21 AUGUSTUS 1879. - WETBOEK VAN KOOPHANDEL BOEK II - [Wetboek van bepaalde voorrechten op zeeschepen en diverse bepalingen] <W 1997-10-21/30, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 07-12-1997> <W2018-04-15/14, art. 259, 016; Inwerkingtreding : 01-11-2018>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-04-1987 en tekstbijwerking tot 06-05-2022)
BOEK II. (ZEEVAART EN BINNENVAART.) <W 1997-10-21/30, art. 2, Inwerkingtreding : 07-12-1997>
EERSTE TITEL. Zeeschepen en andere zeevaartuigen.
(HOOFDSTUK I. Van zeeschepen.) <W 1990-12-21/31, art. 15, 004; Inwerkingtreding : 1996-05-11>
Art. 1-7, 7bis
HOOFDSTUK II. Openbaarheid van zakelijke rechten op zeeschepen.
Art. 8-18
HOOFDSTUK III. - Voorrechten en hypotheken op zeeschepen.
Art. 19-22
Afdeling I. - Voorrechten op zeeschepen.
Art. 23
Art. 23 Vlaams Gewest
Art. 24
Afdeling II. - Hypotheek op zeeschepen.
Art. 25-36
Afdeling III. - Tenietgaan van voorrechten en hypotheken.
Art. 37-42
HOOFDSTUK IV. - [1 Openbaarheid van de hypothecaire bescheiden en verantwoordelijkheid van het Belgisch Scheepsregister]1
Art. 43-45
TITEL II. - Eigenaar en bemanning van zeeschepen.
HOOFDSTUK I. - (Scheepseigenaars). <W 1997-10-21/30, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 07-12-1997>
Afdeling I. - (Aansprakelijkheid van scheepseigenaars.) <W 1997-10-21/30, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 07-12-1997>
Art. 46
Afdeling II. -(Beperking van de aansprakelijkheid). <W 1989-04-11/30, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-12-1989>
Art. 47
Afdeling III. - (Vorming van het beperkingsfonds en bevoegdheidsregeling). <W 1989-11-04/30, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-12-1989>
Art. 48-49
Afdeling IV. - (Procedure van vereffening en verdeling van het fonds). <W 1989-04-11/30, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-12-1989>
Art. 50-52
Afdeling V. - (Omrekening in nationale munt). <W 1989-04-11/30, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-12-1989>
Art. 53
Afdeling VI. - (Algemene bepalingen). <W 1989-04-11/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-12-1989>
Art. 54-57
HOOFDSTUK II. De bemanning.
EERSTE AFDELING. De kapitein.
§ 1. Rechten en verplichtingen van de kapitein.
Art. 58-84
§ 2. Het cognossement
Art. 85-91
Afdeling II. Matrozen en schepelingen.
Art. 92-110
Bepaling aan de twee vorige afdelingen gemeen
Art. 111
TITEL III. Charterpartij of overeenkomst van scheepsduur.
EERSTE HOOFDSTUK. Aard en vorm van de overeenkomst.
Art. 112-116
HOOFDSTUK II. - Gevolgen van de overeenkomst.
Afdeling I. - Verplichtingen van de vervrachter.
Art. 117-119
Afdeling II. - Verplichtingen van de bevrachter.
§ 1. Algemene regels.
Art. 120-126
§ 2. Vertraging bij de aankomst ter bestemming.
Art. 127-131
§ 3. Het niet ter bestemming aankomen van de lading.
Art. 132-143
HOOFDSTUK III. - Averij en averijregeling.
Art. 144-164
TITEL IV. Vervoer van reizigers over zee.
Art. 165-178
TITEL V. - Bodemerij.
Art. 179-190
TITEL VI. Zeeverzekering.
EERSTE AFDELING. Vorm en inhoud van de verzekeringsovereenkomst.
Art. 191-199
AFDELING II. Verplichtingen van de verzekeraar en van de verzekerde.
Art. 200-221
Afdeling III. - Abandonnement.
Art. 222-250
TITEL VII. Aanvaring.
