. De fusie is voltrokken zodra de betrokken vennootschappen daartoe de overeenstemmende besluiten hebben genomen.
Art. 174/9. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> Met inachtneming van de in het tweede en het derde lid bepaalde regels, worden de akten houdende vaststelling van de besluiten tot fusie genomen door de overnemende en de overgenomen vennootschap neergelegd en bij uittreksel bekendgemaakt, overeenkomstig artikel 10 en, in voorkomend geval, worden de akten tot wijziging van de statuten van de overnemende vennootschap neergelegd en bekendgemaakt, overeenkomstig artikel 12.
Zij worden gelijktijdig bekendgemaakt binnen vijftien dagen na de neerlegging van de akte houdende vaststelling van het besluit tot fusie dat door de laatst gehouden algemene vergadering is genomen.
De overnemende vennootschap kan zelf de formaliteiten inzake openbaarmaking betreffende de overgenomen vennootschappen verrichten.
Art. 174/10. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. De fusie heeft van rechtswege en gelijktijdig de volgende rechtsgevolgen :
1° de overgenomen vennootschappen houden op te bestaan;
2° de aandeelhouders of vennoten van de overgenomen vennootschappen worden aandeelhouders of vennoten van de overnemende vennootschap;
3° het gehele vermogen van iedere overgenomen vennootschap, zowel rechten als verplichtingen, gaat over op de overnemende vennootschap.
Voor de toepassing van artikel 174/16 worden de overgenomen vennootschappen echter geacht te bestaan gedurende de in artikel 194bis, eerste en derde lid, bepaalde termijn van zes maanden en, zo een vordering tot nietigverklaring wordt ingesteld, voor de duur van het geding tot op het ogenblik waarop over die vordering tot nietigverklaring uitspraak is gedaan bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing.
§ 2. De fusie kan aan derden slechts worden tegengeworpen volgens het bepaalde bij artikel 10, § 4.
De akten bedoeld in (artikel 1) van de wet van 16 december 1851 tot herziening van de rechtsregeling der hypotheken en de akten bedoeld in de hoofdstukken II en III van titel I, boek II, van het Wetboek van Koophandel en in artikel 272 van boek II van hetzelfde Wetboek, kunnen aan derden slechts worden tegengeworpen volgens het bepaalde bij de bijzondere wetten ter zake. Daartoe moeten de notulen van de algemene vergadering van alle vennootschappen die tot de fusie hebben besloten overgeschreven of ingeschreven worden. <W 1995-04-13/50, art. 66, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
(De overdracht van rechten van intellectuele en industriële eigendom kan aan derden slechts worden tegengeworpen onder de voorwaarden bepaald bij de bijzondere wetten welke die verrichtingen beheersen.) <W 1995-04-13/50, art. 66, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
Art. 174/11. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. Tenzij de betrokken vennootschappen anders hebben besloten, worden de aandelen die door de overnemende vennootschap in ruil voor de overgenomen vermogens zijn uitgegeven, onder de aandeelhouders of de vennoten van de overgenomen vennootschappen verdeeld door en onder de verantwoordelijkheid van de organen die op het ogenblik van de fusie met het bestuur van die vennootschappen belast waren.
Deze organen zorgen zo nodig voor de bijwerking van de registers van de aandelen op naam of andere aandelenregisters.
De kosten van deze verrichtingen komen ten laste van de overnemende vennootschap.
§ 2. Er vindt geen omwisseling plaats van aandelen van de overnemende vennootschap tegen aandelen van de overgenomen vennootschap die worden gehouden :
1° door de overnemende vennootschap zelf of door een persoon die in eigen naam, maar voor rekening van de vennootschap handelt, of
2° door de overgenomen vennootschap zelf of door een persoon die in eigen naam, maar voor rekening van de vennootschap handelt.
Art. 174/12.<Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> Uiterlijk binnen twee maanden na de bekendmaking in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van de akten houdende vaststelling van het besluit tot fusie kunnen de schuldeisers van elke gefusioneerde vennootschap wier vordering ontstaan is voor die bekendmaking en nog niet is vervallen, zekerheid eisen niettegenstaande enig hiermee strijdig beding.
Deze bepaling is niet van toepassing op de financiële instellingen die aan de controle van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen onderworpen zijn.
De overnemende vennootschap en, in voorkomend geval, de overgenomen vennootschap, kunnen elk deze rechtsvordering afweren door de schuldvordering te voldoen tegen haar waarde, na aftrek van het disconto.
Indien geen overeenstemming wordt bereikt of indien de schuldeiser geen voldoening heeft gekregen, wordt het geschil door de meest gerede partij voorgelegd aan de voorzitter van de [1 ondernemingsrechtbank]1 van het gebied waarbinnen de schuldplichtige vennootschap haar zetel heeft. De rechtspleging wordt ingeleid en behandeld zoals in kort geding; hetzelfde geldt voor de tenuitvoerlegging van de gewezen beslissing.
Onverminderd de rechten in de zaak zelve bepaalt de voorzitter de zekerheid die de vennootschap moet stellen en de termijn waarbinnen zulks moet geschieden, tenzij hij beslist dat geen zekerheid behoeft te worden gesteld gelet op de waarborgen en voorrechten waarover de schuldeiser beschikt of op de gegoedheid van de overnemende vennootschap.
Indien de zekerheid niet binnen de bepaalde termijn is gesteld, wordt de schuldvordering onverwijld opeisbaar.
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
Art. 174/13. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> De jaarrekening van de overgenomen vennootschap over het tijdvak begrepen tussen de datum van de jaarafsluiting van het laatste boekjaar waarvoor de rekeningen zijn goedgekeurd en de in artikel 174/2, § 2, e, bedoelde datum, wordt door het bestuursorgaan van die vennootschap opgemaakt overeenkomstig de bepalingen van deze gecoördineerde wetten die op haar toepasselijk zijn.
Zij wordt onderworpen aan de goedkeuring van de aandeelhouders of vennoten van de overnemende vennootschap volgens de regels die voor deze laatste met betrekking tot de jaarrekening gelden.
Onverminderd artikel 174/15, beslissen de aandeelhouders of vennoten van de overnemende vennootschap over het verlenen van kwijting aan de bestuurs- en toezichtsorganen van de overgenomen vennootschap.
Art. 174/14. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. Indien de overgenomen vennootschap een vennootschap onder firma is, een gewone commanditaire vennootschap of een commanditaire vennootschap op aandelen, of een coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid, blijven de vennoten onder firma en de behrende vennoten of de leden van de coöperatieve vennootschap jegens derden hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk voor de verbintenissen van de overgenomen vennootschap ontstaan voor het tijdstip vanaf hetwelk de akte van fusie volgens het bepaalde bij artikel 10, § 4, aan derden kan worden tegengeworpen.
§ 2. Indien de overnemende vennootschap een vennootschap onder firma is, een gewone commanditaire vennootschap, een commanditaire vennootschap op aandelen, of een coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid, blijven de vennoten onder firma, de beherende vennoten of de leden van de coöperatieve vennootschap jegens derden onbeperkt aansprakelijk voor de verbintenissen van de overgenomen vennootschap die voor de fusie zijn ontstaan. Zij kunnen echter van deze aansprakelijkheid worden ontheven op grond van een uitdrukkelijke bepaling die in het fusievoorstel en in de akte van fusie is opgenomen, en die volgens het bepaalde bij artikel 10, § 4, aan derden kan worden tegengeworpen.
Art. 174/15. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> Iedere aandeelhouder of vennoot van de overgenomen vennootschap kan tegen de bestuurders of zaakvoerders van die vennootschap een aansprakelijkheidsvordering instellen voor de vergoeding van de schade die hij heeft geleden ten gevolge van een bij de voorbereiding en de totstandkoming van de fusie begane fout.
Iedere aandeelhouder of vennoot van de overgenomen vennootschap kan insgelijks tegen de commissaris-revisor, de bedrijfsrevisor of de accountant die het in artikel 174/3, § 2, bedoelde verslag heeft opgesteld, een aansprakelijkheidsvordering instellen voor de schade die hij heeft geleden ten gevolge van een fout die deze bij het vervullen van zijn taak heeft begaan.
Art. 174/16.<Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. De [1 ondernemingsrechtbank]1 kan, op verzoek van een belanghebbende, de nietigheid van de fusie uitspreken indien de besluiten van de algemene vergaderingen die de fusie hebben goedgekeurd niet bij authentieke akte zijn vastgesteld of indien die besluiten op grond van artikel 190bis vernietigd kunnen worden.
§ 2. Wanneer herstel van het gebrek dat tot de vernietiging van de fusie kan leiden mogelijk is, verleent de bevoegde rechter daartoe aan de betrokken vennootschappen een termijn om de toestand te regulariseren.
§ 3. De rechterlijke beslissing waarbij de nietigheid van de fusie wordt uitgesproken, wordt bekendgemaakt in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad volgens de regels bepaald in artikel 12, § 1, 6°.
§ 4. De nietigheid doet op zichzelf geen afbreuk aan de geldigheid van de verbintenissen die ten laste of ten gunste van de overnemende vennootschap zijn ontstaan tussen de dag waarop de fusie overeenkomstig artikel 174/8, § 2, is voltrokken en de dag van de bekendmaking van de beslissing waarbij de nietigheid van de fusie wordt uitgesproken. De vennootschappen die aan de fusie hebben deelgenomen, zijn hoofdelijk aansprakelijk voor zodanige verbintenissen die ten laste van de overnemende vennootschap zijn ontstaan.
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
§ 2.
Art. 174/17.<Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. Fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap is de rechtshandeling waarbij het gehele vermogen van verscheidene vennootschappen, zowel de rechten als de verplichtingen, als gevolg van ontbinding zonder vereffening op een nieuwe door hen opgerichte vennootschap overgaat tegen uitreiking van aandelen in de nieuwe vennootschap aan de aandeelhouders of vennoten van de verdwijnende vennootschappen, eventueel met een opleg in geld die niet meer mag bedragen dan (een tiende) van de nominale waarde of, bij gebreke van een nominale waarde, van de fractiewaarde van de uitgereikte aandelen. <W 1995-04-13/50, art. 67, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
§ 2. Fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap kan ook plaatsvinden wanneer een of meer verdwijnende vennootschappen in vereffening zijn of in staat van faillissement verkeren, mits zij nog geen begin hebben gemaakt met de verdeling van hun vermogen aan hun aandeelhouders of vennoten.
In dat geval worden alle taken die krachtens deze afdeling rusten op het orgaan dat belast is met het bestuur van de verdwijnende vennootschap die in vereffening is of zich in staat van faillissement bevindt, vervuld door de vereffenaars of door de curatoren.
§ 3. De [1 ondernemingsrechtbank]1 spreekt op verzoek van een belanghebbende de nietigheid uit van de rechtshandeling waarbij het gehele vermogen van verscheidene vennootschappen, zowel de rechten als de verplichtingen, als gevolg van ontbinding zonder vereffening op een nieuwe door hen opgerichte vennootschap overgaat tegen uitreiking van aandelen in de nieuwe vennootschap aan de aandeelhouders of vennoten van de verdwijnende vennootschappen, en van een opleg in geld die meer bedraagt dan (een tiende) van de nominale waarde of, bij gebreke van een nominale waarde, van de fractiewaarde van de uitgereikte aandelen. <W 1995-04-13/50, art. 67, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
Indien de nietigverklaring afbreuk kan doen aan rechten die een derde te goeder trouw jegens de nieuwe vennootschap heeft verkregen, kan de rechtbank verklaren dat de nietigheid ten opzichte van die rechten geen gevolg heeft, onverminderd het recht op schadevergoeding van de eiser, indien daartoe grond bestaat.
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
Art. 174/18. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. Onder voorbehoud van de paragrafen 2 en 3 gelden voor de oprichting van de nieuwe vennootschap alle voorwaarden die door deze gecoördineerde wetten voor de gekozen vennootschapsvorm worden gesteld.
§ 2. Ongeacht de rechtsvorm van de nieuwe vennootschap moet haar oprichting op straffe van nietigheid bij authentieke akte worden vastgesteld. In die akte worden de conclusies van het in artikel 174/3, § 2, bedoelde verslag van de commissaris-revisor, de bedrijfsrevisor of de accountant overgenomen.
§ 3. Artikel 29bis, artikel 30, 11° en 15°, artikel 31, tweede lid, tweede volzin, en de artikelen 32 en 33 zijn niet van toepassing op de naamloze vennootschap en evenmin, in afwijking van artikel 107 of van artikel 147quater, op de commanditaire vennootschap op aandelen of de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die door de fusie tot stand is gekomen.
In afwijking van de artikelen 120bis en 121, is artikel 29bis niet van toepassing op de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die door de fusie tot stand is gekomen. Artikel 121, 8° en 12°, is evenmin van toepassing op deze vennootschap.
Art. 174/19. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. De artikelen 174/2 tot 174/7, artikel 174/9, tweede lid, artikel 174/11, § 1, en de artikelen 174/12 tot 174/16 zijn overeenkomstige toepassing op de fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap.
Voor de toepassing van de in het eerste lid opgenoemde artikelen, wordt elke vennootschap die de fusie aangaat geacht een overgenomen vennootschap te zijn en wordt de nieuwe vennootschap geacht de overnemende vennootschap te zijn.
§ 2. Het fusievoorstel vermeldt, benevens de in artikel 174/2, § 2, bedoelde gegevens, de rechtsvorm, de naam, het doel en de zetel van de nieuwe vennootschap.
Art. 174/20. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> Onmiddellijk na het besluit tot fusie moeten het ontwerp van oprichtingsakte en de statuten van de nieuwe vennootschap goedgekeurd worden door de algemene vergadering van elke vennootschap die bij de fusie betrokken is, en dit volgens dezelfde regels van aanwezigheid en meerderheid als die welke voor het besluit tot fusie zijn vereist. Geschiedt zulks niet, dan blijft het besluit tot fusie zonder gevolg.
Art. 174/21. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. Met inachtneming van de in § 2 bepaalde regels, worden de akten tot vaststelling van het door de algemene vergaderingen genomen besluit tot fusie neergelegd en bij uittreksel bekendgemaakt, overeenkomstig artikel 10 en zijn de artikelen 6 tot 10 van toepassing op de oprichtingsakte van de nieuwe vennootschap.
§ 2. De akten bedoeld in § 1 worden gelijktijdig bekendgemaakt binnen vijftien dagen na de neerlegging van de akte tot vaststelling van het besluit tot fusie dat door de laatst gehouden algemene vergadering is genomen.
De nieuwe vennootschap kan zelf de formaliteiten inzake openbaarmaking verrichten betreffende de vennootschappen die de fusie aangaan.
Art. 174/22. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> De fusie is voltrokken zodra de nieuwe vennootschap is opgericht.
Artikel 174/10 is van overeenkomstige toepassing op de fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap.
Art. 174/23. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> De beslissing waarbij de nietigheid van de fusie wordt uitgesproken overeenkomstig artikel 174/16 van deze afdeling, verklaart eveneens de nieuwe vennootschap nietig.
§ 3. Andere met de fusie van vennootschappen gelijkgestelde verrichtingen.
Art. 174/24. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> Met fusie door overneming wordt gelijkgesteld :
1° de rechtshandeling waarbij het gehele vermogen van een of meer vennootschappen, zowel de rechten als de verplichtingen, als gevolg van ontbinding zonder vereffening overgaat op een andere vennootschap die reeds houdster is van al hun aandelen en van de andere effecten waaraan stemrecht in de algemene vergadering is verbonden;
2° de rechtshandeling waarbij het gehele vermogen van een of meer vennootschappen, zowel de rechten als de verplichtingen, als gevolg van ontbinding zonder vereffening overgaat op een andere vennootschap, wanneer al hun aandelen en de andere effecten waaraan stemrecht in de algemene vergadering is verbonden, in handen zijn ofwel van die andere vennootschap, ofwel van personen die deze aandelen en effecten op eigen naam maar voor rekening van die vennootschap houden, ofwel van die personen en van die vennootschap.
