8 JULI 1935. - Wet betreffende boter, margarine, bereide vetten en andere eetbare vetten.
Art. 1-25
Artikel 1. Door boter verstaat men het product uitsluitend bekomen door het karnen hetzij van de melk, van den room of van een mengsel dezer zelfstandigheden, hetzij van de wei, in den loop van de kaasbereiding van het stremsel afgescheiden, of van de uit die wei getrokken vetrijke vloeistof.
De boter moet minstens 82 t. h. aan vetstof bevatten.
Boter mag geen andere stoffen bevatten dan die welke voortkomen van de zelfstandigheden waaruit zij ontstaat of van het gebruik, bij hare voortbrengst, fabricage of bereiding, van keukenzout, organische gistmiddelen, in een oplossing van zoutzuur niet oplosbare kleursels of citroenzuur.
Art.2. Voor de voortbrengst, de fabricage, de bereiding of de bewaring van boter die voor den verkoop is bestemd, is het gebruik verboden van gistmiddelen, kleursels, vaten of voorwerpen die zelfstandigheden bevatten of hebben bevat, waarvan de toevoeging aan de margarine en aan de bereide vetten wordt voorgeschreven op grond van artikel 12 van deze wet, of gereedschappen die met deze stoffen in aanraking zijn geweest.
Art.3. In de inrichtingen waar men boter voor den verkoop bestemd voorhanden heeft, laat voorhanden hebben, voortbrengt, fabriceert of bereidt is het, buiten de door den Minister van Binnenlandsche Zaken bepaalde gevallen, verboden weekmakings- en kneedmachines en, over 't algemeen, toestellen voorhanden te hebben of te laten voorhanden hebben, kunnende dienen om vetstoffen onder elkander of met andere stoffen te vermengen.
Art.4. Elke verkochte, te koop gestelde, voor den verkoop of voor de levering voorhanden zijnde of vervoerde boter zal, in goed leesbare letters, de vermelding dragen van den naam en het adres van den voortbrenger, den fabrikant of den bereider in België, of van den verkooper binnen het land.
Art.5. § 1. Ieder boterbereider is verplicht steeds in zijn inrichting een bijzonder register te hebben, waarin hij, op goed leesbare wijze, zonder wit vak noch doorhaling en binnen twaalf uren na het afloopen van elke bereiding, zal boeken :
Den datum der verrichting;
De kwalificatie en de hoeveelheid van de bekomen boter;
Den aard en de hoeveelheid van de bij de boterbereiding gebezigde producten;
En voor elke onderscheidene partij van voor de bereiding gebezigde boter : de aangewende hoeveelheid, het land, de streek of de plaats van voortbrengst of van fabricage, den naam en het adres van den leverancier.
§ 2 . Ieder groot- of tusschenhandelaar van boter is verplicht steeds in zijne inrichting een bijzonder register te hebben, waarin hij zal boeken, in twee posten : " Aanvoer " en " Wegvoer " afzonderlijk, op goed leesbare wijze en zonder wit vak noch doorhaling en binnen twaalf uren na het aanvoeren of het wegvoeren der producten :
Den datum van het aanvoeren of van het wegvoeren;
De kwalificatie en de hoeveelheid aangevoerde of weggevoerde boter;
Den naam en het adres van den leverancier of van hem voor wien de boter is bestemd.
§ 3. De Minister van Binnenlandsche Zaken kan den vorm bepalen van de bij §§ 1 en 2 van dit artikel voorziene registers, alsmede de in acht te nemen regelen voor de inschrijving der gegevens die er moeten in opgenomen worden.
§ 4. De bij §§ 1 en 2 van dit artikel voorziene registers zullen bewaard worden gedurende ten minste twee jaar na den datum van de laatste daarin aangebrachte inschrijving.
Vóór dien termijn, moeten zij bij elke vordering van de ambtenaren gelast te waken over de uitvoering van de bepalingen dezer wet overgelegd worden.
