6 AUGUSTUS 1909. - WET betreffende de bestendigheid der bedieningen afhangende van de openbare weldadigheidsinstellingen en de bergen van barmhartigheid
Art. 1-5
Artikel 1. De schorsing voor den tijd van drie maanden of meer en de afzetting van de titularissen van bedieningen afhangende van de openbare weldadigheidsinstellingen of van de bergen van barmhartigheid, zijn aan de goedkeuring van de bestendige deputatie van den provincieraad onderworpen, behalve in het bij artikel 3 dezer wet voorziene geval; zij worden bij voorraad uitgevoerd.
De titularis van de bediening en de besturen die bij zijne benoeming zijn betrokken geweest, kunnen bij den Koning in hooger beroep komen van de beslissing der bestendige deputatie, binnen vijftien dagen na de kennisgeving die hun ervan gedaan wordt.
Art.2. Wanneer de benoeming van den titularis bij het weldadigheidsbestuur of den berg van barmhartigheid berust, zonder aan de goedkeuring van den gemeenteraad onderworpen te zijn, kan de deputatie omtrent de bij artikel 1 voorziene tuchtmaatregelen alleen beslissen na ingewonnen advies van het college van burgemeester en schepenen.
Art.3. Zoo de benoeming van den titularis aan de goedkeuring van den gemeenteraad en aan die der bestendige deputatie onderworpen is, dan moet het hooger beroep tegen de bij artikel 1 voorziene tuchtmaatregelen, onder inachtneming van het bepaalde in artikel 1, 2de lid, rechtstreeks bij den Koning worden ingesteld door den belanghebbende, door het bestuur van weldadigheid of door den gemeenteraad.
Art.4. In geval van bezwaar vanwege den titularis eener bediening tegen eene beraadslaging tot opheffing van die bediening of vermindering van de daaraan verbonden wedde, wordt deze beraadslaging onderworpen aan het onderzoek der bestendige deputatie van den provincieraad, die ze alleen dan mag afkeuren wanneer de daarbij getroffen maatregelen kennelijk tot eene bedekte afzetting strekken.
De titularis der bediening en de besturen die bij zijne benoeming zijn betrokken geweest, kunnen bij den Koning in hooger beroep komen van de beslissing der bestendige deputatie, binnen vijftien dagen na de kennisgeving die hun ervan gedaan wordt.
Art. 5. De overheden waaraan het recht tot schorsing of afzetting van de titularissen van bedieningen afhangende van de openbare weldadigheidsinstellingen of van de bergen van barmhartigheid verleend is, kunnen aan dezen de straf der waarschuwing of die der berisping opleggen.
Vooraleer welken tuchtmaatregel ook, waarschuwing, berisping, schorsing of afzetting, op titularissen van bedieningen toe te passen, zullen dezen gehoord worden; er wordt proces-verbaal van hunne verklaringen opgemaakt.