Art. 251-256
TITEL VIII. - (Hulp en berging). <ingevoegd bij W 12-08-1911, art. 3>
Art. 257-265
TITEL IX. - Middelen van niet-ontvankelijkheid en verjaring. (De titel en de artikelen 266-270 vernummerd bij W 10-02-1908,art. 4 en bij W 12-08-1911, art. 6.)
Art. 266-270
TITEL X. - Binnenschepen. <De titel en de artikelen 271-279 ingevoegd bij W 10-02-1908, art. 6, en vernummerd bij W 12-08-1911, art. 6.>
Art. 271-272, 272bis, 273-279
BOEK II. _ (ZEEVAART EN BINNENVAART.)
EERSTE TITEL. _ Zeeschepen en andere zeevaartuigen.
(HOOFDSTUK I. _ Van zeeschepen.)
Artikel 1. <W 1997-10-21/30, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Voor de toepassing van deze wet worden als zeeschepen beschouwd alle vaartuigen van ten minste 25 ton, bestemd of gewoonlijk gebruikt voor personen- of goederenvervoer, visserij, sleepvaart of enige andere winstgevende scheepvaartverrichting ter zee.
Art.2.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 12, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.3. (Opgeheven) <W 1990-12-21/31, art. 32, 1°, 004; Inwerkingtreding : 1996-05-11>
Art.4. (opgeheven) <W 1990-12-21/31, art. 32, 1°, 004; Inwerkingtreding : 1996-05-11>
Art.5. (Opgeheven) <W 1990-12-21/31, art. 32, 1°, 004; Inwerkingtreding : 1996-05-11>
Art.6. (Opgeheven) <W 1990-12-21/31, art. 32, 1°, 004; Inwerkingtreding : 1996-05-11>
Art.7. (Opgeheven) <W 1990-12-21/31, art. 32, 1°, 004; Inwerkingtreding : 1996-05-11>
Art. 7bis. (Opgeheven) <W 1990-12-21/31, art. 32, 1°, 004; Inwerkingtreding : 1996-05-11>
HOOFDSTUK II. _ Openbaarheid van zakelijke rechten op zeeschepen.
Art.8.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 13, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.9.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 13, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.10.<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 13, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.11.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 13, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.12.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 13, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.13.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 13, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.14.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 13, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.15.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 13, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.16.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 13, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.17.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 13, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.18.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 13, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
HOOFDSTUK III. - Voorrechten en hypotheken op zeeschepen.
Art.19.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 13, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.20.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 13, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.21.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 13, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.22.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 13, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Afdeling I. - Voorrechten op zeeschepen.
Art.23.<W 1997-10-21/30, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 07-12-1997> § 1. [2 Met een scheepsvoorrangsrecht in de zin van artikel 2.2.5.11 ou 3.2.3.11 van het Belgisch Scheepvaartwetboek dan wel een scheepsvoorrecht in de zin van artikel 2.2.5.14 of 3.2.3.14 van het Belgisch Scheepvaartwetboek zijn bekleed :]2
1° [2 ...]2; de tonne-, vuur- of havengelden en soortgelijke openbare heffingen en belastingen, de loodslonen [2 ...]2;
2° [2 ...]2
2°bis [2 ...]2
3° [2 ...]2
4° de vergoedingen [2 ...]2 wegens schade aan kunstwerken van havens, dokken en waterwegen, [2 ...]2;
5° [2 ...]2
§ 2. [2 ...]2
----------
(1)<KB 2018-05-15/05, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
(2)<W 2019-05-08/14, art. 14, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.23_VLAAMS_GEWEST. <W 1997-10-21/30, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 07-12-1997> § 1. [2 Met een scheepsvoorrangsrecht in de zin van artikel 2.2.5.11 ou 3.2.3.11 van het Belgisch Scheepvaartwetboek dan wel een scheepsvoorrecht in de zin van artikel 2.2.5.14 of 3.2.3.14 van het Belgisch Scheepvaartwetboek zijn bekleed :]2 1° [2 ...]2; [3 ...]3 [2 ...]2; 2° [2 ...]2 2°bis [2 ...]2 3° [2 ...]2 4° de vergoedingen [2 ...]2 [4 ...]4 [2 ...]2; 5° [2 ...]2 § 2. [2 ...]2 ----------
(1)<KB 2018-05-15/05, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
(2)<W 2019-05-08/14, art. 14, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
(3)<DVR 2022-01-21/23, art. 150, 019; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
(4)<DVR 2022-01-21/23, art. 151, 019; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
Art.24.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Afdeling II. - Hypotheek op zeeschepen.