Art. 174/25. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> Op de in artikel 174/24 bedoelde rechtshandelingen zijn niet van toepassing :
1° artikel 174/2, § 2, b, c en d;
2° artikel 174/3;
3° artikel 174/4, in zover het betrekking heeft op de in artikel 174/3 voorgeschreven verslagen;
4° artikel 174/10, § 1, 2°;
5° artikel 174/15.
Afdeling VIIIter. -
§ 1.
Art. 174/26.<Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. Splitsing door overneming is de rechtshandeling waarbij het gehele vermogen van een vennootschap, zowel de rechten als de verplichtingen, als gevolg van haar ontbinding zonder vereffening, op verscheidene vennootschappen overgaat tegen uitreiking aan de aandeelhouders of vennoten van de gesplitste vennootschap, van aandelen van de vennootschappen die delen in het gesplitste vermogen, hierna " verkrijgende vennootschappen " te noemen, eventueel met een opleg in geld die niet meer mag bedragen dan (een tiende) van de nominale waarde of, bij gebreke van een nominale waarde, van de fractiewaarde van de uitgereikte aandelen. <W 1995-04-13/50, art. 68, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
§ 2. Splitsing door overneming kan ook plaatsvinden wanneer de te splitsen vennootschap in vereffening is of in staat van faillissement verkeert, mits zij nog geen begin heeft gemaakt met de verdeling van haar vermogen aan haar aandeelhouders of vennoten.
In dat geval worden alle taken die krachtens deze afdeling rusten op het orgaan dat belast is met het bestuur van de gesplitste vennootschap die in vereffening is of zich in staat van faillissement bevindt, vervuld door de vereffenaars of door de curatoren.
§ 3. De [1 ondernemingsrechtbank]1 spreekt op verzoek van een belanghebbende de nietigheid uit van de rechtshandeling waarbij het gehele vermogen van een vennootschap, zowel de rechten als de verplichtingen, als gevolg van haar ontbinding zonder vereffening, op verscheidene vennootschappen overgaat tegen uitreiking aan de aandeelhouders of vennoten van de gesplitste vennootschap, van aandelen van de vennootschappen die delen in het gesplitste vermogen, en van een opleg in geld die meer bedraagt dan (een tiende) van de nominale waarde of, bij gebreke van een nominale waarde, van de fractiewaarde van de uitgereikte aandelen. <W 1995-04-13/50, art. 68, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
Indien de nietigverklaring afbreuk kan doen aan rechten die een derde te goeder trouw jegens een verkrijgende vennootschap heeft verkregen, kan de rechtbank verklaren dat de nietigheid ten opzichte van die rechten geen gevolg heeft, onverminderd het recht op schadevergoeding van de eiser, indien daartoe grond bestaat.
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
Art. 174/27.<Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. De bestuursorganen van de vennootschappen die aan de splitsing deelnemen, stellen bij authentieke of bij onderhandse akte een splitsingsvoorstel op.
§ 2. In het splitsingsvoorstel worden ten minste vermeld :
a) de rechtsvorm, de naam, het doel en de zetel van de vennootschappen die aan de splitsing deelnemen;
b) de ruilverhouding van de aandelen en, in voorkomend geval, het bedrag van de opleg;
c) de wijze waarop de aandelen in de verkrijgende vennootschappen worden uitgereikt;
d) de datum vanaf welke deze aandelen recht geven te delen in de winst, alsmede elke bijzondere regeling betreffende dit recht;
e) de datum vanaf welke de handelingen van de te splitsen vennootschap boekhoudkundig geacht worden te zijn verricht voor rekening van een van de verkrijgende vennootschappen;
f) de rechten die de verkrijgende vennootschappen toekennen aan de houders van aandelen of vennoten van de te splitsen vennootschap, die bijzondere rechten hebben en aan de houders van andere effecten dan aandelen, of de jegens hen voorgestelde maatregelen;
g) de bijzondere bezoldiging die in voorkomend geval wordt toegekend aan de commissarissen-revisoren of de bezoldiging toegekend aan de bedrijfsrevisoren of aan de accountants die belast zijn met het opstellen van het in artikel 174/29 bedoelde verslag;
h) ieder bijzonder voordeel toegekend aan de leden van de bestuursorganen van de vennootschappen die aan de splitsing deelnemen;
i) de nauwkeurige beschrijving en verdeling van de aan elke verkrijgende vennootschap over te dragen delen van de activa en passiva van het vermogen;
j) de verdeling onder de aandeelhouders of vennoten van de te splitsen vennootschap van de aandelen van de verkrijgende vennootschappen alsmede het criterium waarop deze verdeling is gebaseerd.
§ 3. Het splitsingsvoorstel moet door elke vennootschap die aan de splitsing deelneemt uiterlijk zes weken voor de algemene vergadering die over de splitsing moet besluiten, ter griffie van de [1 ondernemingsrechtbank]1 worden neergelegd.
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
Art. 174/28. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. Wanneer een gedeelte van de activa van het vermogen niet in het splitsingsvoorstel wordt toegescheiden en interpretatie van dit voorstel geen uitsluitsel geeft over de verdeling ervan, wordt dit gedeelte of de waarde ervan verdeeld over alle verkrijgende vennootschappen, evenredig aan het netto-actief dat aan ieder van hen in het splitsingsvoorstel is toegescheiden.
§ 2. Wanneer een gedeelte van de passiva van het vermogen niet in het splitsingsvoorstel wordt toegescheiden en interpretatie van dit voorstel geen uitsluitsel geeft over de verdeling ervan, zijn alle verkrijgende vennootschappen daarvan hoofdelijk aansprakelijk.
Art. 174/29.<Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. In elke vennootschap stelt het bestuursorgaan een omstandig schriftelijk verslag op waarin de stand van het vermogen van de te fuseren vennootschappen wordt uiteengezet en waarin tevens uit een juridisch en economisch oogpunt worden toegelicht en verantwoord : de wenselijkheid van de splitsing, de voorwaarden en de wijze waarop ze zal geschieden en de gevolgen ervan, de methoden volgens welke de ruilverhouding van de aandelen is vastgesteld, het betrekkelijk gewicht dat aan deze methoden wordt gehecht, de waardering waartoe elke methode komt, de moeilijkheden die zich eventueel hebben voorgedaan en de voorgestelde ruilverhouding.
Wanneer de overnemende vennootschap een naamloze vennootschap, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid is, wordt in het verslag daarenboven melding gemaakt van het verslag bedoeld in artikel 34, § 2, artikel 122, § 3, of artikel 147sexies, naar gelang van het geval; het geeft ook aan bij welke griffie van de [1 ondernemingsrechtbank]1 dat verslag moet worden neergelegd.
§ 2. In elke vennootschap wordt een schriftelijk verslag over het splitsingsvoorstel opgesteld hetzij door de commissaris-revisor, hetzij, wanneer er geen commissaris-revisor is, door een bedrijfsrevisor of door een accountant ingeschreven in het register der externe accountants van het Instituut der Accountants die de bestuurders of de zaakvoerders hebben aangewezen.
De commissaris-revisor, of de aangewezen bedrijfsrevisor of accountant moet inzonderheid verklaren of de ruilverhouding naar zijn mening al dan niet redelijk is.
In deze verklaring moet ten minste worden aangegeven :
a) volgens welke methoden de voorgestelde ruilverhouding is vastgesteld;
b) of deze methoden in het gegeven geval passen en tot welke waardering elke gebruikte methode leidt; tevens moet een oordeel worden gegeven over het betrekkelijke gewicht dat bij de vaststelling van de in aanmerking genomen waarde aan deze methode is gehecht.
In het verslag worden bovendien de bijzondere moeilijkheden vermeld die er eventueel bij de waardering zijn geweest.
De commissaris-revisor, of de aangewezen bedrijfsrevisor of accountant kan ter plaatse inzage nemen van alle stukken die dienstig zijn voor de vervulling van zijn taak. Zij zijn gerechtigd van de vennootschappen die bij de splitsing betrokken zijn, te verlangen dat het alle ophelderingen en inlichtingen worden verstrekt. Zij zijn tevens gerechtigd alle controles te verrichten die zij nodig achten.
In een overnemende vennootschap die de rechtsvorm heeft van een naamloze vennootschap, van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid kan het verslag worden opgesteld door de commissaris-revisor of door de bedrijfsrevisor die het verslag heeft opgemaakt bedoeld in artikel 34, § 2, artikel 122, § 3, of artikel 147sexies, naar gelang van het geval.
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
Art. 174/30. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. Het bestuursorgaan van de te splitsen vennootschap moet de algemene vergadering van de te splitsen vennootschap, alsmede het bestuursorgaan van iedere verkrijgende vennootschap op de hoogte stellen van elke belangrijke wijziging die zich in de activa en de passiva van het vermogen heeft voorgedaan tussen de datum van opstelling van het splitsingsvoorstel en de datum van de algemene vergadering van de te splitsen vennootschap die zich over de splitsing moet uitspreken.
Het bestuursorgaan van een verkrijgende vennootschap dat die informatie heeft ontvangen, moet deze ter kennis brengen van de algemene vergadering.
§ 2. Het bestuursorgaan van iedere verkrijgende vennootschap moet de algemene vergadering van zijn vennootschap, alsmede het bestuursorgaan van de te splitsen vennootschap en dat van ieder van de andere verkrijgende vennootschappen op de hoogte stellen van elke belangrijke wijziging die zich in de activa en de passiva van het vermogen van zijn vennootschap heeft voorgedaan tussen de datum van opstelling van het splitsingsontwerp en de datum van de algemene vergadering van de te splitsen vennootschap of de datum van de algemene vergadering van ieder van de andere verkrijgende vennootschappen die zich over de splitsing moet uitspreken.
Het bestuursorgaan van de te splitsen vennootschap of van een verkrijgende vennootschap dat die informatie heeft ontvangen, moet deze ter kennis brengen van de algemene vergadering.
Art. 174/31. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> Artikel 174/4 is van overeenkomstige toepassing op de splitsing van een vennootschap door overneming.
Art. 174/32. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> De vennootschappen die aan de splitsing deelnemen, behoeven de artikelen 174/29 en 174/31 niet toe te passen, in zover dit laatste naar de verslagen verwijst, indien alle aandeelhouders of vennoten en alle houders van effecten waaraan stemrecht in de algemene vergadering is verbonden, daarvan hebben afgezien.
De afstand van dat recht wordt vastgesteld bij een uitdrukkelijke stemming in de algemene vergadering die over de deelneming aan de splitsing moet besluiten.
In de agenda van die algemene vergadering wordt vermeld dat de vennootschap voornemens is deze bepaling toe te passen en worden het eerste en het tweede lid van dit artikel opgenomen.
Art. 174/33. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. Een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of een coöperatieve vennootschap kan alleen dan als verkrijgende vennootschap aan de splitsing deelnemen, wanneer de aandeelhouders of vennoten van de te splitsen vennootschap voldoen aan de vereisten voor de verkrijging van de hoedanigheid van vennoot in de verkrijgende vennootschap.
§ 2. In een coöperatieve vennootschap kan iedere vennoot te allen tijde in de loop van het boekjaar uittreden vanaf de bijeenroeping van een algemene vergadering die moet besluiten over de splitsing van de vennootschap ten behoeve van verkrijgende vennootschappen waarvan ten minste één een andere rechtsvorm heeft, zonder dat hij aan enige andere voorwaarden moet voldoen, en niettegenstaande enige andersluidende bepaling in de statuten.
Van de uittreding wordt aan de vennootschap kennis gegeven bij aangetekende brief, die uiterlijk vijf dagen voor de datum van de vergadering ter post is afgegeven. Zij heeft enkel gevolg als het voorstel tot splitsing wordt aangenomen.
In de oproepingsbrief wordt de tekst van deze paragraaf, eerste en tweede lid, opgenomen.
Art. 174/34. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. In elke vennootschap wordt door de algemene vergadering van de vennoten tot deelneming aan de splitsing besloten overeenkomstig de regels gesteld in artikel 174/6, §§ 1 en 2, onverminderd het bepaalde in § 4.
§ 2. De instemming van alle vennoten is vereist :
1° in de vennootschappen die aan de splitsing deelnemen die vennootschappen onder firma zijn;
2° in de te splitsen vennootschap wanneer ten minste een van de verkrijgende vennootschappen de rechtsvorm heeft aangenomen van :
a) een vennootschap onder firma;
b) een gewone commanditaire vennootschap;
c) een coöperatieve vennootschap.
In de in het eerste lid bedoelde gevallen is de eenparige instemming vereist van de houders van aandelen die het kapitaal van de vennootschap niet vertegenwoordigen, zo die er zijn.
Het eerste lid, 2°, c, en het tweede lid zijn niet toepasselijk indien de verkrijgende vennootschap een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid is.
§ 3. In de gewone commanditaire vennootschappen en in de commanditaire vennootschappen op aandelen is bovendien de instemming van alle beherende vennoten vereist.
§ 4. Wanneer het splitsingsvoorstel bepaalt dat de verdeling, over de aandeelhouders of de vennoten van de gesplitste vennootschap, van de aandelen van de verkrijgende vennootschappen niet naar evenredigheid met hun rechten op het kapitaal van de gesplitste vennootschap zal geschieden, wordt het besluit van de te splitsen vennootschap over de deelneming aan de splitsing door de algemene vergadering eenparig genomen.
Art. 174/35. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> In elke vennootschap die aan de splitsing deelneemt, worden de notulen van de algemene vergadering waarin tot de splitsing wordt besloten op straffe van nietigheid opgesteld bij authentieke akte.
In de akte wordt de conclusie opgenomen van het in artikel 174/29, § 2, bedoelde verslag.
De notaris moet na onderzoek het bestaan en zowel de interne als de externe wettigheid bevestigen van de rechtshandelingen en formaliteiten waartoe de vennootschap waarbij hij optreedt, gehouden is.
Art. 174/36. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. Onmiddellijk na het besluit tot deelneming aan de splitsing worden de eventuele wijzigingen van de statuten van een verkrijgende vennootschap, met inbegrip van de bepalingen tot wijziging van haar maatschappelijk doel, vastgesteld volgens de regels van aanwezigheid en meerderheid door deze gecoördineerde wetten vereist. Geschiedt zulks niet, dan blijft het besluit tot splitsing zonder gevolg.
§ 2. De splitsing is voltrokken zodra de betrokken vennootschappen daartoe de overeenstemmende besluiten hebben genomen.
Art. 174/37. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 0110-1993> Met inachtneming van de in het tweede en het derde lid bepaalde regels, worden de akten houdende vaststelling van de besluiten tot deelneming aan de splitsing van de te splitsen vennootschap en van de verkrijgende vennootschappen neergelegd en bij uittreksel bekendgemaakt, overeenkomstig artikel 10 en, in voorkomend geval, worden de akten tot wijziging van de statuten van een verkrijgende vennootschap neergelegd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 12.
Zij worden gelijktijdig bekendgemaakt binnen vijftien dagen na de neerlegging van de akte houdende vaststelling van het besluit tot deelneming aan de splitsing dat door de laatst gehouden algemene vergadering is genomen.
Een verkrijgende vennootschap kan zelf de formaliteiten inzake openbaarmaking betreffende de gesplitste vennootschap verrichten.
Art. 174/38. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. De splitsing heeft van rechtswege en gelijktijdig de volgende rechtsgevolgen :
1° de gesplitste vennootschap houdt op te bestaan;
2° de aandeelhouders of vennoten van de gesplitste vennootschap worden aandeelhouders of vennoten van een of meerdere van de verkrijgende vennootschappen, overeenkomstig de in het splitsingsvoorstel vermelde verdeling;
3° het gehele vermogen van de gesplitste vennootschap, zowel rechten als verplichtingen, gaat over op de verkrijgende vennootschappen, overeenkomstig de verdeling volgens het splitsingsvoorstel en met inachtneming van artikel 174/28, § 1.
