6 DECEMBER 1897. - Koninklijk besluit betreffende het toezicht over het krijgsdomein.
Art. 1-4
Artikel 1. Met uitzondering van de militairen als zoodanig gekleed, de burgerspersonen vergezeld van eenen officier en de ambtenaren die er geroepen zijn tot hunnen dienst, mag niemand de terreinen betreden die afhangen van het krijgsdomein, tenzij hij voorzien is van eene schriftelijke toelating afgeleverd door den plaatselijken commandant ofwel den commandant der genie, volgens de goederen waarvan sprake onder de verantwoordelijkheid van den eenen of van den anderen dezer dienstoversten geplaatst zijn.
Art.2. Voorgaande schikking is niet toepasselijk op de deelen van het krijgsdomein waarvan den vrijen toegang den inwonenden voorbehouden is krachtens artikel 28 van het decreet van 8-10 Juli 1791.
Art.3. Proces-verbaal zal opgemaakt worden ten laste van de personen die artikel 1 hierboven zouden overtreden.
De overtreders zullen gestraft worden met de straffen bedreigd bij artikel 1 van de wet van 6 Maart 1818.
Deze straffen zullen nochtans niet toegepast worden op de daden van ongeoorloofden toegang, bijzonderlijk voorzien bij artikel 28, titel I, van het decreet van 8-10 Juli 1791 en bij artikel 68 van het decreet van 24 December 1811.
Art. 4. Onze Minister van Oorlog bij interim is belast met de uitvoering van het tegenwoordig besluit.