Art.6. Het is verboden, op de boter of op de vaten of omhulsels die dezelfde inhouden, zoomede in alle desbetreffende opschriften, gebruik te maken :
a) Van andere aanduidingen of teekens van herkomst dan die welke betrekking hebben op het land, op de streek of op de plaats waar al de rechtstreeks of onrechtstreeks bij de voortbrengst of de fabricage van het product gebruikte melk werd bekomen;
b) (opgeheven) <KB 17-04-1980, art. 8>
Art.7. Het is verboden, op welke wijze het ook zij, de woorden " boterfabriek " , " roomfabriek " , " melkerij " of gelijkaardige uitdrukkingen te bezigen, om aan te duiden : hetzij de inrichtingen waar men door voortbrengers of fabrikanten geleverde boter mengt, bewerkt of verwerkt; hetzij de boter welke in die inrichtingen werd bekomen.
Art.8. Het is verboden vreemde boter in te voeren, te bereiden voor den verkoop, te verkoopen, te koop te stellen, voorhanden te hebben of te vervoeren voor den verkoop of voor de levering, tenzij herkomstig uit landen waar de wettelijke verplichting bestaat, herkenningsstoffen te voegen bij de margarine en bij de bereide vetten die zoowel voor het inlandsch verbruik als voor den uitvoer zijn bestemd, of tenzij ze vergezeld zijn van een zuiverheidsgetuigschrift of voorzien zijn van een zuiverheidsmerk vanwege een contrôle-instelling ingericht door de regeering van het land van herkomst of onder haar toezicht.
Wanneer de samenstelling van het product, het zuiverheidsgetuigschrift dat er bijgaat of het merk dat er op staat, verdacht zijn, wordt de vreemde boter aan de grens tegengehouden en in de douanedepots bewaard tot na afloop van het onderzoek dat gedaan wordt door de ambtenaren die over de toepassing van de bepalingen dezer wet moeten waken.
Art.9. In het belang van de openbare gezondheid of om bedrog te voorkomen, kan de regeering :
1° Den invoer en den handel van vreemde eetbare vetten, andere dan de boter, aan door haar te bepalen voorwaarden onderwerpen;
2° De voorwaarden verordenen, welke de voortbrengers, fabrikanten, bereiders of verkoopers van bij deze wet bedoelde producten, die niet voor de voeding bestemde eetbare vetten voorhanden hebben, laten voorhanden hebben of vervoeren, moeten naleven.
Art.10. § 1. Al wie eetbare vetten in grooter hoeveelheid dan 5 kilogram verkoopt, welke hij ofwel gekocht, ofwel gefabriceerd of doen fabriceeren heeft, is er toe gehouden steeds in zijn inrichting een bijzonder register te hebben, waarin hij per soort van product zal boeken, in twee posten : " Aanvoer " en " Wegvoer " afzonderlijk, op goed leesbare wijze en zonder wit vak noch doorhaling en binnen twaalf uren na het aanvoeren (fabricage) of het wegvoeren der producten : den datum van het aanvoeren (fabricage) of van het wegvoeren, de hoeveelheid van het aangevoerde (gefabriceerde) of weggevoerde product, het land, de streek of de plaats van voortbrengst of van fabricage van dit product, den naam en het adres van den leverancier of van hem voor wien dit product is bestemd.
Deze bepaling is niet toepasselijk, wanneer het voorwerp van den handel boter is, margarine of bereid vet waarop de bij littera b) van artikel 18 voorziene vrijstellingen niet van toepassing zijn.
§ 2. De Minister van Binnenlandsche Zaken kan den vorm bepalen van het bij § 1 van dit artikel voorziene register, alsmede de na te leven regelen voor de inschrijving der gegevens die er moeten in opgenomen worden.
§ 3. Het bij § 1 van dit artikel voorziene register zal bewaard worden gedurende ten minste twee jaar na den datum der laatste daarin aangebrachte inschrijving.
Vóór dien termijn, moet het bij elke vordering van de ambtenaren gelast te waken over de uitvoering van de bepalingen dezer wet overgelegd worden.
Art.11. Wordt aangeduid onder den naam " margarine " : elke voor de voeding geschikte zelfstandigheid of bereiding die, wat de uitwendige kenmerken betreft, overeenkomst met de boter vertoont.