Voor de toepassing van artikel 174/44, wordt de gesplitste vennootschap echter geacht te bestaan gedurende de in artikel 194bis, eerste en derde lid, bepaalde termijn van zes maanden en, zo een vordering tot nietigverklaring wordt ingesteld, voor de duur van het geding tot op het ogenblik waarop over die vordering tot nietigverklaring uitspraak is gedaan bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing.
§ 2. De splitsing kan aan derden slechts worden tegengeworpen volgens het bepaalde bij artikel 174/10, § 2.
(§ 3. De verkrijgende vennootschappen blijven hoofdelijk gehouden tot betaling van de zekere en opeisbare schulden die bestaan op de dag dat de akten houdende vaststelling van het besluit tot deelneming aan de splitsing in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt en die overgaan op een andere vennootschap die door de splitsing tot stand is gekomen. Voornoemde aansprakelijkheid geldt uitsluitend voor het netto-actief dat aan ieder van die vennootschappen wordt toegekend.) <W 1995-04-13/50, art. 69, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
Art. 174/39. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. Tenzij de betrokken vennootschappen anders hebben besloten, worden de aandelen die door een verkrijgende vennootschap zijn uitgegeven in ruil voor haar deel van het vermogen van de gesplitste vennootschap, onder de aandeelhouders of de vennoten van de gesplitste vennootschap verdeeld, door en onder de verantwoordelijkheid van de organen die op het ogenblik van de splitsing met het bestuur van die vennootschap belast waren.
Deze organen zorgen zo nodig voor de bijwerking van de registers van de aandelen op naam of andere aandelenregisters.
De kosten van deze verrichtingen worden door de verkrijgende vennootschappen gedragen naar evenredigheid van hun aandeel.
§ 2. Er vindt geen omwisseling plaats van aandelen van een verkrijgende vennootschap tegen aandelen van de gesplitste vennootschap die worden gehouden :
1° door de verkrijgende vennootschap zelf of door een persoon die in eigen naam, maar voor rekening van de vennootschap handelt, of
2° door de gesplitste vennootschap zelf of door een persoon die in eigen naam, maar voor rekening van de vennootschap handelt.
Art. 174/40.<Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> Uiterlijk binnen twee maanden na de bekendmaking in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van de akten houdende vaststelling van het besluit tot deelneming aan de splitsing kunnen de schuldeisers van elke vennootschap die deelneemt aan de splitsing, wier vordering ontstaan is voor die bekendmaking en nog niet is vervallen, zekerheid eisen niettegenstaande enig hiermee strijdig beding.
De verkrijgende vennootschap waaraan deze schuldvordering overeenkomstig het splitsingsvoorstel is toegescheiden en, in voorkomend geval, de gesplitste vennootschap, kunnen elk deze rechtsvordering afweren door de schuldvordering te voldoen tegen haar waarde, na aftrek van het disconto.
Indien geen overeenstemming wordt bereikt of indien de schuldeiser geen voldoening heeft gekregen, wordt het geschil door de meest gerede partij, voorgelegd aan de voorzitter van de [1 ondernemingsrechtbank]1 van het gebied waarbinnen de schuldplichtige vennootschap haar zetel heeft. De rechtspleging wordt ingeleid en behandeld zoals in kort geding; hetzelfde geldt voor de tenuitvoerlegging van de gewezen beslissing.
Onverminderd de rechten in de zaak zelve bepaalt de voorzitter de zekerheid die de vennootschap moet stellen en de termijn waarbinnen zulks moet geschieden, tenzij hij beslist dat geen zekerheid behoeft te worden gesteld gelet op de waarborgen en voorrechten waarover de schuldeiser beschikt of op de gegoedheid van de betrokken verkrijgende vennootschap.
Indien de zekerheid niet binnen de bepaalde termijn is gesteld, wordt de schuldvordering onverwijld opeisbaar en zijn de verkrijgende vennootschappen hoofdelijk gehouden tot nakoming van deze verbintenis.
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
Art. 174/41. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> De jaarrekening van de gesplitste vennootschap over het tijdvak begrepen tussen de datum van jaarafsluiting van het laatste boekjaar waarvoor de rekeningen zijn goedgekeurd en de in artikel 174/27, § 2, e), vermelde datum, wordt door het bestuursorgaan van die vennootschap opgemaakt overeenkomstig de bepalingen van deze gecoördineerde wetten die op haar toepasselijk zijn.
Zij wordt onderworpen aan de goedkeuring van de aandeelhouders of vennoten van elke verkrijgende vennootschap volgens de regels die voor deze vennootschappen met betrekking tot de jaarrekening gelden.
Onverminderd artikel 174/43, beslissen de aandeelhouders of vennoten van de verkrijgende vennootschappen over het verlenen van kwijting aan de bestuurs- en toezichtsorganen van de gesplitste vennootschap.
Art. 174/42. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. Indien de gesplitste vennootschap een vennootschap onder firma is, een gewone commanditaire vennootschap, een commanditaire vennootschap op aandelen of een coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid, blijven de vennoten onder firma, de beherende vennoten of de leden van de coöperatieve vennootschap jegens derden hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk voor de verbintenissen van de gesplitste vennootschap ontstaan voor het tijdstip vanaf hetwelk de akte van splitsing volgens het bepaalde bij artikel 10, § 4, aan derden kan worden tegengeworpen.
§ 2. Indien de verkrijgende vennootschap een vennootschap onder firma is, een gewone commanditaire vennootschap, een commanditaire vennootschap op aandelen of een coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid, blijven de vennoten onder firma, de beherende vennoten of de leden van de coöperatieve vennootschap jegens derden onbeperkt aansprakelijk voor de verbintenissen van de gesplitste vennootschap die voor de splitsing zijn ontstaan, en die overeenkomstig het splitsingsvoorstel en artikel 174/28, § 1, op deze verkrijgende vennootschap zijn overgegaan. Zij kunnen echter van deze aansprakelijkheid worden ontheven op grond van een uitdrukkelijke bepaling die in het splitsingsvoorstel en in de akte van splitsing is opgenomen, en die volgens het bepaalde bij artikel 10, § 4, aan derden kan worden tegengeworpen.
Art. 174/43. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> Iedere aandeelhouder of vennoot van de gesplitste vennootschap kan tegen de bestuurders of zaakvoerders van die vennootschap een aansprakelijkheidsvordering instellen voor de vergoeding van de schade die hij heeft geleden tengevolge van een bij de voorbereiding en de totstandkoming van de splitsing begane fout.
Iedere aandeelhouder of vennoot van de gesplitste vennootschap kan insgelijks tegen de commissaris-revisor of de bedrijfsrevisor of de accountant die het in artikel 174/29, § 2, bedoelde verslag heeft opgesteld, een aansprakelijkheidsvordering instellen voor de schade die hij heeft geleden tengevolge van een fout die deze bij het vervullen van zijn taak heeft begaan.
Art. 174/44.<Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. De [1 ondernemingsrechtbank]1 kan, op verzoek van een belanghebbende, de nietigheid van de splitsing uitspreken indien de besluiten van de algemene vergaderingen die de splitsing hebben goedgekeurd niet bij authentieke akte zijn vastgesteld of indien die besluiten op grond van artikel 190bis vernietigd kunnen worden.
§ 2. Wanneer herstel van het gebrek dat tot de vernietiging van de splitsing kan leiden mogelijk is, verleent de bevoegde rechter daartoe aan de betrokken vennootschappen een termijn om de toestand te regulariseren.
§ 3. De rechterlijke beslissing waarbij de nietigheid van de splitsing wordt uitgesproken, wordt bekendgemaakt in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad volgens de regels bepaald in artikel 12, § 1, 6°.
§ 4. De nietigheid doet op zichzelf geen afbreuk aan de geldigheid van de verbintenissen die ten laste of ten gunste van de verkrijgende vennootschappen zijn ontstaan tussen de dag waarop de splitsing overeenkomstig artikel 174/36, § 2, is voltrokken en de dag van de bekendmaking van de beslissing waarbij de nietigheid van de splitsing wordt uitgesproken. Elke verkrijgende vennootschap is samen met de gesplitste vennootschap hoofdelijk aansprakelijk voor zodanige verbintenissen die ten laste van die verkrijgende vennootschap zijn ontstaan.
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
§ 2.
Art. 174/45.<Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. Splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen is de rechtshandeling waarbij het gehele vermogen van een vennootschap, zowel de rechten als de verplichtingen, als gevolg van ontbinding zonder vereffening op verscheidene nieuwe door haar opgerichte vennootschappen overgaat tegen uitreiking aan de aandeelhouders of vennoten van de gesplitste vennootschap van aandelen van de verkrijgende vennootschappen eventueel met een opleg in geld die niet meer mag bedragen dan (een tiende) van de nominale waarde of, bij gebreke van een nominale waarde, van de fractiewaarde van de uitgereikte aandelen. <W 1995-04-13/50, art. 70, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
§ 2. Splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen kan ook plaatsvinden wanneer de te splitsen vennootschap in vereffening is of in staat van faillissement verkeert, mits zij nog geen begin heeft gemaakt met de verdeling van haar vermogen aan haar aandeelhouders of vennoten.
In dat geval worden alle taken die krachtens deze afdeling rusten op het orgaan dat belast is met het bestuur van de gesplitste vennootschap die in vereffening is of zich in staat van faillissement bevindt, vervuld door de vereffenaars of door de curatoren.
§ 3. De [1 ondernemingsrechtbank]1 spreekt op verzoek van een belanghebbende de nietigheid uit van de rechtshandeling waarbij het gehele vermogen van een vennootschap, zowel de rechten als de verplichtingen, als gevolg van ontbinding zonder vereffening op verscheidene nieuwe door haar opgerichte vennootschappen overgaat tegen uitreiking aan de aandeelhouders of vennoten van de gesplitste vennootschap, van aandelen van de vennootschappen die delen in het gesplitste vermogen, en van een opleg in geld die meer bedraagt dan (een tiende) van de nominale waarde of, bij gebreke van een nominale waarde, van de fractiewaarde van de uitgereikte aandelen. <W 1995-04-13/50, art. 70, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
Indien de nietigverklaring afbreuk kan doen aan rechten die een derde te goeder trouw jegens een verkrijgende vennootschap heeft verkregen, kan de rechtbank verklaren dat de nietigheid ten opzichte van die rechten geen gevolg heeft, onverminderd het recht op schadevergoeding van de eiser, indien daartoe grond bestaat.
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
Art. 174/46. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. Onder voorbehoud van de paragrafen 2 en 3 gelden voor de oprichting van ieder van de nieuwe vennootschappen alle voorwaarden die door deze gecoördineerde wetten voor de gekozen vennootschapsvorm worden gesteld.
§ 2. Ongeacht de rechtsvorm van de nieuwe vennootschap, moet haar oprichting, op straffe van nietigheid, bij authentieke akte worden vastgesteld. In die akte worden de conclusies van het in artikel 174/29, § 2, bedoelde verslag van de commissaris-revisor, de bedrijfsrevisor of de accountant opgenomen.
§ 3. Artikel 29bis, vierde tot zevende lid, artikel 30, 15°, artikel 31, tweede lid, tweede volzin, en de artikelen 32 en 33 zijn niet van toepassing op de naamloze vennootschap en evenmin, in afwijking van artikel 107 of van artikel 147quater, op de commanditaire vennootschap op aandelen of de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die door de splitsing tot stand is gekomen.
In afwijking van de artikelen 120bis en 121, is artikel 29bis, vierde tot zevende lid, niet van toepassing op de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die door de splitsing tot stand is gekomen. Artikel 121, 8°, is evenmin van toepassing op deze vennootschap.
Art. 174/47. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. De artikelen 174/27 tot 174/35, artikel 174/37, eerste lid, 1°, artikel 174/39, § 1, en de artikelen 174/40 tot 174/44 zijn van overeenkomstige toepassing op de splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen.
§ 2. Het splitsingsvoorstel vermeldt, benevens de in artikel 174/27, § 2, bedoelde gegevens, de rechtsvorm, de naam, het doel en de zetel van iedere verkrijgende vennootschap.
§ 3. Wanneer ten minste een van de verkrijgende vennootschappen de rechtsvorm heeft van een naamloze vennootschap, van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, kan het verslag voorgeschreven in artikel 174/29, § 2, worden opgesteld door de commissaris-revisor of door de bedrijfsrevisor die het in artikel 29bis, in artikel 120bis of in artikel 147quater bedoelde verslag heeft opgesteld.
Art. 174/48. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> Onmiddellijk na het besluit tot splitsing moeten het ontwerp van oprichtingsakte en de statuten van elke nieuwe vennootschap goedgekeurd worden door de algemene vergadering van de gesplitste vennootschap, en dit volgens dezelfde regels van aanwezigheid en meerderheid als die welke voor een besluit tot splitsing zijn vereist.
Geschiedt zulks niet, dan blijft het besluit tot splitsing zonder gevolg.
Art. 174/49. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. Met inachtneming van de in § 2 bepaalde regels, wordt de akte tot vaststelling van het door de algemene vergadering van de gesplitste vennootschap genomen besluit tot splitsing neergelegd en bij uittreksel bekendgemaakt, overeenkomstig artikel 10, en zijn de artikelen 6 tot 10 van toepassing op de oprichtingsakte van iedere nieuwe vennootschap.
§ 2. De akte en de akte-uittreksels, bedoeld in § 1, worden gelijktijdig bekendgemaakt binnen vijftien dagen na de neerlegging van de akte tot vaststelling van het door de algemene vergadering van de gesplitste vennootschap genomen besluit tot splitsing.
Iedere verkrijgende vennootschap kan zelf de formaliteiten inzake openbaarmaking betreffende de gesplitste vennootschap verrichten.
Art. 174/50. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> De splitsing is voltrokken zodra de nieuwe vennootschappen zijn opgericht.
Artikel 174/38 is van overeenkomstige toepassing op de splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen.
Art. 174/51. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> De beslissing waarbij de nietigheid van de splitsing wordt uitgesproken overeenkomstig artikel 174/44, verklaart eveneens de nieuwe vennootschappen nietig.
§ 3.
Art. 174/52. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. De rechtshandeling waarbij het gehele vermogen van een vennootschap, zowel de rechten als de verplichtingen, als gevolg van ontbinding zonder vereffening op een of meer bestaande vennootschappen en op een of meer door haar opgerichte vennootschappen overgaat tegen uitreiking aan de aandeelhouders of vennoten van de gesplitste vennootschap, van aandelen van de vennootschappen die delen in het gesplitste vermogen, geschiedt overeenkomstig de voorschriften van de artikelen 174/26 tot 174/44 en de artikelen 174/45 tot 174/51.
§ 2. De akten houdende vaststelling van het besluit tot deelneming aan de splitsing dat door de algemene vergadering is genomen en, in voorkomend geval, de akte tot wijziging van de statuten van een verkrijgende vennootschap, alsmede het uittreksel uit de akte van oprichting van elke nieuwe vennootschap worden neergelegd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 174/37 en artikel 174/49.
§ 3. De verrichting is voltrokken zodra alle bestaande betrokken vennootschappen daartoe overeenstemmende besluiten hebben genomen en alle nieuwe vennootschappen zijn opgericht.
Artikel 174/38 is van overeenkomstige toepassing op de splitsing door overneming en door oprichting van nieuwe vennootschappen.