Art.25.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.26.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.27.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.28.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.29.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.30.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.31.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.32.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.33.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.34.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.35.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.36.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Afdeling III. - Tenietgaan van voorrechten en hypotheken.
Art.37.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.38.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.39.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.40.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.41.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.42.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
HOOFDSTUK IV. - [1 Openbaarheid van de hypothecaire bescheiden en verantwoordelijkheid van het Belgisch Scheepsregister]1
----------
(1)
Art.43.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.44.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.45.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
TITEL II. - Eigenaar en bemanning van zeeschepen.
HOOFDSTUK I. - (Scheepseigenaars).
Afdeling I. - (Aansprakelijkheid van scheepseigenaars.)
Art.46.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Afdeling II. -(Beperking van de aansprakelijkheid).
Art.47.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Afdeling III. - (Vorming van het beperkingsfonds en bevoegdheidsregeling).
Art.48.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.49.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Afdeling IV. - (Procedure van vereffening en verdeling van het fonds).
Art.50.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.51.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.52.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Afdeling V. - (Omrekening in nationale munt).
Art.53.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Afdeling VI. - (Algemene bepalingen).
Art.54.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.55.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.56.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.57.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
HOOFDSTUK II. _ De bemanning.
EERSTE AFDELING. _ De kapitein.
§ 1. Rechten en verplichtingen van de kapitein.
Art.58.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.59.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.60.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.61.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.62. (Opgeheven) <W 25-08-1920, art. 38>
Art.63.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.64.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.65.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.66.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.67.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.68.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.69.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.70.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.71.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.72.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.73.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.74.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.75.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.76.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.77.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.78.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.79.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.80.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.81.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.82.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.83.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.84.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
§ 2. Het cognossement
Art.85.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.86.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.87.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.88.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.89.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.90.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.91.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Afdeling II. Matrozen en schepelingen.
Art.92. (opgeheven) <W 05-06-1928, art. 174>
Art.93. (opgeheven) <W 05-06-1928, art. 174>
Art.94. (opgeheven) <W 05-06-1928, art. 174>
Art.95. (opgeheven) <W 05-06-1928, art. 174>
Art.96. (opgeheven) <W 05-06-1928, art. 174>
Art.97. (opgeheven) <W 05-06-1928, art. 174>
Art.98. (opgeheven) <W 05-06-1928, art. 174>
Art.99. (opgeheven) <W 05-06-1928, art. 174>
Art.100. (opgeheven) <W 05-06-1928, art. 174>
Art.101. (opgeheven) <W 05-06-1928, art. 174>
Art.102. (opgeheven) <W 05-06-1928, art. 174>
Art.103. (opgeheven) <W 05-06-1928, art. 174>
Art.104. (opgeheven) <W 05-06-1928, art. 174>
Art.105. (opgeheven) <W 05-06-1928, art. 174>
Art.106. (opgeheven) <W 05-06-1928, art. 174>
Art.107. (opgeheven) <W 05-06-1928, art. 174>
Art.108. (opgeheven) <W 05-06-1928, art. 174>
Art.109. (opgeheven) <W 05-06-1928, art. 174>
Art.110. (opgeheven) <W 05-06-1928, art. 174>
Bepaling aan de twee vorige afdelingen gemeen
Art.111.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
TITEL III. _ Charterpartij of overeenkomst van scheepsduur.
EERSTE HOOFDSTUK. _ Aard en vorm van de overeenkomst.
Art.112.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.113.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.114.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.115.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.116.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
HOOFDSTUK II. - Gevolgen van de overeenkomst.
Afdeling I. - Verplichtingen van de vervrachter.
Art.117.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.118.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.119.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Afdeling II. - Verplichtingen van de bevrachter.
§ 1. Algemene regels.
Art.120.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.121.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.122.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.123.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.124.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.125.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.126.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
§ 2. Vertraging bij de aankomst ter bestemming.
