Details



Externe links:

Justel
Reflex

Overzicht pdf



Titel:

7 AUGUSTUS 1900. - Samengevoegde wetten van 10 mei 1850, 20 mei 1872, 26 maart 1900.



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De Regeering is gemachtigd aan de Nationale Bank van België den dienst toe te vertrouwen van kassier van Staat.

Art.2. In die hoedanigheid, wordt de Bank beschouwd als rekenplichtige van den Staat en is zij onderworpen aan al de verplichtingen voorgeschreven door de wet op de comptabiliteit, en door de wet van inrichting van het Rekenhof, die niet onvereenbaar zijn met de grondregels welke de naamlooze vennootschappen beheeren.

Art.3. Zij richt een agentschap op in elke hoofdplaats van rechterlijk arrondissement, en, daarbij, in al de plaatsen waar de Regeering zulks noodig acht in het belang van den Staatsschat of van het publiek.

Art.4. Zij is verantwoordelijk voor hare verrichtingen en voor die harer agenten. Uitzondering wordt slechts gemaakt voor de gevallen van hoogere macht, wier bestaan en toepassing op de fondsen ontvangen voor rekening van den Staat behoorlijk vastgesteld zouden zijn.

Art.5. De agenten der Bank worden door den Koning benoemd, volgens eene dubbele lijst van candidaten aangeboden door den raad voor beheer der inrichting.
  Zij hebben geene aanspraak te maken op pensioen ten laste van de Schatkist.
  Tot waarborg van hun beheer tegenover den kassier, verschaffen zij eenen borgtocht, ofwel in onroerende goederen, ofwel in nationale fondsen.

Art.6. De dagboeken en andere registers betrekkelijk den dienst der Schatkist gehouden volgens eene door de Regeering te bepalen wijze. De dagboeken worden door een lid van het Rekenhof genummerd en genaammerkt.
  De agenten der Bank stellen de kassen, registers en dagboeken ter nazien der beambten die hiertoe door den Minister van financiën worden afgevaardigd.

Art.7. <KB 30-10-1926, art. 1> De Nationale Bank neemt kosteloos den dienst van Staatskassier waar.
  Al de kosten van bestuur, van materieel, van overdracht en overboeking der fondsen vallen ten laste van de Bank.
  De beschikbare gelden der Schatkist, die de behoeften van den dienst te boven gaan, worden door de bank in handelswaarden belegd; deze blijft borg voor de waarden verkregen of aangewend voor rekening van de Schatkist.

Art.8. Op den kassier van Staat zijn toepasselijk de schikkingen der wet van 5-15 September 1807, waarbij bepaald worden het voorrecht en de wettige hypotheek van de Schatkist op de goederen der Staatsrekenplichtigen.

Art. 9. De tusschen de Regeering en de Bank gesloten overeenkomst moet alle tien jaar herzien worden.