Art. 174/52bis. <ingevoegd bij W 1995-04-13/50, art. 71, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996> § 1. De procedure omschreven in de artikelen 147quater, 147sexies en 174/1 tot 174/ 52 is niet van toepassing op fusies, splitsingen en inbrengen van bedrijfstakken tussen vennootschappen in een federatie van kredietinstellingen, zoals gedefinieerd in artikel 61 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, voor zover aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- het moet gaan om coöperatieve vennootschappen;
- de statuten moeten bepalen dat de vennoten bij uittreding of bij vereffening van de vennootschap slechts recht hebben op het nominale bedrag van hun inbreng en dat de reserves bij ontbinding van de vennootschap naar de centrale instelling of een andere vennootschap van de federatie worden overgeboekt;
- de fusie, de splitsing of de inbreng van een bedrijfstak geschiedt tegen boekwaarde.
§ 2. De fusie, de splitsing of de inbreng van een bedrijfstak wordt tot stand gebracht nadat de algemene vergaderingen van de betrokken vennootschappen, die een besluit nemen met inachtneming van de voorschriften inzake meerderheid vereist voor een statutenwijziging, hebben ingestemd met het door de raad van bestuur gedane voorstel tot fusie, splitsing of inbreng van een bedrijfstak.
De fusie, de splitsing of de inbreng van een bedrijfsrak brengt van rechtswege en gelijktijdig de gevolgen mee bedoeld in artikel 174/10, § 1, 1° tot 3°.
AFDELING VIIIquater. -
Art. 174/53. <ingevoegd bij W 1995-04-13/50, art. 72, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996> In de zin van deze afdeling wordt onder inbreng van een algemeenheid de rechtshandeling verstaan waarbij een vennootschap haar gehele vermogen, zowel de activa als, de passiva, zonder, ontbinding overdraagt aan één of meer bestaande of nieuwe vennootschappen tegen een vergoeding die uitsluitend bestaat in aandelen van de verkrijgende vennootschap of vennootschappen.
Art. 174/54. <ingevoegd bij W 1995-04-13/50, art. 72, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996> In de zin van deze afdeling wordt onder inbreng van een bedrijfstak de rechtshandeling verstaan waarbij een vennootschap, zonder ontbinding, een bedrijfstak alsmede de daaraan verbonden activa en passiva overdraagt aan een andere vennootschap tegen een vergoeding die uitsluitend bestaat in aandelen van de verkrijgende vennootschap.
Een bedrijfstak is een geheel dat op technisch en organisatorisch gebied een autonome activiteit uitoefent en op eigen kracht kan werken.
Art. 174/55. <ingevoegd bij W 1995-04-13/50, art. 72, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996> De inbreng van een algemeenheid heeft van rechtswege tot gevolg dat het geheel van de activa en de passiva van de vennootschap die de inbreng heeft gedaan, wordt overgedragen aan de verkrijgende vennootschap.
De inbreng van een bedrijfstak heeft van rechtswege tot gevolg dat de daaraan verbonden activa en passiva worden overgedragen aan de verkrijgende vennootschap.
Art. 174/56.<ingevoegd bij W 1995-04-13/50, art. 72, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996> § 1. De bestuursorganen van de vennootschap die de inbreng doet en van de verkrijgende vennootschap stellen bij authentieke of onderhandse akte een voorstel op van inbreng van een algemeenheid of van inbreng van een bedrijfstak.
Wanneer de inbreng wordt gedaan bij de oprichting van de verkrijgende vennootschap, wordt het voorstel opgesteld door de bestuursorganen van de vennootschap die de inbreng doet.
Er worden evenveel afzonderlijke voorstellen opgesteld als er verkrijgende vennootschappen zijn.
§ 2. In het voorstel van inbreng moeten ten minste de volgende gegevens zijn vermeld:
a) de rechtsvorm, de naam of firma, het doel en de zetel van de vennootschappen die bij de inbreng betrokken zijn;
b) de datum vanaf welke de aandelen uitgereikt door de verkrijgende vennootschap recht geven te delen in de winst, alsmede elke bijzondere regeling betreffende dit recht;
c) de datum vanaf welke de verrichtingen van de vennootschap die de inbreng doet, boekhoudkundig geacht worden te zijn verricht voor rekening van één van de verkrijgende vennootschappen;
d) ieder bijzonder voordeel toegekend aan de leden van de bestuursorganen van de vennootschappen die bij de inbreng betrokken zijn.
Wanneer de inbreng van een algemeenheid wordt gedaan ten voordele van verscheidene vennootschappen, of bij inbreng van een bedrijfstak, wordt in het voorstel van inbreng omschreven en nader gepreciseerd op welke wijze de vermogensbestanddelen van de vennootschap die de inbreng doet, worden verdeeld.
§ 3. Het voorstel van inbreng moet door elke vennootschap die bij de inbreng betrokken is, ten minste zes weken voor de inbreng wordt gedaan en, in voorkomend geval, voor de algemene vergadering van de inbrengende vennootschap die over de inbreng van de algemeenheid een beslissing moet nemen, ter griffie van de [1 ondernemingsrechtbank]1 worden neergelegd.
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
Art. 174/57. <ingevoegd bij W 1995-04-13/50, art. 72, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996> § 1. Wanneer een gedeelte van de activa van het vermogen in het voorstel van inbreng niet wordt toegekend en de tekst van het voorstel geen uitsluitsel geeft over de verdeling ervan, wordt dit gedeelte of de waarde ervan verdeeld over alle betrokken vennootschappen naar verhouding van het netto-actief dat aan ieder van hen in het voorstel van inbreng is toegekend.
§ 2. Wanneer een gedeelte van de passiva van het vermogen in het voorstel van inbreng niet wordt toegekend en de tekst van dit voorstel geen uitsluitsel geeft over de verdeling ervan, dan zijn, bij inbreng van een bedrijfstak, alle vennootschappen en, bij inbreng van een algemeenheid, alle verkrijgende vennootschappen daarvoor hoofdelijk aansprakelijk.
Art. 174/58. <ingevoegd bij W 1995-04-13/50, art. 72, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996> § 1. De algemene vergadering van de vennoten van de vennootschap die de inbreng doet, moet een beslissing nemen over de inbreng van een algemeenheid.
§ 2. Het bestuursorgaan van de vennootschap die de inbreng doet, stelt een omstandig schriftelijk verslag op waarin de stand van het vermogen van de betrokken vennootschappen wordt uiteengezet en waarin tevens vanuit een juridisch en economisch oogpunt, de wenselijkheid van de inbreng, de voorwaarden waaronder en de wijze waarop ze geschiedt, alsook de gevolgen ervan worden toegelicht en verantwoord.
Een afschrift van het voorstel en van dat verslag wordt ten minste één maand voor de algemene vergadering toegezonden aan de houders van aandelen op naam of aan de vennoten. Het wordt eveneens onverwijld toegestuurd aan de personen die alle door de statuten vereiste formaliteiten hebben vervuld om tot de vergadering te worden toegelaten.
Het tweede lid is evenwel niet van toepassing wanneer de vennootschappen die de inbreng doen, coöperatieve vennootschappen zijn aangezien het voorstel en het verslag ten kantore van de vennootschap ter beschikking liggen van de vennoten.
§ 3. De beslissing om de inbreng. te doen wordt genomen onder de voorwaarden inzake aanwezigheid en meerderheid vastgelegd in artikel 70, derde tot vijfde lid, tenzij de statuten strengere regels bevatten.
In de gewone commanditaire vennootschappen en de coöperatieve vennootschappen met uitzondering van de coöperatieve vennootschappen bedoeld in artikel 141, § 3, eerste lid, staat het stemrecht van de vennoten in verhouding tot hun aandeel in het vennootschapsvermogen en wordt het quorum berekend op grond van dat vermogen. De instemming van alle vennoten is vereist bij de vennootschap onder firma; bij de gewone commanditaire vennootschappen en de commanditaire vennootschappen op aandelen is bovendien de instemming van alle beherende vennoten vereist.
Art. 174/59. <ingevoegd bij W 1995-04-13/50, art. 72, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996> De akte tot vaststelling van de inbreng van een algemeenheid of van een bedrijfstak wordt neergelegd en bij uittreksel bekendgemaakt overeenkomstig artikel 10. De Inbreng kan aan derden worden tegengeworpen onder de voorwaarden bepaald in artikel 10, § 4.
Art. 174/60.<ingevoegd bij W 1995-04-13/50, art. 72, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996> Ten laatste twee maanden nadat de akten tot vaststelling van de inbreng in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad zijn bekendgemaakt, kunnen de schuldeisers van iedere vennootschap die aan de verrichting deelneemt en van wie de vordering is ontstaan voor die bekendmaking en nog niet is vervallen, niettegenstaande enig andersluidend beding, zekerheid eisen.
De verkrijgende vennootschap waaraan deze schuldvordering overeenkomstig het voorstel van inbreng is toegekend en, in voorkomend geval, de vennootschap die de inbreng doet, kunnen elk deze eis afweren door de schuldvordering te voldoen tegen haar waarde, na aftrek van het disconto.
Indien geen overeenstemming wordt bereikt of indien de schuldeiser geen voldoening heeft gekregen, wordt het geschil door de meest gerede partij voorgelegd aan de voorzitter van de [1 ondernemingsrechtbank]1 van het gebied waarbinnen de schuldplichtige vennootschap haar zetel heeft. De rechtspleging wordt ingeleid en behandeld zoals in kort geding; hetzelfde geldt voor de tenuitvoerlegging van de gewezen beslissing. Onverminderd de rechten in de zaak zelf bepaalt de voorzitter de zekerheid die de vennootschap moet stellen en de termijn waarbinnen zulks moet geschieden, tenzij hij beslist dat geen zekerheid moet worden gesteld gelet op de waarborgen en de voorrechten waarover de schuldeiser beschikt of geler op de solvabiliteit van de betrokken verkrijgende vennootschap.
Indien de zekerheid niet binnen de bepaalde termijn is gesteld, wordt de schuldvordering onmiddellijk opeisbaar en zijn de verkrijgende vennootschappen hoofdelijk gehouden tot nakoming van deze verbintenis.
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
Art. 174/61. <ingevoegd bij W 1995-04-13/50, art. 72, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996> § 1. De vennootschap die de inbreng doet, blijft hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden die op de dag van de inbreng zeker en opeisbaar zijn en die worden overgedragen aan een verkrijgende vennootschap.
Deze aansprakelijkheid is beperkt tot het nettoactief dat de inbrengende vennootschap behoudt buiten het ingebrachte vermogen.
§ 2. Indien de vennootschap die de inbreng doet, een vennootschap onder firma is, een gewone commanditaire vennootschap of een commanditaire vennootschap op aandelen dan wel een coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid, blijven de vennoten onder firma, de beherende vennoten of de leden van de coöperatieve vennootschap jegens derden hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk voor de verbintenissen van de inbrengende vennootschap die zijn ontstaan voor het tijdstip vanaf hetwelk de akte van inbreng volgens het bepaalde bij artikel 10, § 4, aan derden kan worden tegengeworpen.
§ 3. Iedere belanghebbende derde kan doen gelden dat de in artikel 174/55 bedoelde gevolgen van de inbreng gedaan in strijd met de artikelen 174/56 tot 174/60 aan hem niet kunnen worden tegengeworpen.
Art. 174/62. <ingevoegd bij W 1995-04-13/50, art. 72, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996> De betrokken vennootschappen kunnen besluiten de inbreng van een bedrijfstak niet te onderwerpen aan de regeling omschreven in de artikelen 174/56 tot 174/61; daarvan wordt melding gemaakt in de akte van inbreng.
In dat geval heeft de inbreng niet de gevolgen bedoeld in artikel 174/55.
Art. 174/63. <ingevoegd bij W 1995-04-13/50, art. 72, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996> Wanneer een natuurlijke persoon een bedrijfstak in een vennootschap inbrengt, kunnen de partijen deze verrichting onderwerpen aan de regeling omschreven in de artikelen 174/56, 174/57, § 2, en 174/59 tot 174/61. Het voorstel van inbreng wordt door de inbrenger zelf ondertekend. In verband met de aansprakelijkheid bedoeld in artikel 174/61, § 2, wordt de inbrenger gelijkgesteld met een hoofdelijk aansprakelijke vennoot. De inbreng heeft de gevolgen bedoeld in artikel 174/55.
Art. 174/64. <ingevoegd bij W 1995-04-13/50, art. 72, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996> In geval van overdracht om niet of onder bezwaren de titel van een algemeenheid of van een bedrijfstak, in de zin van de definities gegeven in de artikelen 174/53 en 174/54, kunnen de partijen deze verrichting onderwerpen aan de regeling omschreven in de artikelen 174/56 tot 174/61 of 174/63.
Hiervan wordt uitdrukkelijk melding gewaakt in het voorstel van overdracht opgesteld overeenkomstig artikel 174/56, alsook in de akte van overdracht neergelegd overeenkomstig artikel 174/59. Dat voorstel en die akte worden in authentieke vorm opgemaakt.
In dat geval heeft de overdracht de gevolgen bedoeld in artikel 174/55.
Art. 174/65. <ingevoegd bij W 1995-04-13/50, art. 72, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996> De artikelen 174/1 tot 174/52 zijn respectievelijk van toepassing op de verrichtingen omschreven in de artikelen 174/1, 174/17, 174/26, 174/45 en 174/52, zonder dat alle overdragende vennootschappen ophouden te bestaan.
AFDELING IX. - TIJDELIJKE HANDELSVERENIGINGEN EN HANDELSVERENIGINGEN BIJ WIJZE VAN DEELNEMING.
Art.175. De tijdelijke handelsvereniging is een vereniging die, zonder een firma te voeren, een of meer bepaalde handelsverrichtingen ten doel heeft.
De deelgenoten zijn hoofdelijk gehouden jegens de derden met wie zij hebben gehandeld.
Art.176. De handelsvereniging bij wijze van deelneming is een vereniging waarbij een of meer personen belang nemen in verrichtingen van een of meer anderen die in eigen naam optreden.
Art.177. In een tijdelijke handelsvereniging en in een handelsvereniging bij wijze van deelneming bepalen de deelgenoten het doel, de vorm, de belangenverhouding en de voorwaarden bij hun overeenkomst.
AFDELING IXbis. -
Art. 177bis.<W 24-03-1978, art. 34> De Nationale Bank van België verstrekt op ieder verzoek, zelfs per brief gedaan, een afschrift, in de vorm vastgesteld door de Koning, van de stukken bedoeld in artikel 80, eerste en tweede lid, die haar (overeenkomstig hetzelfde artikel) zijn toegezonden, hetzij van al die stukken, hetzij van de stukken betreffende een met name te noemen vennootschap en nader op te geven jaren. <W 1991-07-18/34, art. 35, 006; Inwerkingtreding : 02-01-1992>
De Koning stelt het bedrag vast van de kosten die aan de Nationale Bank van België moeten worden betaald voor het verkrijgen van de afschriften bedoeld in het vorige lid.
(De afschriften die door de Nationale Bank van België worden verstrekt, gelden als bewijs van de neergelegde stukken. Een ieder kan bij de griffie van de [1 ondernemingsrechtbank]1, op de wijze die de Koning bepaalt, afschriften van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen die betrekking hebben op de vennootschappen waarvan het in artikel 10, § 2, bedoelde dossier door de griffie wordt bewaard.) <W 1991-07-18/34, art. 35, 006; Inwerkingtreding : 02-01-1992>
(De griffies van de [2 ondernemingsrechtbanken]2 verkrijgen van de Nationale Bank van België, onverwijld en kosteloos, een afschrift van alle stukken bedoeld in artikel 80, eerste en tweede lid, op de wijze bepaald door de Koning.) <W 1991-07-18/34, art. 35, 006; Inwerkingtreding : 02-01-1992>
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
(2)<W 2018-04-15/14, art. 252, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
Art. 177ter. <W 24-03-1978, art. 35> Het Nationaal Instituut voor de Statistiek zendt aan de Nationale Bank van België, op haar verzoek, kosteloos de jaarrekeningen en andere boekhoudkundige stukken waarvan de mededeling aan het Nationaal Instituut voor de Statistiek wordt opgelegd overeenkomstig de wet van 4 juli 1962, waarbij de regering gemachtigd wordt statistische en andere onderzoekingen te houden betreffende de demografische, economische en sociale toestand van het land.