Art.127.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.128.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.129.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.130.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.131.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
§ 3. Het niet ter bestemming aankomen van de lading.
Art.132.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.133.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.134.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.135.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.136.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.137.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.138.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.139.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.140.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.141.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.142.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.143.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
HOOFDSTUK III. - Averij en averijregeling.
Art.144.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.145.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.146.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.147.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.148.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.149.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.150.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.151.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.152.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.153.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.154.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.155.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.156.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.157.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.158.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.159.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.160.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.161.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.162.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.163.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.164.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
TITEL IV. _ Vervoer van reizigers over zee.
Art.165.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.166.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.167.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.168.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.169.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.170.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.171.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.172.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.173.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.174.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.175.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.176.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.177.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.178.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
TITEL V. - Bodemerij.
Art.179.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.180.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.181.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.182.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.183.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.184.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.185.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.186.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.187.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.188.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.189.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.190.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
TITEL VI. _ Zeeverzekering.
EERSTE AFDELING. _ Vorm en inhoud van de verzekeringsovereenkomst.
Art.191.<W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> De zeeverzekering kan omvatten :
- het casco en de kiel van het schip;
- het tuig en de takelage;
- de uitrusting en de mondvoorraad;
- de vracht;
- het passagegeld;
[1 ...]1
- de ingeladen goederen;
- de uit de goederen verwachte winst;
- het loon van de bemanning;
- de winst op de bevrachting;
- het makelaarsloon en het commissieloon op aankoop, verkoop en consignatie;
- de geldsommen voor en tijdens de reis besteed ten behoeve van het schip en van de verzending van de goederen;
- in het algemeen, alle op geld waardeerbare zaken of waarden die aan scheepvaartrisico onderhevig zijn, onverminderd de bepalingen van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, in zoverre zij betrekking heeft op de persoonsverzekeringen.
----------
(1)<W 2019-05-08/14, art. 16, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.192. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> In geval van bedrog in de waardering van de verzekerde zaken, alsmede van verdichting of vervalsing, kan de verzekeraar de zaken laten onderzoeken en waarderen, onverminderd alle andere burgerrechtelijke of strafrechtelijke vorderingen.
Art.193. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Zaken waarvan de waarde in de overeenkomst in een vreemde munt is uitgedrukt, worden gewaardeerd in Belgische munt volgens de koers van de vreemde munt ten tijde van de ondertekening van de polis.
Art.194. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Is de waarde van de verzekerde zaken in de overeenkomst niet uitgedrukt, dan wordt zij bewezen overeenkomstig de bepalingen van afdeling II van deze titel.
Art.195. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Wanneer de duur van het risico bij de overeenkomst niet bepaald is, loopt het risico ten aanzien van het schip, het tuig en de takelage, de uitrusting, de mondvoorraad en de vracht, zodra het inladen is begonnen, en, indien het schip in ballast vertrekt, zodra het innemen van ballast is begonnen; het risico eindigt op het tijdstip van de lossing of eenentwintig dagen na de aankomst op de plaats van bestemming, bij gebreke van lossing binnen die termijn.
Ten aanzien van de goederen, loopt het risico van de dag dat zij in het schip of in de overslaglichters zijn geladen, tot de dag dat zij op de wal zijn geplaatst.
Ten aanzien van alle andere zaken begint en eindigt voor de verzekeraar de aansprakelijkheid op het tijdstip dat voor de verzekerde het zeerisico begint en eindigt.
Art.196. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Indien in tijd van vrede een premieverhoging bedongen is voor het geval van oorlog en de hoegrootheid ervan in de verzekeringsovereenkomst niet is bepaald, wordt zij door de rechtbank vastgesteld met inachtneming van de risico's, de omstandigheden en de bedingen van de verzekeringspolis.
Art.197. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> In geval van verlies van goederen voor rekening van de kapitein verzekerd en geladen in het schip waarover hij het bevel voert, is de kapitein gehouden aan de verzekeraars het bewijs van de aankoop van de goederen te leveren en daarvan een cognossement te bezorgen, door twee van de voornaamste schepelingen getekend.
