30 DECEMBER 1885. - Wet houdende goedkeuring van de akte van 12 december 1885, waarbij België bijtreedt tot de overeenkomst rakende het muntwezen, de 6e november 1885 te Parijs gesloten tussen Frankrijk, Griekenland, Italië en Zwitserland, alsmede tot de er aangehechte schikking en verklaring. (Nota: de Belgische regering heeft deze overeenkomst i.v.m. het muntwezen opgezegd door de verklaring van 28-12-1925 (B.S. 04-02-1926); hierna vermelde artikelen werden niet uitdrukkelijk opgeheven.) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1984 en tekstbijwerking tot 20-12-2001).
Art. 1-6
1992003512 1992003537 1997003224 2000003467 2001003363 2001003609
Artikel 1. (opgeheven) <W 12-4-1957, art. 7, 2°>
Art.2. (Opgeheven) <W 2001-12-10/31, art. 39, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art.3. <W 1991-07-12/30, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 19-08-1991> In de openbare en administratieve akten worden de bedragen uitgedrukt (in euro) of in een munteenheid van een Lid-Staat van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. <KB 2000-07-20/64, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
De Koning kan de nadere regels voor de omrekening (in euro) bepalen die toepasselijk zijn behoudens andersluidende wettelijke, verordenende of contractuele bepalingen. <KB 2000-07-20/64, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art.4. (opgeheven) <W 12-4-1957, art. 7, 2°>
Art.5. De In België gemaakte munten zullen slechts in omloop worden gebracht nadat hun gehalte en gewicht werd nagezien. Dit nazicht zal geschieden in aanwezigheid van de muntmeester, onmiddellijk na de aankomst van de monsters.
De fabricagechef zal de verificaties kunnen bijwonen, of kan zich er bij laten vertegenwoordigen.
Art. 6. De muntmeester beslist over de vragen met betrekking tot het gehalte van goud en zilver grondstoffen, de wettigheid van de patrijzen, stempelmerken en muntstempels van de Staat.