Details



Externe links:

Justel
Reflex

Overzicht pdf



Titel:

25 MAART 1891. - Wet houdende bestraffing van de aanzetting tot het plegen van misdaden of wanbedrijven(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 08-07-2014 en tekstbijwerking tot 18-04-2024)



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1.<W 28-07-1934, art. 3> Met gevangenisstraf van acht dagen tot drie jaar en met geldboete van vijftig frank tot drie duizend frank wordt gestraft al wie, hetzij door woorden in openbare bijeenkomsten of plaatsen uitgesproken, hetzij door geschriften, drukwerken, door om 't even welke prenten of zinnebeelden, die werden aangeplakt, rondgedeeld of openlijk ten toon gesteld, rechtstreeks en kwaadwillig, doch zonder gevolg, aangezet heeft tot het plegen van feiten door de wet misdaden genoemd.
  Met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met geldboeten van zes en twintig frank tot duizend frank wordt gestraft al wie, op een van de wijzen in paragraaf 1 aangeduid, rechtstreeks en kwaadwillig, doch zonder gevolg, aangezet heeft om een van de misdrijven te plegen welke zijn voorzien hetzij door de artikelen 269 tot 274, 313, 463, 523, 528, 533 [1 en 534]1, van het Strafwetboek, hetzij door het Militair Strafwetboek.
  Wordt met dezelfde straffen gestraft al wie, op een van de wijzen in paragraaf 1 aangeduid, of door het voeren van een systematische propaganda, rechtstreeks en kwaadwillig, zelfs zonder gevolg, aangezet heeft tot dienstweigering, hetzij door zich niet te onderwerpen aan een van de wervingsverrichtingen, hetzij door geen gehoor te geven aan een oproeping of aan een wederoproeping onder de wapens, hetzij door zich niet bij een manschapmonstering aan te melden.
  In geval van herhaling binnen vijf jaar na een op grond van dit artikel opgeloopen veroordeeling, kan de door paragraaf 1 voorziene gevangenisstraf worden verhoogd tot vijf jaar, en de door paragrafen 2 en 3 voorziene gevangenisstraf tot een jaar; bovendien wordt de ontzetting uit de in artikel 31 van het Strafwetboek opgesomde rechten, voor een termijn van vijf tot tien jaar uitgesproken.
  ----------
  (1)<W 2014-05-05/09, art. 23, 002; Inwerkingtreding : 18-07-2014>

Art.2. <Wijzig. bep. van art. 66 Sw>

Art.3. Indien er verzachtende omstandigheden aanwezig zijn, kunnen de rechters artikel 85 van het Strafwetboek toepassen.

Art.4.De strafvordering en de burgerlijke rechtsvordering volgende uit de door deze wet bepaalde wanbedrijven verjaren door verloop van [1 een jaar]1, te rekenen van de dag waarop de misdrijven zijn gepleegd.
  (...)<W 28-07-1934, art 4>
  ----------
  (1)<W 2024-04-09/07, art. 47, 003; Inwerkingtreding : 28-04-2024>

Art. 5. Deze wet wordt van kracht de dag na zijn bekendmaking.