Worden aangeduid onder den naam " bereide vetten " : de mengsels van vetten onder elkaar of met vaste stoffen, andere dan keukenzout, of met vloeibare stoffen.
Art.12. De voor den verkoop bestemde margarine of bereide vetten moeten, onder de voorwaarden bepaald bij een op eensluidend advies van den hoogen gezondheidsraad genomen koninklijk besluit, met herkenningsstoffen gemengd zijn.
De regeering kan bovengenoemde menging toepasselijk maken op alle vetstof die voor botervervalsching mocht gebezigd worden.
Art.13. Het is verboden : in te voeren, te fabriceeren of te bereiden voor den verkoop, te verkoopen, te koop te stellen, voorhanden te hebben of te vervoeren voor den verkoop of voor de levering, margarine of bereide vetten :
a) Onvermengd, zooals is voorgeschreven, met herkenningsstoffen;
b) Welke dierlijk vet bevatten, dat niet, overeenkomstig de verordening op den vleeschhandel, is ingevoerd, gefabriceerd of bereid;
c) Welke vreemde eetbare vetten bevatten, die niet voldoen aan de op grond van artikel 9, 1°, van deze wet opgelegde vereischten;
d) Welke meer dan 10 t. h. vet bevatten, voortkomende van de melk of een grootere verhouding van vet bevatten, voortkomende van de melk, dan die welke zal worden bepaald door den Minister van Binnenlandsche Zaken;
e) Welke kleursels bevatten, die door middel van een zoutzure oplossing kunnen afgescheiden worden.
Art.14. Al de inrichtingen waarin margarine of bereide vetten worden verkocht, te koop gesteld, voor den verkoop opgeslagen of toebereid, mitsgaders de voor het vervoer of het rondventen van margarine of bereide vetten gebruikte private rijtuigen, moeten, goed zichtbaar van op den publieken weg, in gelijke, duidelijke letters van minstens 20 centimeter hoogte en vrij van alle andere vermelding, het opschrift dragen " margarine " of " bereid vet ".
Het opschrift " margarine " dient minstens 40 centimeter lang te zijn; dit van " bereid vet " minstens 60 centimeter.
Art.15. (opgeheven) <KB 16-02-1982, art. 7>
Art.16. Het is verboden : a) om de margarine of de bereide vetten, hetzij de nijverheid of den handel betreffende die producten aan te duiden, op welke wijze ook gebruik te maken van de woorden : " boter, room , melk, mengsel " of afleidingen van die woorden, alsmede benamingen, vignetten of prenten tot verbeelding van een of ander kenmerk van het boter- of melkbedrijf;
b) (opgeheven) <KB 02-10-1980, art. 16>
Art.17. (opgeheven) <KB 02-10-1980, art. 16>
Art.18. Het bepaalde bij de artikelen 12, 13, litteras a, d en e, 14, 15, 16 en 17 is niet van toepassing :
a) Op de margarine of bereide vetten bestemd voor den rechtstreekschen uitvoer naar landen waar geene gelijkaardige wetgeving bestaat op de fabricage van de margarine of der bereide vetten en voor dewelke, eenerzijds, een aangifte werd gedaan, opgemaakt naar luid van de bij koninklijk besluit te bepalen vereischten, anderzijds, de bij koninklijk besluit te bepalen voorwaarden van voorhanden hebben, verpakking en verzending werden in acht genomen;
b) Op de vetmengsels uitsluitend bekomen door smelten, gelijktijdig en in hetzelfde toestel, van de bijkomende producten der spekslagers- en vleesschhouwersbedrijven (darmnetten, nieren, enz.) en, in dezelfde vaten waarin zij werden gegoten en afgekoeld, te koop gesteld, voor den verkoop opgeslagen of vervoerd.
Art.19. § 1, a, 1° (opgeheven) <KB 02-10-1980, art. 11>
2° (opgeheven) <KB 02-10-1980, art. 16>
b) (opgeheven) <KB 02-10-1980, art. 11>
§ 2. (opgeheven) <KB 02-10-1980, art. 11>
§ 3. Het is aan de botervoortbrengers verboden margarine, bereide vetten of andere eetbare vetten, in vasten of vloeibaren toestand, te fabriceeren, te bereiden, voorhanden te hebben of te laten voorhanden hebben in inrichtingen waar men boter, voor den verkoop bestemd, voortbrengt.