Art.198.<W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Een schepeling of een passagier die in België verzekerde goederen in het schip laadt, is verplicht daarvan een cognossement te laten ter plaatse waar de inlading geschiedt. In België wordt het gelaten ter griffie van de [1 ondernemingsrechtbank]1; in het buitenland, in handen van de Belgische consul of, bij zijn ontstentenis, in handen van de plaatselijke overheid.
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 016; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
Art.199.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 17, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
AFDELING II. _ Verplichtingen van de verzekeraar en van de verzekerde.
Art.200. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> De verzekering wordt nietig verklaard en de verzekeraar ontvangt als schadevergoeding een half ten honderd van het verzekerde bedrag :
- wanneer vóór de aanvang van het risico de reis wordt gestaakt, zelfs door toedoen van de verzekerde;
- wanneer de bevrachter de vracht heeft laten verzekeren en deze door omstandigheden niet verschuldigd is;
- wanneer de verzekerde, in het geval van artikel 10 van de wet van 11 juni 1874, recht heeft op teruggave van de premie.
Wanneer de premie minder dan een ten honderd bedraagt, is de schadevergoeding gelijk aan de helft van de premie.
Art.201. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Voor rekening van de verzekeraar is alle verlies en schade ontstaan ten gevolge van storm, schipbreuk, stranding, aanvaring, gedwongen verandering van koers, reis of schip, werping, brand, ontploffing, plundering en in het algemeen door enig ander zeegevaar.
Ingeval de verzekeraar het oorlogsrisico voor zijn rekening neemt, staat hij in voor alle schade en verlies die verzekerde zaken overkomen door vijandelijkheden, vergeldingsmaatregelen, oorlogsverklaring, blokkade, aanhouding op last van hogerhand, molest van de zijde van een erkende of niet-erkende regering en in het algemeen door alle oorlogsvoorvallen en -gevaren.
Art.202. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Ingeval het oorlogsrisico niet in de verzekering is begrepen, is de overeenkomst ontbonden, indien een oorlogshandeling het verloop van de reis komt te wijzigen.
Wanneer die handeling echter plaats vindt op zee, gaat de ontbinding van de overeenkomst niet in voordat het schip geankerd of gemeerd ligt in de eerste haven die het bereikt.
Art.203. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> In het geval van het vorige artikel wordt vermoed dat de verzekerde goederen ten gevolge van enig zeegevaar verloren zijn gegaan, behoudens tegenbewijs.
Art.204. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> De oorlogsmolestverzekering, ongeacht de verplichtingen daaraan verbonden voor de verzekeraars, treedt ten aanzien van de gewone risico's in de plaats van de verzekering onder het beding "vrij van oorlogsmolest", te rekenen van het tijdstip waarop de laatstgenoemde overeenkomst ontbonden wordt ingevolge artikel 202.
Art.205. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Verandering van koers, reis of schip, door de verzekerde bevolen, en verlies of schade, door zijn toedoen ontstaan, komen niet ten laste van de verzekeraar; deze heeft zelfs recht op de premie, ingeval het risico voor hem is beginnen te lopen.
Art.206. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Schade veroorzaakt door toedoen en schuld van de eigenaar, bevrachter of inlader, komt niet ten laste van de verzekeraar.
Art.207. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> De verzekeraar is aansprakelijk voor de daden van ontrouw en fouten van de kapitein en de schepelingen, bekend onder de naam van schelmerij van de schipper, tenzij het tegendeel is bedongen.
Hij is niet aansprakelijk voor de daden van ontrouw van de kapitein die door de verzekerde is aangesteld, tenzij het tegendeel is bedongen.
Art.208. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> In de polis moet melding worden gemaakt van de goederen die uit hun aard bijzonder aan bederf of aan vermindering onderhevig zijn, zoals koren of zout, of van goederen die schade kunnen lijden door lekkage, anders is de verzekeraar niet aansprakelijk voor de schade en het verlies aan die goederen overkomen, tenzij de verzekerde bij de ondertekening van de polis de aard van de lading niet kende.
Art.209. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Wanneer de verzekering betrekking heeft op goederen voor de heenreis en voor de terugreis en het schip op zijn eerste bestemmingsplaats geen teruglading of een onvolledige teruglading heeft ingenomen, ontvangt de verzekeraar slechts tweederde van de overeengekomen premie, naar evenredigheid, tenzij anders bedongen is.