De Nationale Bank van België is bevoegd om op de wijze die de Koning bepaalt, naamloze globale statistieken op te maken en te publiceren betreffende de gegevens of een gedeelte van de gegevens uit de stukken die haar (overeenkomstig artikel 80, eerste lid, en dit artikel, eerste lid) zijn toegezonden. <W 1991-07-18/34, art. 36, 006; Inwerkingtreding : 02-01-1992>
Art. 177quater. <W 24-03-1978, art. 36> Met de straffen gesteld in artikel 458 van het Strafwetboek wordt gestraft hij die in de Nationale Bank van België een bediening uitoefent en die zich schuldig maakt aan ruchtbaarmaking of aan mededeling aan een persoon buiten de Bank, hetzij, zonder voorafgaande toestemming van de aangever of de getelde, van individuele gegevens die naar het voorschrift van artikel 177ter, eerste lid, aan die Bank zijn toegezonden, hetzij van naamloze, globale statistieken die de Nationale Bank van België heeft opgemaakt op grond van artikel 177ter en waarin gegevens zijn verwerkt die haar ter uitvoering van artikel 177ter, eerste lid, zijn toegezonden en nog niet zijn gepubliceerd door het Nationaal Instituut voor de Statistiek noch door de Nationale Bank van België.
Art. 177quinquies. <W 24-03-1978, art. 37> § 1. In de wetten waarin de woorden "winst- en verliesrekening" of "verlies- en winstrekening" worden gebruikt in verband met de handelsvennootschappen, de vennootschappen die de rechtsvorm van een handelsvennootschap hebben aangenomen en de openbare instellingen waarvan de handelingen door de wet als daden van koophandel worden aangemerkt, worden die woorden vervangen door het woord "resultatenrekening".
§ 2. (De bekendmaking in het Belgisch Staatsblad of in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van de balansen, de resultatenrekeningen en de toelichtingen daarop en van de geconsolideerde jaarrekeningen van handelsvennootschappen, opgelegd door of bepaald in andere voorschriften dan die van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen, wordt vervangen door de neerlegging hiervan bij de Nationale Bank van België overeenkomstig artikel 80, eerste lid. Het tweede, vierde, vijfde, zesde, zevende, achtste, negende en tiende lid van voornoemd artikel 80 zijn van toepassing.) <W 1991-07-18/34, art. 37, 006; Inwerkingtreding : 02-01-1992>
AFDELING IXter. -
Art. 177sexies. <ingevoegd bij W 1995-04-13/50, art. 73, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996> § 1. De rechtbank kan op vraag van iedere belanghebbende of van het openbaar, ministerie de ontbinding uitspreken van een vennootschap die gedurende drie opeenvolgende boekjaren niet heeft voldaan aan de verplichting om een jaarrekening neer te leggen overeenkomstig artikel 80, tenzij een regularisatie van de toestand mogelijk is en plaatsvindt vooraleer uitspraak wordt gedaan over de grond van de zaak.
§ 2. De vordering tot ontbinding bedoeld in § 1 kan slechts worden ingesteld na het verstrijken van een termijn van zeven maanden te rekenen van de datum van afsluiting van het derde boekjaar.
Die vordering wordt ingesteld tegen de vennootschap.
De ontbinding heeft gevolg vanaf de datum waarop zij is uitgesproken.
De ontbinding kan evenwel aan derden slechts worden tegengeworpen vanaf de bekendmaking van de beslissing voorgeschreven door artikel 12, § 1, 5°, en onder de voorwaarden bepaald in artikel 10, behalve indien de vennootschap bewijst dat die derden er voordien van op de hoogte waren.
§ 3. De rechtbank kan hetzelfde onmiddellijke afsluiting van de vereffening uitspreken, hetzij de verenigingswijze bepalen en één of meer vereffenaars aanwijzen. Wanneer de vereffening is beëindigd, brengt de vereffenaar verslag uit aan de rechtbank en legt, in voorkomend geval, aan de rechtbank een overzicht voor van de waarden van de vennootschap en van het gebruik ervan.
De rechtbank spreekt de afsluiting van de vereffening uit.
§ 4. De Koning bepaalt welke procedure gevolgd moet worden voor de consignatie van de activa die de vennootschap zouden toebehoren en wat er met die activa moet gebeuren ingeval nieuwe passiva aan het licht komen.
AFDELING X. - VEREFFENING VAN VENNOOTSCHAPPEN.
Art.178. Een handelsvennootschap wordt na ontbinding geacht voort te bestaan voor haar vereffening.
Alle stukken uitgaande van een ontbonden vennootschap vermelden dat zij in vereffening is.
Art. 178bis. <ingevoegd bij W 1995-04-13/50, art. 74, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996> § 1. Het voorstel tot ontbinding van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, van een commanditaire vennootschap op aandelen, van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of van een naamloze vennootschap wordt toegelicht in een verslag dat door de zaakvoerders, de bestuurders of de raad van bestuur wordt opgemaakt en dat vermeld wordt in de agenda van de algemene vergadering die zich over de ontbinding moet uitspreken.
Bij dat verslag wordt een staat van activa en passiva gevoegd, die niet meer dan drie maanden voordien is vastgesteld. Voor de gevallen waarin de onderneming besluit haar activiteiten te beëindigen of indien niet langer ervan kan worden uitgegaan dat de onderneming haar bedrijf zal voortzetten, wordt voornoemde , staat, behoudens met redenen omklede afwijking, opgesteld conform de waarderingsregels vastgesteld ter uitvoering van de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding en de jaarrekening van de ondernemingen.
De commissaris-revisor of, bij zijn ontstentenis, een bedrijfsrevisor of een accountant ingeschreven op het tableau van de externe accountants van het Instituut der Accountants die, naar gelang van het geval, door de zaakvoerders of de raad van bestuur wordt aangewezen, brengt over deze staat verslag uit en vermeldt inzonderheid of daarin de toestand van de vennootschap op volledige, getrouwe en juiste wijze is weergegeven.
§ 2. Een afschrift van de in §1 bedoelde verslagen en staat van activa en passiva wordt, samen met de oproeping voor de algemene vergadering" gezonden aan de houders van aandelen op naam.
Er wordt ook onverwijld een afschrift gezonden aan de personen die de formaliteiten hebben vervuld welke door de statuten zijn voorgeschreven om tot de algemene vergadering te worden toegelaten.
Wanneer het evenwel gaat om een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, moeten de verslagenen de staat niet aan de vennoten worden overgezonden. In dat geval heeft iedere vennoot het recht om op de zetel van de vennootschap van voornoemde stukken kennis te nemen. Iedere aandeelhouder of vennoot kan tegen overlegging van zijn effect, vijftien dagen voor de vergadering" kosteloos een exemplaar verkrijgen van de verslagen en van de staat van activa en passiva bedoeld in § 1.
§ 3. Voor de beslissing tot ontbinding van de vennootschap bij authentieke akte wordt opgesteld, moet de notaris na onderzoek het ,bestaan en de externe wettigheid bevestigen van de rechtshandelingen en formaliteiten waartoe de vennootschap waarbij hij optreedt" overeenkomstig § 1 gehouden is.
In de akte worden de conclusies overgenomen van het verslag dat de commissaris-revisor, de revisor of de accountant overeenkomstig § 1 heeft opgemaakt.
Art. 178ter. <Ingevoegd bij W 1997-08-08/80, art. 144; Inwerkingtreding : 01-01-1998> Iedere wijziging van de naam van een vennootschap in vereffening is verboden.
Art. 178quater.<Ingevoegd bij W 1997-08-08/80, art. 145; Inwerkingtreding : 01-01-1998> Een beslissing tot verplaatsing van de zetel van een vennootschap in vereffening kan niet worden uitgevoerd dan na homologatie door de [1 ondernemingsrechtbank]1 van het rechtsgebied waar de vennootschap haar zetel heeft.
De homologatie wordt bij verzoekschrift aangevraagd door de vereffenaar.
De rechtbank doet uitspraak met voorrang boven alle andere zaken en na het openbaar ministerie te hebben gehoord. Zij verleent de homologatie wanneer zij oordeelt dat de zetelverplaatsing dienstig is voor de vereffening.
Een akte houdende verplaatsing van de zetel van een vennootschap in vereffening kan slechts geldig worden neergelegd overeenkomstig artikel 12 wanneer er een afschrift van de beslissing tot homologatie door de [1 ondernemingsrechtbank]1 wordt bijgevoegd.
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
Art.179. Voor zover niet anders is overeengekomen, wordt de wijze van vereffening bepaald en worden de vereffenaars benoemd door de algemene vergadering van vennoten. In de vennootschappen onder firma en in de gewone commanditaire vennootschappen zijn de besluiten slechts geldig indien zij worden genomen door de helft van de vennoten, in het bezit van drie vierden van het vennootschapsvermogen; bij gebreke van deze meerderheid beslist de rechter.
De vereffenaars vormen een college dat beraadslaagt en besluit naar de in artikel 67 gestelde regels.
(Ingeval de vereffenaar een rechtspersoon is, moet de natuurlijke persoon die hem vertegenwoordigt voor de uitoefening van de vereffening in het benoemingsbesluit worden aangewezen. Iedere wijziging van deze aanwijzing moet overeenkomstig het eerste lid worden besloten en overeenkomstig artikel 12 worden neergelegd en openbaargemaakt.) <W 1997-08-08/80, art. 146, 016; Inwerkingtreding : 01-01-1998>
Art.180. <W 1995-04-13/50, art. 75, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996> Zijn geen vereffenaars benoemd, dan worden de vennoten-zaakvoerders in de vennootschappen onder firma of in de commanditaire vennootschappen, alsook de bestuurders of de zaakvoerders in de naamloze vennootschappen, in de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en in de coöperatieve vennootschappen ten aanzien van derden als vereffenaars beschouwd.
Hetzelfde geldt in geval van onmiddellijke afsluiting van de vereffening overeenkomstig artikel 177sexies.
Art.181. Voor zover de statuten of de akte van benoeming niet anders bepalen, kunnen de vereffenaars voor de vennootschap alle rechtsgedingen voeren, hetzij als eiser hetzij als verweerder, alle betalingen ontvangen, opheffing van inschrijving verlenen met of zonder kwijting, alle roerende waarden van de vennootschap te gelde maken, alle handelspapieren endosseren, dadingen of compromissen aangaan betreffende alle geschillen. Zij kunnen de onroerende goederen van de vennootschap openbaar verkopen indien zij de verkoop nodig achten voor de betaling van de schulden van de vennootschap of indien er zeven of meer vennoten zijn.
Art.182. Zij kunnen, maar alleen met machtiging van de algemene vergadering van vennoten, verleend overeenkomstig artikel 179, het bedrijf of de handel van de vennootschap voortzetten tot de tegeldemaking, leningen aangaan voor de betaling van de schulden der vennootschap, handelspapier uitgeven, de goederen van de vennootschap hypothekeren of in pand geven, de onroerende goederen, zelfs uit de hand, verkopen en het vennootschapsbezit in andere vennootschappen inbrengen.
Art.183. De vereffenaars kunnen van de vennoten betaling eisen van de bedragen die dezen zich verbonden hebben in de vennootschap te storten en die nodig lijken om haar schulden en de kosten van vereffening te voldoen.
Art.184. Onverminderd de rechten van de bevoorrechte schuldeisers, betalen de vereffenaars alle schulden naar evenredigheid en zonder onderscheid tussen opeisbare en niet opeisbare schulden, onder aftrek, wat deze betreft, van het disconto.
Zij mogen echter op eigen risico eerst de opeisbare schulden betalen, ingeval de baten de lasten aanmerkelijk te boven gaan of de schuldvorderingen op termijn voldoende gewaarborgd zijn, onverminderd het recht van de schuldeisers om zich tot de rechtbank te wenden.
Art.185. Na betaling van de schulden of consignatie van de nodige gelden om die te voldoen, verdelen de vereffenaars onder de vennoten de gelden of waarden die gelijk verdeeld kunnen worden; zij overhandigen hun de goederen die zij voor nadere verdeling hebben moeten overhouden.
Zij kunnen, met de in artikel 182 bedoelde machtiging, de aandelen van de vennootschap inkopen, hetzij op de beurs, hetzij door middel van een bod of een prijsaanvraag, gericht aan de vennoten, die allen aan de verrichting moeten kunnen deelnemen.
Art. 185bis. <Ingevoegd bij W 1997-08-08/80, art. 147; Inwerkingtreding : 01-01-1998> In naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid is het lid van een college van vereffenaars dat rechtstreeks of onrechtstreeks een belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat strijdig is met een beslissing of een aan het college voorgelegde verrichting, gehouden artikel 60 na te komen, dat van overeenkomstige toepassing is.
Indien slechts één vereffenaar is benoemd en is hij voor die tegenstrijdigheid van belangen geplaatst, dan stelt hij de vennoten daarvan in kennis en de beslissing mag slechts worden genomen of de verrichting mag slechts worden gedaan voor rekening van de vennootschap door een lasthebber ad hoc.
Indien de vereffenaar de enige vennoot is van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, is artikel 133, § 3, van overeenkomstige toepassing.
Art.186. De vereffenaars zijn zowel jegens derden als jegens de vennoten verantwoordelijk voor de vervulling van hun taak en aansprakelijk voor de tekortkomingen in hun beheer.
Art.187. <W 24-03-1978, art. 25> Elk jaar leggen de vereffenaars aan de algemene vergadering van de vennootschap de uitkomsten van de vereffening voor met vermelding van de redenen waarom de vereffening niet kon worden voltooid. Betreft het een naamloze vennootschap, een coöperatieve vennootschap, een commanditaire vennootschap op aandelen of een (besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid), dan moeten zij (een jaarrekening opstellen overeenkomstig artikel 77, eerste tot derde lid, die voorleggen aan de algemene vergadering en, binnen dertig dagen na de datum van de vergadering, neerleggen bij de Nationale Bank van België, samen met de andere bij dit artikel voorgeschreven stukken; artikel 80, vierde tot negende lid, is van toepassing op deze neerlegging). <W 15-07-1985, art. 1> <W 1995-04-13/50, art. 76, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
Art.188. Na afloop van de vereffening brengen de vereffenaars aan de algemene vergadering verslag uit over het gebruik van de waarden der vennootschap en leggen haar de rekeningen met de stukken tot staving voor. De vergadering stelt commissarissen aan om die stukken te onderzoeken en belegt een nieuwe vergadering waarop, na verslag door de commissarissen, uitspraak wordt gedaan over de wijze waarop de vereffenaars hun taak hebben vervuld.
De afsluiting van de vereffening wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 10.
Deze bekendmaking behelst bovendien opgave :
1° van de plaats, door de algemene vergadering aangewezen, waar de boeken en bescheiden van de vennootschap moeten worden neergelegd en bewaard gedurende ten minste vijf jaar;
2° van de maatregelen, genomen voor de consignatie van de gelden en waarden die aan schuldeisers of aan vennoten toekomen en die hun niet konden worden afgegeven.
AFDELING XI. - RECHTSVORDERINGEN EN VERJARING.
Art.189. Vennoten in een vennootschap onder firma of in een gewone commanditaire vennootschap en zaakvoerders in een commanditaire vennootschap op aandelen kunnen niet persoonlijk worden veroordeeld op grond van verbintenissen van de vennootschap zolang deze niet zelf is veroordeeld.
Art.190. In alle vennootschappen kunnen de schuldeisers door de rechter de geldstortingen doen bevelen die door de statuten zijn bedongen en noodzakelijk zijn tot bewaring van hun rechten; de vennootschap kan de rechtsvordering afweren door hun schuldvordering te voldoen naar haar waarde, verminderd met het disconto.
