11 JUNI 1889. _ Wet betreffende de drukwerken en formulieren die het voorkomen van bankbiljetten of andere papieren waarden hebben.
Art. 1-4
Artikel 1. <W 03-03-1953, art. 6> Het is verboden te vervaardigen, te verkopen, rond te venten en uit te reiken alle door enigerlei procédé verkregen drukwerken en formulieren die, door hun uiterlijke vorm, een gelijkenis vertonen met de toonderbiljetten uitgegeven door 's Lands Kas of met de bankbiljetten, de rentebewijzen en de post- of telegramzegels, de aandelen, schuldbrieven, participatiebewijzen, ermede verband houdende dividend- of rentecoupons en, over het algemeen, met de papieren waarden uitgegeven in België of in het buitenland door de Staten, de provinciën of departementen, de gemeenten of openbare inrichtingen, de vennootschappen, verenigingen of private ondernemingen, welke gelijkenis van zodanige aard is dat zij het aannemen van dergelijke drukwerken of formulieren in de plaats van de nagemaakte waarden vergemakkelijkt.
Art.2. Elke inbreuk op het vorig artikel wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met geldboete van zesentwintig frank tot duizend frank of met een van die straffen alleen.
Art.3. De drukwerken of formulieren, alsmede de platen of matrijzen die gediend hebben om ze te vervaardigen, zullen verbeurd verklaard en vernietigd worden.
Art. 4. De bepalingen van boek I van het Strafwetboek, daarin begrepen hoofdstuk VII, §§ 2 en 3 van artikel 72, § 2 van artikel 76 en artikel 85, zijn toepasselijk op de bij deze wet bepaalde inbreuken.