Art.210. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Voor de verzekering worden de goederen geschat naar de waarde die zij hadden ten tijde en ter plaatse van de inlading, met inbegrip van alle rechten en kosten tot aan boord, alsmede van de verzekeringspremie en de bijkomende kosten.
Casco, kiel, tuig en takelage worden geschat naar hun waarde op de dag waarop het risico is begonnen.
Mondvoorraad, uitrusting en alle andere op geld waardeerbare zaken worden geschat naar hun waarde ter plaatse en ten tijde van het begin van het risico.
Art.211. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Een overeenkomst van verzekering of van herverzekering voor een hoger bedrag dan de waarde van de verzekerde zaken, is ten aanzien van de verzekerde alleen nietig, wanneer bewezen wordt dat er zijnerzijds bedrog of arglist is geweest.
Art.212. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Wanneer er, in het voormelde geval, geen bedrog of arglist is geweest, blijft de overeenkomst gelden ten belope van de geschatte of overeengekomen waarde van de verzekerde zaken.
Art.213. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Wanneer de partijen overeengekomen zijn omtrent het bedrag van de verwachte winst, is deze schatting bindend, zonder dat nader bewijs vereist is.
Art.214. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> In de verzekering van op bodemerij te leen gegeven geldsommen wordt de bodemerijpremie niet geacht begrepen te zijn.
Art.215. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Bij verzekering van de vracht van de verzekerde zaken wordt, in geval van bijzondere averij, verhoudingsgewijze evenveel voor de vracht uitgekeerd als voor de verzekerde zaken.
Art.216. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> De verzekeraar van het passagegeld is gehouden tot vergoeding van het verlies dat de verzekerde op dit passagegeld heeft geleden ten gevolge van zeerisico's, zoals kosten van ontscheping en herinscheping, voeding en logies van de reizigers in een noodhaven, vervanging van verloren gegane of beschadigde levensmiddelen en verder vervoer aan boord van een ander schip.
Art.217. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Indien de verzekering bij verdeling plaatsheeft ten aanzien van goederen die moeten worden geladen in verscheidene nader aangeduide schepen, met vermelding van de geldsom die op elk schip verzekerd wordt, en alle goederen worden geladen in één schip of in een kleiner aantal schepen dan in de overeenkomst is bepaald, is de verzekeraar enkel gehouden tot betaling van de som die hij verzekerd heeft op het schip of de schepen die de lading hebben ingenomen, niettegenstaande alle bedoelde schepen vergaan zijn; hij ontvangt niettemin de bij artikel 200 bepaalde vergoeding.
Art.218. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> De verzekeraar is ontslagen van het risico en heeft recht op de premie, indien de verzekerde het schip naar een verder gelegen plaats zendt dan in de overeenkomst genoemd is, zij het op dezelfde route.
De verzekering heeft volkomen gevolg indien de reis verkort wordt, mits de kapitein daartoe een van de aanleghavens kiest.
De verzekeraar staat nochtans in voor het verlies, de schade en de uitgaven, die dagtekenen van voor de verlenging of de verandering van de reis.
Art.219. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Elke verzekering aangegaan na het verlies of de aankomst van de verzekerde zaken is nietig, indien bewezen wordt dat de verzekerde het verlies, of de verzekeraar de aankomst moet hebben vernomen voor de ondertekening van de overeenkomst.
Art.220. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Wordt het bewijs geleverd tegen de verzekerde, dan betaalt deze aan de verzekeraar een dubbele premie.
Wordt het bewijs geleverd tegen de verzekeraar, dan betaalt deze aan de verzekerde een bedrag gelijk aan het dubbele van de overeengekomen premie.
Art.221. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Het beding "vrij van beschadigdheid" ontslaat de verzekeraar van elke gemene of bijzondere averij, uitgezonderd in de gevallen waarin abandonnement kan worden gedaan; in die gevallen heeft de verzekerde de keus tussen abandonnement en het instellen van een rechtsvordering wegens averij.
Afdeling III. - Abandonnement.