De zaakvoerders of bestuurders zijn persoonlijk verplicht de daarop gewezen vonnissen uit te voeren.
De schuldeisers kunnen overeenkomstig artikel 1166 van het Burgerlijk Wetboek tegen de vennoten of aandeelhouders de rechten van de vennootschap uitoefenen ten aanzien van de te verrichten geldstortingen die opeisbaar zijn krachtens de statuten, een besluit van de vennootschap of een vonnis.
Art. 190bis.<Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 10, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> § 1. De [1 ondernemingsrechtbank]1 spreekt op verzoek van een belanghebbende de nietigheid uit van een besluit van de algemene vergadering :
1° in geval van schending van de regels betreffende de werkwijze van de algemene vergaderingen of in geval van beraadslaging en besluit over een aangelegenheid die niet op de agenda voorkomt, wanneer er bedrieglijk opzet is;
2° wanneer stemrechten werden uitgeoefend die opgeschort zijn krachtens de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van openbare overnameaanbiedingen of krachtens de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten indien, buiten de onwettig uitgeoefende stemrechten, het aanwezigheids- of meerderheidsquorum vereist voor genoemde beslissingen niet zou zijn bereikt;
3° wegens enige andere onregelmatigheid naar de vorm waardoor het genomen besluit is aangetast, maar alleen in de gevallen dat de eiser aantoont dat de begane onregelmatigheid het genomen besluit heeft kunnen beïnvloeden;
4° wegens enige andere overschrijding van bevoegdheid of wegens misbruik van bevoegdheid;
5° wanneer het besluit betrekking heeft op een van de onderwerpen bedoeld in de artikelen 29quater, 33bis, § 3, 34, 34bis, §§ 3 en 4, 70bis, 71, 72, 101ter, 103, 120quater, (122, § 3, en 122ter,) in artikel 136 in zover dit verwijst naar artikel 70bis, (in artikel 147quinquies, in artikel 147sexies, in artikel 158bis,) in artikel 167, in artikel 174/3, in artikel 174/19 in zover dit verwijst naar artikel 174/3, in artikel 174/29 en in artikel 174/47 in zover dit verwijst naar artikel 174/29 (en in artikel 178bis), genomen is terwijl de verschillende bij deze bepalingen voorgeschreven verslagen ontbraken. <W 1995-04-13/50, art. 77, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
§ 2. Nietigheid kan niet worden ingeroepen door hem die voor het bestreden besluit heeft gestemd, behoudens een gebrek in de toestemming of die uitdrukkelijk of stilzwijgend ervan heeft afgezien zich daarop te beroepen, tenzij de nietigheid het gevolg is van de overtreding van een regel van openbare orde.
§ 3. De vordering tot nietigverklaring wordt tegen de vennootschap ingesteld. Indien daartoe gewichtige redenen zijn, kan de eiser tot nietigverklaring de voorlopige opschorting van de uitvoering van het bestreden besluit in kort geding vorderen. De beschikking tot opschorting en het vonnis van nietigverklaring hebben gevolg ten aanzien van allen en worden bekendgemaakt in dezelfde vormen als het nietigverklaarde of opgeschorte besluit.
§ 4. Indien de nietigverklaring afbreuk kan doen aan rechten die een derde op grond van het besluit van de vergadering te goeder trouw jegens de vennootschap heeft verkregen, kan de rechtbank verklaren dat de nietigheid ten opzichte van die rechten geen gevolg heeft, onverminderd het recht op schadevergoeding van de eiser, indien daartoe grond bestaat.
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
Art. 190ter.<ingevoegd bij W 1995-04-13/50, art. 78, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996> § 1. Dit artikel is van toepassing op de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en op de naamloze vennootschappen die geen publiek beroep op het spaarwezen doen of hebben gedaan.
§ 2. Eén of meer vennoten die gezamenlijk effecten bezitten die 30 procent vertegenwoordigen van de stemmen verbonden aan het geheel van de bestaande effecten, of 20 procent indien de vennootschap effecten heeft uitgegeven die het kapitaal niet vertegenwoordigen, of aandelen waarvan de nominale waarde of de fractiewaarde 30 procent van het kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigt, kunnen om gegronde redenen in rechte vorderen dat een vennoot zijn aandelen en alle converteerbare effecten in zijn bezit, die recht geven op inschrijving op of op omzetting in aandelen van de vennootschap, aan de eisers overdraagt.
De vordering kan niet worden ingesteld door de vennootschap of door een dochtermaatschappij van de vennootschap.
§ 3. De vordering wordt ingeleid bij de voorzitter van de [1 ondernemingsrechtbank]1 van het gerechtelijk arrondissement waar de zetel van de vennootschap is gevestigd; deze houdt zitting zoals in kort geding.
De vennootschap moet worden gedagvaard om te verschijnen. Indien zulks niet geschiedt, verdaagt de rechter de zaak naar een nabije datum. De vennootschap verwittigt op haar beurt de houders van aandelen op naam.
§ 4. Nadat de dagvaarding is betekend, mag de gedaagde zijn aandelen niet vervreemden noch ze met zakelijke rechten bezwaren, behalve met toestemming van de rechter of van de partijen in het geding. Tegen de beslissing van de rechter staat geen rechtsmiddel open.
Behalve met betrekking tot het recht op dividenden, kan de rechter bevelen dat de rechten verbonden aan de over te dragen aandelen worden geschorst. Tegen deze beslissing staar geen rechtsmiddel open.
§ 5. Bij de indiening van zijn eerste conclusie ,voegt de gedaagde er één afschrift bij van de gecoördineerde statuten, alsook een afschrift of een uittreksel van alle overeenkomsten die de overdraagbaarheid van zijn aandelen beperken. Wanneer de rechter de gedwongen overdracht beveelt, ziet hij erop toe dat de rechten verbonden aan die aandelen in acht worden genomen. De rechter kan zich evenwel in de plaats stellen van iedere partij die in de statuten of de overeenkomsten is aangewezen om de prijs te bepalen waartegen het recht van voorkoop kan worden uitgeoefend, alsook om de termijnen te verkorten waarbinnen het recht van voorkoop tegen een korting kan worden uitgeoefend en om de toepassing te weigeren van de goedkeuringsclausules vastgesteld ten behoeve van de vennoten.
Voor zover de begunstigden in het geding zijn betrokken, kan de rechter zich uitspreken over de rechtmatigheid van elke overeenkomst die de overdraagbaarheid van de aandelen van de gedaagde beperkt of, in voorkomend geval, bevelen dat deze overeenkomsten overgaan op de verkrijgers van de aandelen.
§ 6. De rechter veroordeelt de gedaagde om, binnen de door hem gestelde termijn te rekenen van de betekening van het vonnis, zijn aandelen aan de eisers over te dragen en de eisers om de aandelen tegen betaling van de prijs die hij vaststelt over te nemen.
De beslissing geldt voor het overige als titel voor het vervullen van de formaliteiten verbonden aan de overdracht, wanneer de effecten op naam zijn.
De overname geschiedt, in voorkomende geval, na de uitoefening van de eventuele rechten van voorkoop die in het vonnis worden genoemd, naar evenredigheid van ieders aandelenbezit, tenzij anders is overeengekomen.
De eisers zijn hoofdelijk gehouden tot betaling van de prijs. De beslissing van de rechter is uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande verzet of hoger beroep. Indien de beslissing ten uitvoer wordt gelegd en hoger beroep wordt ingesteld, is § 4 van toepassing op degenen die de aandelen verkrijgen.
§ 7. Eén of meer vennoten die gezamenlijk effecten bezitten die 30 procent vertegenwoordigen van de stemmen verbonden aan het geheel van de bestaande effecten, of 20 procént indien de vennootschap effecten heeft uitgegeven die het kapitaal niet vertegenwoordigen , of aandelen waarvan de nominale waarde of de fractiewaarde 30 procent van het kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigt, kunnen om gegronde redenen in rechte vorderen dat een ieder die het stemrecht uitoefent in een andere hoedanigheid dan die van eigenaar, zijn stemrecht overdraagt aan de bezitter of de andere bezitters van het aandeel.
Op straffe van niet-ontvankelijkheid van de vordering worden de bezitter of de andere bezitters van het aandeel gedagvaard om te verschijnen, tenzij zij eveneens eiser zijn.
Paragraaf 2, tweede lid, §§ 3, 4 en 5 zijn van toepassing.
De beslissing van de rechter geldt als titel voor het vervallen van alle formaliteiten verbonden aan de overdracht van het stemrecht.
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
Art. 190quater. <ingevoegd bij W 1995-04-13/50, art. 79, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996> § 1. Iedere vennoot kan om gegronde redenen in rechte vorderen dat zijn aandelen alsmede de in aandelen converteerbare obligaties of de warrants die hij bezit, worden overgenomen door de vennoten op wie deze gegronde redenen betrekking hebben.
§ 2. Artikel 190ter, §§ 1, 3, 4, tweede lid, en 5, tweede lid, en volgende is van toepassing. Paragraaf 5, eerste lid, van hetzelfde artikel is van overeenkomstige toepassing op de eiser.
§ 3. De rechter veroordeelt de gedaagde om, binnen de door hem gestelde termijn te rekenen van de betekenis van het vonnis, de aandelen tegen betaling van de vastgestelde prijs over te nemen en de eiser om zijn effecten aan de gedaagden over te dragen.
De beslissing geldt voor het overige als titel voor het vervullen van de formaliteiten verbonden aan de overdracht, wanneer de effecten op naam zijn.
De overname geschiedt, in voorkomend geval, na de uitoefening van de eventuele rechten van voorkoop die in het vonnis worden genoemd. De gedaagden zijn hoofdelijk gehouden tot betaling van de prijs.
De beslissing van de rechter is uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande verzet of hoger beroep. Indien de beslissing ten uitvoer wordt gelegd en hoger beroep wordt ingesteld, is artikel 190ter, § 4, van toepassing op degenen die de aandelen verkrijgen.
Art. 190quinquies. <W 1998-06-16/39, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 27-07-1998> § 1. Iedere natuurlijke persoon of iedere rechtspersoon die, alleen of in onderling overleg handelend, vijfennegentig procent van de stemrechtverlenende effecten van een naamloze vennootschap die een publiek beroep op het spaarwezen doet of heeft gedaan bezit, kan door middel van een uitkoopbod het geheel van de stemrechtverlenende effecten van deze vennootschap verkrijgen.
Na afloop van de procedure worden de niet aangeboden effecten, ongeacht of de eigenaar ervan zich kenbaar heeft gemaakt, geacht van rechtswege op die persoon te zijn overgegaan met consignatie van de prijs. De niet aangeboden effecten aan toonder worden van rechtswege omgezet in effecten op naam en worden door de raad van bestuur ingeschreven in het register van de effecten op naam.
Na afloop van het uitkoopbod, wordt de vennootschap niet langer beschouwd als een vennootschap die een publiek beroep op het spaarwezen doet of heeft gedaan tenzij de door die vennootschap uitgegeven obligaties nog onder het publiek verspreid zijn.
§ 2. Iedere natuurlijke persoon of iedere rechtspersoon die, alleen of in onderling overleg handelend, vijfennegentig procent van de stemrechtverlenende effecten van een naamloze vennootschap die geen publiek beroep op het spaarwezen doet of heeft gedaan bezit, kan een uitkoopbod doen om het geheel van de stemrechtverlenende effecten van deze vennootschap te verkrijgen.
Met uitzondering van de effecten waarvan de eigenaar uitdrukkelijk en schriftelijk te kennen heeft gegeven dat hij geen afstand ervan wenst te doen, worden de niet aangeboden effecten na afloop van de procedure geacht van rechtswege op die persoon te zijn overgegaan met consignatie van de prijs.
De niet aangeboden effecten aan toonder alsmede de effecten aan toonder en de gedematerialiseerde effecten waarvan de eigenaar te kennen heeft gegeven dat hij geen afstand ervan wenst te doen, worden van rechtswege omgezet in effecten op naam en worden door de raad van bestuur ingeschreven in het register van de effecten op naam.
In voorkomend geval, zijn de kosten verbonden aan een wederomzetting in effecten aan toonder van effecten die met toepassing van deze paragraaf van rechtswege werden omgezet in effecten op naam ten laste van de vennootschap.
Het in het eerste lid van deze paragraaf bedoelde bod is niet onderworpen aan titel II van het koninklijk besluit nr. 185 van 9 juli 1935 op de bankcontrole en het uitgifteregime voor titels en effecten, noch aan hoofdstuk II van de wet van 2 maart 1989 op de ogenbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen, noch aan artikel 4 van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten.
§ 3. De Koning kan het uitkoopbod reglementeren, en inzonderheid de te volgen procedure en de wijze van vaststelling van de prijs van het uitkoopbod bepalen. Daarbij draagt Hij zorg voor de informatieverstrekking aan en de gelijke behandeling van de effectenhouders.
Art.191.<W 1991-07-18/34, art. 44, 006; Inwerkingtreding : 05-08-1991> Op verzoek van een of meer vennoten die ten minste 1 pct. bezitten van de stemmen die verbonden zijn aan het geheel van de bestaande effecten, of die effecten bezitten die een gedeelte van het kapitaal vertegenwoordigen ter waarde van ten minste vijftig miljoen frank, kan de [1 ondernemingsrechtbank]1, indien er aanwijzingen zijn dat de belangen van de vennootschap op ernstige wijze in gevaar komen of dreigen te komen, een of meer deskundigen aanstellen om de boeken en de rekeningen van de vennootschap na te zien en ook de verrichtingen die haar organen hebben gedaan.
De vordering wordt bij dagvaarding ingeleid. De rechtbank hoort de partijen in raadkamer en doet uitspraak in openbare terechtzitting.
Het vonnis vermeldt de problemen of de soorten problemen waarop het onderzoek betrekking zal hebben. Het bepaalt het bedrag dat de eisers in voorkomend geval vooraf in consignatie moeten geven voor de betaling van de kosten.
Deze kosten kunnen gevoegd worden bij die van het geding waartoe de bevonden feiten aanleiding mochten geven. De rechtbank beslist of het verslag moet worden bekendgemaakt. Zij kan onder meer beslissen dat het verslag op kosten van de vennootschap moet worden bekend gemaakt volgens de regels die zij bepaalt.
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
Art.192. De deelgenoten van een tijdelijke handelsvereniging worden rechtstreeks en persoonlijk gedagvaard.
Derden hebben geen rechtstreekse vordering tegen deelgenoten die zich binnen de perken van de enkele deelneming hebben gehouden.
Art.193. De rechtsvorderingen tegen vennootschappen verjaren door verloop van dezelfde tijd als de rechtsvorderingen tegen bijzondere personen.
