15 AVRIL 1907. _ Koninklijk besluit genomen bij toepassing van artikel 5, lid 2, der wet van 17 juli 1905. <zie ART 1>
Art. 1-2
Artikel 1. <impliciet opgeheven door artikel 19 van de wet van 17 maart 1987> De hoofden der ondernemingen, behorende tot één der hierna bedoelde soorten van ondernemingen, worden gemachtigd, wanneer de arbeid bij elkander opvolgende ploegen wordt ingericht, het werk der nachtploeg te verlengen tot de zondagmorgen 6 uur. In dit geval mag het werk der arbeiders, die deel uitmaken van deze ploeg, niet worden hernomen vóór de maandagmorgen, op hetzelfde uur:
(rubriek impl. opgeheven) <KB 15 juni 1967, art. 4>
(rubriek impl. opgeheven) <KB 15 juni 1967, art. 4>
(Alkoholstokerijen;
(rubriek impl. opgeheven) <KB 28 augustus 1969>
(rubriek opgeheven) <KB 13 oktober 1965, art. 3>
(rubriek impl. opgeheven) <KB 15 juni 1967, art. 4>
Hout (Werktuiglijke bewerking van het);
(rubriek impl. opgeheven) <KB 15 juni 1967, art. 4>
Spijkermakerijen;
Smederijen;
Tinpletterijen;
Bloemmolens;
Olieslagerijen;
Wieken (Vervaardiging van katoenen lamp-) <Zie ook KB 14 april 1975>
(rubriek impl. opgeheven) <KB 15 juni 1967, art. 4>
(rubriek impl. opgeheven) <KB 15 juni 1967, art. 4>
Steenzagerijen en -slijperijen (Werktuiglijke) <Zie ook KB 3 februari 1966, 4 mei 1966, 10 oktober 1966>
Loodpletterijen;
(rubriek impl. opgeheven) <KB 15 juni 1967, art. 4>
(rubriek impl. opgeheven) <KB 15 juni 1967, art. 4>
Draadtrekkerijen.
Art. 2. Onze Minister van Nijverheid en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.