§ 4. Het is aan de boterfabrikanten en boterbereiders verboden margarine, bereide vetten of andere eetbare vetten, in vasten of vloeibaren toestand, te fabriceeren, te bereiden, voorhanden te hebben - zelfs voor hun eigen gebruik - of te laten voorhanden hebben in de inrichtingen waar men boter, voor den verkoop bestemd, fabriceert of bereidt.
Art.20. Het is verboden in te voeren, voort te brengen, te fabriceeren of te bereiden voor den verkoop, te verkoopen, te koop te stellen, voorhanden te hebben of voor den verkoop of de levering te vervoeren :
a) Boter, margarine of bereide vetten die minder dan 82 t. h. vetstof bevatten.
Deze bepaling is echter niet van toepassing op de onder vorige alinea bedoelde producten die hoogstens 15 t. h. andere stoffen dan vet en keukenzout bevatten, wanneer die producten, eenerzijds, niet meer dan 10 t. h. keukenzout bevatten, anderzijds, der vermelding dragen van " gezouten ", geplaatst op goed zichtbare wijze en met eenvormige, duidelijke en goed leesbare letters van minstens 2 centimeter hoogte;
b) Boter, margarine, bereide vetten of andere eetbare vetten die, door een verordening van het algemeen bestuur, voor schadelijk zijn verklaard;
c) Boter bevattende, per kilogram, een grootere verhouding dan een halve gram van citraten en citroenzuur vereenigd, uitgedrukt in citroenzuur;
d) Eetbare vetstoffen bestaande geheel of gedeeltelijk uit producten van de boter bekomen door middel van een reinigings- of zuiveringsprocédé;
e) Vreemde eetbare vetstoffen welke niet voldoen aan de krachtens artikel 9, 1°, van deze wet gestelde voorwaarden;
f) Aan de menging met herkenningsstoffen onderworpen vetten en niet vermengd zooals met die stoffen is voorgeschreven.
Art.21. De voortbrengers, fabrikanten, bereiders, bewaarders, expediteurs, verkoopers, houders en vervoerders van bij deze wet bedoelde producten, zijn er toe verplicht de taak van de ambtenaren te vergemakkelijken, die gelast zijn te waken over de uitvoering van de bepalingen van dezer wet. Zij moeten hun, onder meer, na daartoe gevorderd te zijn, alle nuttige aanduidingen mededeelen, van aard om den eigendom, den oorsprong, de herkomst of de bestemming van die producten vast te stellen.
Art.22. De ambtenaren door de regeering gelast te waken over de uitvoering van de bepalingen dezer wet en van de krachtens deze wet genomen besluiten zijn bevoegd om, te allen tijde, zich toegang te verschaffen tot de plaatsen waar boter voortgebracht wordt, alsmede tot al de plaatsen der inrichtingen waar boter, margarine, bereide vetten of andere eetbare vetten worden gefabriceerd of bereid; zij zijn bevoegd om, zoolang die plaatsen voor het publiek toegankelijk zijn, zich toegang te verschaffen in om 't even welke plaatsen die bestemd zijn voor den handel in bij deze wet bedoelde producten en, op diezelfde uren, in al de opslagplaatsen van die producten. Zij zijn mede bevoegd alle handelsbescheiden te doen overleggen, betreffende de bij deze wet bedoelde producten, die producten of voorwerpen gebruikt tot bestemd voor hunne voortbrenging, fabricage of bereiding in bewaring te stellen of in beslag te nemen, monsters te nemen en de overtredingen vast te stellen bij processen-verbaal geloofwaardig behoudens tegenbewijs.
Enkel ten overstaan van douaneambtenaren, mogen monsters worden genomen van koopwaren die onder douaneregime staan, en dit op het oogenblik van hunne aangifte in verbruik.