Art.194. Door verloop van vijf jaren verjaren :
- alle rechtsvorderingen tegen vennoten of aandeelhouders, te rekenen van de bekendmaking hetzij van hun uittreding hetzij van de akte van ontbinding van de vennootschap, of te rekenen van het verstrijken van de overeengekomen duur;
- alle rechtsvorderingen van derden tot teruggave van ten onrechte uitgekeerde dividenden, te rekenen van de uitkering;
- (alle rechtsvorderingen tegen de vereffenaars als zodanig, of bij ontstentenis van vereffenaars, tegen de personen die krachtens artikel 180 als vereffenaars worden beschouwd, te rekenen van de bekendmaking voorgeschreven bij artikel 188;) <W 1995-04-13/50, art. 81, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
- alle rechtsvorderingen tegen zaakvoerders, bestuurders, commissarissen, vereffenaars, wegens verrichtingen in verband met hun taak, te rekenen van die verrichtingen of, indien ze met opzet verborgen zijn gehouden, te rekenen van de ontdekking;
- (alle rechtsvorderingen tot nietigverklaring van een naamloze vennootschap, een (besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid) of een commanditaire vennootschap op aandelen, gegrond op artikel 13ter, eerste lid 1° en 2°, te rekenen van de bekendmaking, indien het vennootschapscontract gedurende ten minste vijf jaar is uitgevoerd, onverminderd de schadevergoeding, zo daartoe grond bestaat;
- alle vorderingen tot nietigverklaring van een coöperatieve vennootschap, te rekenen van de bekendmaking, indien het vennootschapscontract gedurende ten minste vijf jaar is uitgevoerd, onverminderd de schadevergoeding zo daartoe grond bestaat. Wanneer het bestaan van een coöperatieve vennootschap echter in strijd is met de wet, kan de nietigverklaring ook na de verjaring gevorderd worden.) <W 06-03-1973, art. 30> <W 15-07-1985, art. 1>
Art. 194bis. <Ingevoegd bij W 1993-06-29/30, art. 11, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> De vorderingen tot nietigverklaring van een fusie, bedoeld in artikel 174/16 en in artikel 174/19 in zover dit verwijst naar artikel 174/16, en de vorderingen tot nietigverklaring van een splitsing bedoeld in artikel 174/44 en in artikel 174/47 in zover dit verwijst naar artikel 174/44, kunnen niet meer worden ingesteld na het verstrijken van een termijn van zes maanden te rekenen van de dag waarop de fusie of de splitsing kan worden tegengeworpen aan degene die de nietigheid inroept, dan wel wanneer de toestand is geregulariseerd.
De vorderingen tot nietigverklaring van een rechtshandeling, bedoeld in artikel 174/1, § 3, in artikel 174/17, § 3, in artikel 174/26, § 3, en in artikel 174/45, § 3, kunnen niet meer worden ingesteld na het verstrijken van een termijn van zes maanden te rekenen van de dag waarop die rechtshandeling kan worden tegengeworpen aan degene die de nietigheid inroept.
De vorderingen tot nietigverklaring van een besluit van de algemene vergadering bedoeld in artikel 190bis kunnen niet meer worden ingesteld na het verstrijken van een termijn van zes maanden te rekenen van de dag waarop de besluiten kunnen worden tegengeworpen aan degene die de nietigheid inroept of van de dag waarop hij er kennis van heeft gekregen.
Art.195. De zaakvoerders, bestuurders, commissarissen en vereffenaars, die hun woonplaats in het buitenland hebben, worden geacht voor de gehele duur van hun taak woonplaats te kiezen in de zetel van vennootschap, waar hun alle dagvaardingen en kennisgevingen kunnen worden gedaan betreffende de zaken van de vennootschap en de verantwoordelijkheid voor hun bestuur en hun toezicht.
AFDELING XII. - IN HET BUITENLAND OPGERICHTE VENNOOTSCHAPPEN.
Art.196. De naamloze vennootschappen en de andere vennootschappen van koophandel, nijverheid of geldhandel die in het buitenland zijn opgericht en daar hun zetel hebben, kunnen in België hun werkzaamheden verrichten en in rechte optreden.
Art.197. Elke vennootschap die haar hoofdvestiging in België heeft, is aan de Belgische wet onderworpen, ook al is de akte van oprichting in het buitenland verleden.
Art.198.<W 1995-04-13/50, art. 82, 011; Inwerkingtreding : 17-06-1995> § 1. Elke buitenlandse vennootschap die in België een bijkantoor of centrum van werkzaamheden opricht, is gehouden voorafgaand aan de opening van het bijkantoor of van het centrum van werkzaamheden de volgende stukken en gegevens openbaar te maken:
1° Wanneer het een vennootschap betreft die onder het recht van een andere Lid-Staat van de Europese Unie valt :
a) de oprichtingsakte en de statuten ingeval deze laatste in een afzonderlijke akte zijn opgenomen, ofwel een bijgewerkte volledige tekst van deze stukken ingeval daarin wijzigingen zijn aangebracht;
b) de naam en de rechtsvorm van de vennootschap;
c) het register waarbij het in artikel 3 van richtlijn 68/151/EEG. vermelde dossier ten behoeve van de vennootschap is aangelegd en het nummer waaronder de vennootschap in dat register is ingeschreven;
d) een stuk uitgaande van het in punt c) bedoelde register, waarin het bestaan van de vennootschap wordt vastgesteld;
e) het adres en de werkzaamheden van het bijkantoor, alsmede de naam indien deze niet overeenstemt met die van de vennootschap;
f) de benoeming en de identiteit van de personen die bevoegd zijn om de vennootschap jegens derden te verbinden en haar in rechte te vertegenwoordigen:
- als orgaan van de vennootschap waarin de wet voorziet, of als leden van dat orgaan;
- als vertegenwoordigers van de vennootschap voor de werkzaamheden van het bijkantoor, met vermelding van hun bevoegdheden;
g) de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap betreffende het laatst afgesloten boekjaar, in de vorm waarin deze rekeningen zijn opgesteld, gecontroleerd en openbaar gemaakt volgens het recht van de Lid-Staat waaronder de vennootschap valt.
2° Wanneer het een vennootschap betreft die onder het recht van een andere Staat dan een Lid-Staat van de Europese Unie valt:
a) het adres van het bijkantoor;
b) de werkzaamheden van het bijkantoor;
c) het recht van de Staat waaronder de vennootschap valt;
d) indien dat recht daarin voorziet, het register waarin de vennootschap is ingeschreven en het nummer waaronder zulks is geschied;
e) een stuk uitgaande van het in punt d) bedoelde register, waarin het bestaan van de vennootschap wordt vastgesteld;
f) de oprichtingsakte en de statuten ingeval deze laatste in een afzonderlijke akte zijn opgenomen, alsmede de wijzigingen die in deze stukken zijn aangebracht;
g) de rechtsvorm, de zetel en het doel van de vennootschap, alsmede, ten minste eenmaal per jaar, het bedrag van het geplaatste kapitaal, indien deze gegevens niet in de stukken bedoeld in punt f) voorkomen;
h) de naam van de vennootschap alsmede de naam van het bijkantoor indien deze nier overeenstemt met die van de vennootschap;
i) de benoeming en de identiteit van de personen die bevoegd zijn om de vennootschap jegens derden te verbinden en haar in rechte te vertegenwoordigen:
- als orgaan van de vennootschap waarin de wet voorziet, of als leden van een dergelijk orgaan;
- als vaste vertegenwoordigers van de vennootschap voor de werkzaamheden van het bijkantoor;
j) de omvang van de bevoegdheid van de personen bedoeld in punt i), alsook het gegeven of zij die bevoegdheid alleen of slechts gezamenlijk kunnen uitoefenen;
k) de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap betreffende het laatst afgesloten boekjaar, in de vorm waarin deze rekeningen zijn opgesteld, gecontroleerd en openbaar gemaakt volgens het recht van de Staat waaronder de vennootschap, valt.
§ 2. Elke buitenlandse vennootschap die in België een bijkantoor of centrum van werkzaamheden gevestigd heeft, is gehouden de volgende stukken en gegevens openbaar te maken:
1° binnen dertig dagen na een van de hierna opgesomde beslissingen of gebeurtenissen:
a) elke wijziging in de stukken en gegevens respectievelijk bedoeld in § 1, 1°, a), b), c), e) en f), alsmede in § 1, 2°, a), b), c), d), f), g), b), i), en j).
b) de ontbinding van de vennootschap, de benoeming, de identiteit en de bevoegdheden van de vereffennaars, alsmede de afsluiting van de vereffening;
c) elk faillissement, gerechtelijk akkoord of elke andere soortgelijke procedure die betrekking heeft op de vennootschap;
d) de sluiting van het bijkantoor.
2° jaarlijks, binnen een maand volgend op de algemene vergadering en uiterlijk zeven maanden na de datum van afsluiting van het boekjaar, de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening, volgens de bepalingen van § 1, 10, g) en 20, k).
§ 3. De stukken en gegevens bedoeld in de §§ 1 en 2 worden openbaar gemaakt door neerlegging ter griffie van de [1 ondernemingsrechtbank]1, overeenkomstig artikel 10, met uitzondering van de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening, die neergelegd worden bij de nationale Bank van België.
Ingeval een buitenlandse vennootschap in België verscheidene bijkantoren opent, kan naar keuze van de vennootschap de openbaarmaking bedoeld in de §§ 1 en 2, met uitzondering van de jaarrekening en van de geconsolideerde jaarrekening, gedaan worden ter griffie van de [1 ondernemingsrechtbank]1 van het rechtsgebied waar een bijkantoor is gevestigd. In dat geval heeft de verplichting tot openbaarmaking betreffende de andere bijkantoren betrekking op de vermelding van het handelsregister van dat bijkantoor.
§ 4. De stukken bedoeld in de §§ 1 en 2 moeten, met het oog op de neerlegging ervan, worden opgesteld of vertaald in de taai of in één van de officiële talen van de rechtbank van het rechtsgebied waar het bijkantoor is gevestigd.
§ 5. Alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen, brieven, orders en andere stukken uitgaande van in België gevestigde bijkantoren of centra van werkzaamheden van buitenlandse vennootschappen moeten de volgende gegevens bevatten :
a) de naam van de vennootschap, haar rechtsvorm, de plaats van de zetel van de vennootschap en, in voorkomend geval, het gegeven dat ze in vereffening is;
b) het register waarin de vennootschap is ingeschreven alsmede het nummer waaronder zulks is geschied;
c) de zetel van de [1 ondernemingsrechtbank]1 van het rechtsgebied waar het bijkantoor is gevestigd gevolgd door het nummer van inschrijving.
Indien de in het eerste lid bedoelde stukken het maatschappelijk kapitaal vermelden, moet dit het gestorte kapitaal zijn zoals dat blijkt uit de laatste balans. Indien daaruit blijkt dat het gestorte kapitaal niet langer intact is, moet melding worden gemaakt van het netto-actief zoals dat blijkt uit de laatste balans.
§ 6. De personen belast met het bestuur van een vestiging in België, dragen jegens derden dezelfde aansprakelijkheid als degenen die een Belgische vennootschap besturen.
Zij zijn daarenboven gehouden de in dit artikel voorgeschreven formaliteiten inzake openbaarmaking te vervullen.
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
Art.199.De openbare uitgifte, tekoopstelling, aanbieding en verkoop van effecten van buitenlandse vennootschappen, evenals het opnemen van die effecten in de officiële notering van een handelsbeurs, moeten worden voorafgegaan door (de neerlegging) van de akten van oprichting van die vennootschappen (ter griffie van de [1 ondernemingsrechtbank]1 (...)) en zijn onderworpen aan de regels gesteld voor de openbare uitgifte, tekoopstelling, aanbieding, verkoop en voor de opneming in de officiële notering van de effecten van Belgische vennootschappen. <W 30-06-1975, art. 8, 1°> <W 1989-03-09/31, art. 24, 003; Inwerkingtreding : 25-11-1989>
(Lid 2 opgeheven) <W 30-06-1961, art. 10>
(Lid 3 opgeheven) <W 30-06-1961, art. 10>
(Lid 4 opgeheven) <W 30-06-1961, art. 10>
(Elke buitenlandse vennootschap waarvan de effecten zijn opgenomen in de officiële notering van een handelsbeurs, is gehouden haar akten neer te leggen ter griffie van de [1 ondernemingsrechtbank]1 en haar jaarrekening bij de Nationale Bank van België. De effecten van de vennootschappen die deze verplichtingen niet nakomen, mogen niet in de beursnotering worden behouden.) <W, 1991-07-18/34, art. 38, 006; Inwerkingtreding : 02-01-1992>
(lid 6 opgeheven) <W 1989-03-09/31, art. 24, 003; Inwerkingtreding : 25-11-1989>
(Artikel 80, tweede, vierde, vijfde, zesde, zevende en achtste lid, is van toepassing) <W 1991-07-18/34, art. 38, 006; Inwerkingtreding : 02-01-1992>
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
AFDELING XIII. - STRAFBEPALINGEN.
Art.200. <W 1991-07-18/34, art. 45, 006; Inwerkingtreding : 05-08-1991> Met geldboete van vijftig frank tot tienduizend frank worden gestraft :
1° zij die zich wetens aanmelden als eigenaar van aandelen of obligaties welke hun niet toebehoren, en in een vennootschap, onder deze wet opgericht, deelnemen aan de stemming in een algemene vergadering van aandeelhouders of van obligatiehouders;
2° zij die de aandelen of de obligaties ter beschikking hebben gesteld om er het hierboven bepaalde gebruik van te laten maken;
3° zij die in een algemene vergadering van aandeelhouders wetens aan de stemming deelnemen, hoewel het stemrecht waarop ze aanspraak maken krachtens de wet geschorst is.
Art.201. Met dezelfde straf worden gestraft :
1° (...) <W 1989-03-09/31, art. 25, 003; Inwerkingtreding : 25-11-1989>
2° zij die rechtstreeks of door tussenpersonen een openbare inschrijving openen voor aandelen of voor het te koop stellen van obligaties van (besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid;) <W 15-07-1985, art. 1>
3° (zij die nalaten de vermeldingen te doen welke zijn voorgeschreven door artikelen 7, 9, 29, 30, 32, 34, 120, 121, 122, (147bis, § 4,) door artikel 170, tweede lid, door artikel 174/2, door artikel 174/19 in zover het verwijst naar artikel 174/2, door artikel 174/27, door artikel 174/47 in zover het verwijst naar artikel 174/27, en door artikel 199 in de akten of ontwerpen van akten van vennootschappen, in de volmachten of inschrijvingsbiljetten;) <W 1993-06-29/30, art. 12, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1993> <W 1995-04-13/50, art. 83, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
3°bis (de zaakvoerders of bestuurders die het bijzonder verslag samen met het verslag van de commissaris-revisor, van de bedrijfsrevisor of, naar gelang van het geval, van de accountant, ingeschreven op het tableau van de externe accountants van het Instituut der Accountants, niet voorleggen overeenkomstig de artikelen 29quater, 33bis, § 6, 34, 120quater, 122, § 3, 147quinquies, 147sexies, 167, 174/3, 174/4, 174/19 - voor zover dat artikel verwijst naar de artikelen 174/3 en 174/4 - 174/29, 174/31 en 174/47 - voor zover dat artikel verwijst naar de artikelen 174/29 en 174/31; (en 178bis)) <W 1995-04-13/50, art. 83, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996> <W 1997-08-08/80, art. 148, 016; Inwerkingtreding : 01-01-1998>
3°ter (de vennoten van een vennootschap onder firma, die geen staat van activa en passiva opmaken en geen bedrijfsrevisor (of accountant ingeschreven op het tableau van de externe accountants van het Instituut der Accountants) aanwijzen overeenkomstig artikel 166;) <W 23-02-1967, art. 4, C> <W 1995-04-13/50, art. 83, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
3°quater (de zaakvoerders of bestuurders die binnen (zes) maanden na de afsluiting van het boekjaar de (jaarrekening) niet aan de algemene vergadering hebben voorgelegd;) <W 06-03-1973, art. 31> <W 24-03-1978, art. 29> <W 05-12-1984, art. 65, B>
4° (de zaakvoerders en bestuurders alsook de personen belast met het bestuur van een vestiging in België, die één van de verplichtingen bedoeld in artikel 80, eerste en tweede lid, of in artikel 198 niet nakomen;) <W 1995-04-13/50, art. 83, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
4°bis (de vereffenaars die de bepalingen van artikel 187 niet nakomen) <W 05-12-1984, art. 65, Cbis>
5° (de zaakvoerders, bestuurders, commissarissen of vereffenaars die verzuimen de algemene vergadering bedoeld in de artikelen 73, tweede lid, en 91, bijeen te roepen binnen drie weken na het hun gedane verzoek;) <W 05-12-1984, art. 65, D>
(6° opgeheven) <W 21-02-1985, art. 27>
(7° opgeheven) <W 21-02-1985, art. 27>
8° (de bestuurders of zaakvoerders die de bijgewerkte volledige tekst van de statuten van hun vennootschap niet binnen een termijn van drie maanden te rekenen van de datum van de akten hebben neergelegd overeenkomstig artikel 12, § 3, 2°.) <W 24-03-1978, art. 29, C>
9° de bestuurders van naamloze vennootschappen of zaakvoerders van (besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid) of van coöperatieve vennootschappen (met beperkte aansprakelijkheid) die het in artikel 77 bedoelde jaarverslag niet voorleggen of de bestuurders van naamloze vennootschappen of de zaakvoerders van (besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid) die een jaarverslag voorleggen waarin de in artikel 77, vierde en vijfde lid, voorgeschreven minimumgegevens ontbreken; <W 15-07-1985, art. 1> <W 1995-04-13/50, art. 83, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
10° (de bestuurders of de zaakvoerders van naamloze vennootschappen, van besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid of van coöperatieve vennootschappen (met beperkte aansprakelijkheid) die de verkrijgingen niet onderwerpen aan de goedkeuring van de algemene vergadering zoals beoogd door de artikelen 29quater, 120quater en (147quinquies).) <W 1989-12-22/31, art. 332, 004; Inwerkingtreding : 09-01-1990> <W 1995-04-13/50, art. 83, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
Art.202. Als schuldig aan oplichting worden beschouwd en met de straffen bepaald in het Strafwetboek worden gestraft zij die, hetzij inschrijvingen of stortingen, hetzij aankopen van aandelen, obligaties of andere effecten van vennootschappen uitlokken :
- door het voorwenden van inschrijvingen of van stortingen in een vennootschap;
- door het bekendmaken van inschrijvingen of stortingen waarvan zij weten dat ze niet bestaan;
- door het bekendmaken van namen van personen met de vermelding dat zij in enige hoedanigheid aan de vennootschap verbonden zijn of zullen worden, wanneer zij weten dat die vermelding strijdig is met de waarheid;
- door het bekendmaken van enig ander gegeven waarvan zij weten dat het onjuist is.
Art.203. (Opgeheven) <W 1990-12-04/32, art. 104, 2°, 005; Inwerkingtreding : 01-01-1991>
Art.204. Met gevangenisstraf van een maand tot een jaar en met geldboete van vijftig frank tot tienduizend frank of met een van die straffen alleen worden gestraft :
1° de zaakvoerders of bestuurders die op bedrieglijke wijze onnauwkeurige opgaven doen in de staat van de in omloop zijnde obligaties, bedoeld in artikel 94;
2° de zaakvoerders, bestuurders of vereffenaars die met bedrieglijk oogmerk een van de voorschriften van artikel 80, (eerste en tweede lid), (of van artikel 198) overtreden. <W 1991-07-18/34, art. 46, 006; Inwerkingtreding : 05-08-1991> <W 1995-04-13/50, art. 84, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
3° (zij die artikel 26, tweede tot vierde lid, overtreden;) <W 1995-04-13/50, art. 84, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
4° zij die een provisie ontvangen of voor zich bedingen of die pogen een beloning of enig voordeel te verkrijgen naar aanleiding van het opnemen van een effect van een vennootschap in de notering van een handelsbeurs;
5° (de bestuurders en commissarissen die artikel 64ter overtreden;) <W 21-02-1985, art. 28, A>
6° (zij die de verificaties verhinderen waaraan zij zich moeten onderwerpen krachtens artikel 64sexies of weigeren de inlichtingen te verstrekken die zij krachtens die bepaling moeten geven of die bewust onjuiste of onvolledige inlichtingen verstrekken;) <W 21-02-1985, art. 28, B>
7° de bestuurders van vennootschappen die een publiek beroep doen of hebben gedaan op beleggers en die converteerbare obligaties (of warrants) uitgeven zonder aan (de Commissie voor het Bank- en Financiewezen) het in artikel 101ter, § 2, tweede lid, en § 3, tweede lid, bedoelde verslag te hebben doen toekomen, of die geen rekening houden met de in artikel 101ter, § 2, vierde lid, en § 3, derde lid, bedoelde opschorting; <W 1991-07-18/34, art. 46, 006; Inwerkingtreding : 05-08-1991> <W 1991-07-18/34, art. 51, 006; Inwerkingtreding : 05-08-1991>
8° zij die aan (de Commissie voor het Bank- en Financiewezen) in het in (artikel 101ter, § 2, tweede lid, en § 3, tweede lid), bedoelde dossier gegevens meedelen waarvan zij weten dat ze onjuist of onvolledig zijn; <W 1991-07-18/34, art. 51, 006; Inwerkingtreding : 05-08-1991> <W 05-12-1984, art. 66, C>
9° zij die (artikel 101ter, § 2, laatste lid, en § 3, derde lid, overtreden.) <W 05-12-1984, art. 66, D>
Art.205. <W 05-12-1984, art. 67> Met geldboete van vijftig frank tot tienduizend frank worden gestraft en met gevangenisstraf van één maand tot een jaar kunnen bovendien worden gestraft, zaakvoerders of bestuurders die bij gebreke van een inventaris of een jaarrekening ondanks de inventaris of de jaarrekening of door middel van een bedrieglijke inventaris of jaarrekening, dividenden of tantièmes uitkeren in strijd met het bepaalde in artikel 77bis.
Met deze straffen worden gestraft de bestuurders die het voorschrift van artikel 77ter hebben overtreden.
Art.206. Met dezelfde straffen worden gestraft zij die als bestuurder, commissaris, zaakvoerder of lid van een comité van toezicht (het voorschrift overtreden van artikel 52bis en artikel 52quater, in zover dit naar artikel 52bis verwijst); (of die het voorschrift overtreden van artikel 128bis en van artikel 128quater, in zover dit naar artikel 128bis verwijst) door enig middel op kosten van de vennootschap geldstortingen op de aandelen doen of geldstortingen als gedaan erkennen die niet werkelijk gedaan zijn op de voorgeschreven wijze en tijdstippen. <W 05-12-1984, art. 68>
(Met dezelfde straffen worden gestraft zij die het voorschrift overtreden van (artikel 29, § 6, van artikel 52ter, van artikel 120quinquies, van artikel 128ter of van artikel 142, § 2).) <W 1991-07-18/34, art. 47, 006; Inwerkingtreding : 05-08-1991> <W 1995-04-13/50, art. 85, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
Art.207. Met opsluiting en met geldboete van zesentwintig frank tot tweeduizend frank worden gestraft zij die met bedrieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden, valsheid plegen in de door de wet of door de statuten voorgeschreven (jaarrekening) van een vennootschap :
- hetzij door valse handtekeningen te plaatsen;
- hetzij door geschriften of handtekeningen na te maken of te vervalsen;
- hetzij door overeenkomsten, beschikkingen, verbintenissen of schuldbevrijdingen valselijk op te maken of achteraf in de (jaarrekening) op te nemen;
- hetzij door toevoeging of vervalsing van bedingen, verklaringen of feiten die deze akten tot doel hebben op te nemen of vast te stellen. <W 24-03-1978, art. 31>
Art.208. Hij die gebruik maakt van die valse akten, wordt gestraft alsof hij de dader van de valsheid was.
Art.209. Voor de toepassing van de vorige artikelen bestaat (de jaarrekening), zodra zij voor de aandeelhouders of de vennoten ter inzage is gelegd. <W 24-03-1978, art. 32>
Art.210. Het eerste boek van het Strafwetboek, hoofdstuk VII en artikel 85 niet uitgezonderd, is mede van toepassing op de misdrijven in deze afdeling omschreven.
Art.211. Tegen zaakvoerders, bestuurders en commissarissen van commanditaire vennootschappen op aandelen, (besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid), naamloze vennootschappen en coöperatieve vennootschappen, kan het bewijs van hetgeen iemand hun ter zake van hun bestuur of toezicht ten laste legt, door alle gewone middelen worden geleverd, behoudens het tegenbewijs door dezelfde middelen, overeenkomstig de artikelen 6, 7 en 8 van het decreet van 20 juli 1831 op de drukpers. <W 15-07-1985, art. 1>
AANVULLENDE BEPALINGEN.
Art.212. (lid opgeheven) <W 1995-04-13/50, art. 86, 013; Inwerkingtreding : 01-07-1996>
Aan de burgerrechtelijke vennootschappen die tot doel hebben steenkoolmijnen te ontginnen, mag, onverschillig wanneer zij zijn opgericht, indien hun oprichtingscontract zich hiertegen niet verzet, de rechtsvorm van een naamloze vennootschap worden gegeven bij besluit van een daartoe bijeengeroepen algemene vergadering. Deze vergadering stelt de statuten van de naamloze vennootschap vast. Dit besluit kan niet rechtsgeldig worden genomen dan met instemming van vennoten die ten minste drie vijfden van de aandelen vertegenwoordigen.
Art.213. (Opgeheven) <RB 26-06-1947>
OVERGANGSBEPALINGEN
Art.214. (Opgeheven) <W 06-03-1973, art. 33>
Art.215. De bepalingen van deze wet zijn van toepassing op de vennootschappen, opgericht onder de wet van 18 mei 1873.
Artikel 101 is evenwel niet van toepassing op de obligaties uitgegeven voor het in werking treden van deze wet.
Art.216. Naamloze vennootschappen die bestonden voor het in werking treden van deze titel, mogen niet voortgezet worden na de voor hun duur bepaalde tijd, behalve indien uit hun statuten alle ermee strijdige bepalingen worden verwijderd en zij zich aan alle voorschriften ervan onderwerpen.
Zij mogen, op dezelfde voorwaarden, wijzigingen aanbrengen in hun statuten, zonder dat in zodanig geval een machtiging van de regering nodig is.
De vennootschappen die concessiehouder zijn van spoorwegen of van andere werken van openbaar nut, blijven in dat geval evenwel onderworpen aan de maatregelen van controle of toezicht in hun huidige statuten bepaald.
De artikelen 70 en 71 van deze wet zijn van rechtswege toepasselijk op de voormelde vennootschappen, ondanks alle ermee strijdige bepalingen die in hun statuten mochten voorkomen.
Art.217. De vennootschappen die na de afkondiging van de wet van 22 mei 1886 gedurende een jaar regelmatig gewerkt hebben zonder dat hun geldigheid betwist is, kunnen niet meer nietig worden verklaard op grond van de artikelen 42 tot 45 van het Wetboek van Koophandel van 1808 en van artikel 29 van de wet van 18 mei 1873 noch, indien het vennootschappen betreft die graverijen of groeven exploiteren, op grond dat zij geen machtiging hebben tot het aannemen van de rechtsvorm van een handelsvennootschap. De verjaring van de nietigheid wegens het niet in acht nemen van voormeld artikel 29 begint eerst te lopen vanaf de dag der bekendmaking van een authentieke akte waaruit blijkt dat aan de bepaling van dat artikel voldaan is.
Art.218. <W 23-02-1967, art. 5> In afwijking van de artikelen 70, tweede lid, en 168, § 5, kan iedere vennootschap onder de in afdeling VIII gestelde voorwaarden worden omgezet ondanks enige van voor de inwerkingtreding van de bepalingen van genoemde afdeling dagtekenen de statutaire bepaling die haar zou verbieden een andere rechtsvorm aan te nemen.
Art. 219. <W 1991-07-18/34, art. 49, 006; Inwerkingtreding : 05-08-1991> § 1. Artikel 52sexies, § 2, is van toepassing op de aandelen die bij de inwerkingtreding van de wet van ... in bezit worden gehouden door een naamloze vennootschap met zetel in België, of op de aandelen van een dergelijke vennootschap die bij de inwerkingtreding van de wet van ... in bezit worden gehouden wanneer de eraan verbonden stemrechten meer dan 10 pct. vertegenwoordigen van het geheel van de stemmen verbonden aan de op die dag uitgegeven effecten.
§ 2. Bestaan er bij de inwerkingtreding van de wet van ..., wederzijdse deelnemingen zoals bedoeld in artikel 52sexies, dan nemen de betrokken vennootschappen in onderling overleg de nodige maatregelen zodat ten minste één van beide haar deelneming in de andere tot ten hoogste 10 pct. verminderd.
Indien geen overeenstemming wordt bereikt, moet elk van de betrokken vennootschappen binnen één jaar, te rekenen van de dag waarop de wet van ... in werking treedt, haar deelneming tot ten hoogste 10 pct. verminderen.
Indien binnen voornoemde termijn geen regelmatige vervreemding is geschied, worden de stemrechten verbonden aan de te vervreemden aandelen of winstbewijzen geschorst.
§ 3. Indien bij de inwerkingtreding van de wet van ..., deelnemingen in de zin van artikel 52quinquies, §§ 1 en 4, bestaan, nemen de betrokken vennootschappen in onderling overleg en binnen een termijn van een jaar de nodige maatregelen teneinde die bepalingen na te komen. Indien tussen de betrokken vennootschappen over die maatregelen geen overeenstemming wordt bereikt, moet deze vervreemding plaatsvinden naar evenredigheid van het aantal stemrechten verbonden aan de effecten die ieder van de betrokken vennootschappen bezit.
Indien binnen voornoemde termijn geen regelmatige vervreemding is geschied, worden de stemrechten verbonden aan de te vervreemden aandelen of winstbewijzen geschorst.
De vennootschap die op de datum van inwerkingtreding van de wet van ... een dochtervennootschap is van een andere vennootschap, geeft deze laatste, binnen een termijn van zes maanden te rekenen van voornoemde datum van inwerkingtreding, kennis van het aantal en de aard van de door de moedervennootschap uitgegeven effecten met stemrecht die zij in bezit heeft en ook van elke wijziging in haar effectenportefeuille.
§ 4. (In afwijking van de §§ 2 en 3 worden de percentages van de deelnemingen bedoeld in de artikelen 52quinquies, § 1, eerste lid, en 52sexies, en berekend overeenkomstig de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen, die bestaan tussen een vennootschap die een publiek beroep op het spaarwezen doet of heeft gedaan en een andere vennootschap, niet verminderd overeenkomstig de artikelen 52quinquies en 52sexies, op voorwaarde dat die deelnemingen voor 1 januari 1996 aan de Commissie voor het Bank- en Financiewezen zijn medegedeeld.
Indien bij de inwerkingtreding van de wet van 13 april 1995 tot wijziging van de wetten op de handelsvennootschappen, gecoördineerd op 30 november 1935, deelnemingen in de zin van artikel 52quinquies, § 1, tweede lid, bestaan, nemen de betrokken vennootschappen in onderling overleg voor 1 januari 1997 de nodige maatregelen met het oog op de nakoming van die bepaling waarbij aan de daarin bedoelde vennootsschappen verbod wordt opgelegd om, samen met de emitterende vennootschap, effecten van de laatstgenoemde vennootschap in hun bezit te houden die meer dan tien procent vertegenwoordigen van het geplaatste kapitaal.
Indien tussen de betrokken vennootschappen geen overeenstemming wordt bereikt, vinden de vervreemdingen plaats naar evenredigheid van het gedeelte van het kapitaal dat overeenstemt met de effecten die ieder van de vennootschappen in haar bezit houdt.
Voor de toepassing van artikel 52quinquies, § 1, eerste en tweede lid, kunnen de stemrechten verbonden aan de aandelen of winstbewijzen die voor 4 december 1992 zijn verkregen, tot 1 januari 1998 worden uitgeoefend voor zover zij voor alle bedoelde vennootschappen niet meer dan tien procent vertegenwoordigen van het geheel van de stemrechten verbonden aan alle uitgegeven effecten, met inbegrip van de effecten die de emitterende vennootschap krachtens artikel 52bis in haar bezit houdt.) <W 1995-04-13/50, art. 87, 011; Inwerkingtreding : 17-06-1995>