Art.23. § 1. Worden gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot twee maanden en met een geldboete van 26 tot 2,000 fr. of alleen met een dezer straffen :
1° Zij die de bepalingen der artikelen 3, 5, §§ 1, 2 en 4, 10, §§ 1 en 3, en 19, §§ 2, 3 en 4, hebben overtreden;
2° Zij die de bepalingen van de artikelen 8, 13 en 20 wetens hebben overtreden;
3° Zij die de bepalingen genomen krachtens artikel 9, 2°, wetens hebben overtreden.
Bij herhaling, binnen twee jaar na de jongste veroordeeling wegens een overtreding van de bepalingen van deze wet, kan de straf op het dubbel gebracht worden.
In hetzelfde geval, kan de rechtbank gelasten dat het vonnis, in de door haar te bepalen plaatsen en gedurende den door haar vast te stellen tijd, dient aangeplakt en, in zijn geheel of bij uittreksel, in de door haar aan te wijzen bladen verschijnen moet, dit alles op de kosten van den veroordeelde.
De rechtbank kan daarenboven de sluiting gelasten van den winkel of de opheffing van de nijverheid of van den handel, gedurende een door haar te bepalen tijdperk.
§ 2. Worden gestraft met een geldboete van 200 tot 1,000 frank, onverminderd, zoo er aanleiding toe bestaat, de toepassing van de straffen gesteld door de artikelen 269 tot 274 van het Strafwetboek, zij die mochten geweigerd hebben of zich verzet hebben tegen de bezoeken, inspecties, staalnemingen, het in bewaringstellen of beslagnemen door de ambtenaren die belast zijn met te waken over de uitvoering van de bepalingen dezer wet en van de krachtens deze wet genomen besluiten.
Bij herhaling, binnen twee jaar na de jongste veroordeeling wegens de overtreding voorzien bij de eerste alinea van deze paragraaf, kan de rechtbank de geldboete opvoeren tot 3,000 frank en een gevangenisstraf van acht dagen tot twee maanden uitspreken.
§ 3. Wordt gestraft met een geldboete van 26 tot 100 frank, elk feit dat er toe strekt de opsporing of de vaststelling van de bij deze wet of de krachtens deze wet genomen besluiten voorziene overtredingen te beletten of te belemmeren.
§ 4. Artikel 85 van het Strafwetboek is van toepassing op de gevallen voorzien bij de §§ 1 en 3 van dit artikel.
§ 5. Worden gestraft met een geldboete van 1 tot 25 frank en met een gevangenisstraf van één tot zeven dagen of alleen met één dezer straffen :
1° Zij die de bepalingen van de artikelen 2, 4, 6, 7, 14, 15, 16, 17, 19, § 1, en 21 hebben overtreden;
2° Zij die, onwetens, de bepalingen van de artikelen 8, 13 en 20 hebben overtreden;
3° Zij die, onwetens, de bepalingen getroffen krachtens artikel 9, 2°, hebben overtreden.
§ 6. Deze wet laat de bepalingen van het Strafwetboek ter zake van bedrog en vervalsching onverminderd.
§ 7. In al de gevallen bedoeld bij de §§ 1 en 5, 2°, en andere dan die waar alleen een overtreding van artikel 3 van deze wet wordt vastgesteld, worden de producten, welke er ook de eigenaar mocht van zijn, bij maatregel van openbare orde, in beslag genomen en verbeurd verklaard.
Indien zij voor een voedingsgebruik kunnen dienen, worden zij ter beschikking gesteld van de liefdadige instellingen der gemeente waar de overtreding, die tot beslag aanleiding heeft gegeven, werd vastgesteld.
In het tegenovergesteld geval, worden zij vernietigd of ontaard en aan het bestuur der domeinen overgegeven.
In geval van overtreding van artikel 3 dezer wet, worden de bij dit artikel bedoelde toestellen, om 't even wie er de eigenaar van is, bij maatregel van openbare orde, in beslag genomen en verbeurd verklaard en aan het bestuur der domeinen overgegeven.
Art.24. De wet van 12 Augustus 1903 betreffende de boter, de margarine en de voedingsvetten is opgeheven.
Art. 25. Deze wet treedt in werking zes maanden na hare bekendmaking in den Moniteur.