Art.222. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Abandonnement van de verzekerde zaken kan geschieden:
- in geval van neming,
- schipbreuk,
- stranding met verbrijzeling,
- onzeewaardigheid tengevolge van zeegevaar,
- aanhouding door een vreemde mogendheid,
- verlies of beschadiging van de verzekerde zaken, indien het verlies of de beschadiging ten minste drie vierde bedraagt.
Abandonnement kan geschieden in geval van aanhouding door de regering na het begin van de reis.
Art.223. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Abandonnement kan niet gedaan worden voor het begin van de reis.
Art.224. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Alle andere schade wordt als averij beschouwd en tussen verzekeraars en verzekerden geregeld naar verhouding van hun belangen.
Art.225. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Abandonnement van de verzekerde zaken kan noch gedeeltelijk noch voorwaardelijk gedaan worden.
Het strekt zich niet verder uit dan tot de zaken waarop de verzekering en het risico betrekking hebben.
Art.226. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Het abandonnement moet aan de verzekeraar gedaan worden:
- binnen zes maanden na ontvangst van de tijding van het verlies, wanneer het zich heeft voorgedaan in een haven of op de kust van Europa, of op die van Azië en Afrika van de Middellandse Zee;
- binnen een jaar na ontvangst van de tijding van het verlies, wanneer het zich heeft voorgedaan in Afrika aan deze zijde van Kaap de Goede Hoop of in Amerika aan deze zijde van Kaap Hoorn;
- binnen achttien maanden na ontvangst van de tijding van het verlies, wanneer het zich heeft voorgedaan in andere gedeelten van de wereld.
Na het verstrijken van die termijnen zijn de verzekerden niet meer tot abandonnement gerechtigd.
In geval van neming en van aanhouding op last van hogerhand beginnen de voormelde termijnen eerst te lopen bij het verstrijken van de in artikel 243 bepaalde termijnen.
Art.227. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> De verzekeraar kan, zonder het verstrijken van de voormelde termijnen af te wachten, de verzekerde aanmanen om abandonnement te doen. Indien de verzekerde dit niet doet binnen een maand, is hij er niet meer toe gerechtigd.
Art.228. Ingeval van herverzekering moeten de herverzekerden het abandonnement ter kennis van de herverzekeraar brengen binnen de volgende termijnen:
- binnen een maand, wanneer het verlies zich heeft voorgedaan in het Verenigd Koninkrijk of in een aan België grenzende Staat;
- binnen twee maanden, wanneer het verlies zich heeft voorgedaan in een andere Staat van Europa, dan wel in een Staat aan de Afrikaanse of Aziatische kust van de Middellandse Zee of aan de Aziatische kust van de Zwarte Zee;
- binnen vijf maanden, wanneer het verlies zich heeft voorgedaan in een staat buiten Europa, aan deze zijde van de zeeëngten van Malakka en van Soenda, en aan deze zijde van Kaap Hoorn;
- binnen acht maanden, indien het verlies zich heeft voorgedaan in de Staten aan gene zijde van die zeeëngten en aan gene zijde van Kaap Hoorn.
Deze termijnen lopen vanaf de dag waarop de oorspronkelijke verzekerden van hun abandonnement kennis hebben gegeven.
In geval van oorlog ter zee worden de in het eerste lid bepaalde termijnen verdubbeld ten aanzien van de overzeese landen.
Art.229. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> In de gevallen waarin abandonnement kan worden gedaan en bij andere ongevallen waarvan het risico voor de verzekeraar is, moet de verzekerde elk bericht dat hij ontvangt aan de verzekeraar betekenen op straffe van schadevergoeding.
De betekening moet geschieden binnen drie dagen na ontvangst van het bericht.
Art.230. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Wanneer te rekenen van de dag van de afvaart of van de dag waar de laatst ontvangen tijding betrekking op heeft, zes maanden verlopen zijn in geval van een gewone reis, of een jaar in geval van een lange reis, kan de verzekerde die verklaart geen tijding van zijn schip te hebben ontvangen, abandonnement doen aan de verzekeraar en betaling van de verzekeringssom vorderen, zonder dat het verlies behoeft te worden bewezen.
Na die zes maanden of na dat jaar kan de verzekerde optreden binnen de termijnen gesteld in artikel 226.
Art.231. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Indien een verzekering voor een bepaalde tijd is aangegaan, wordt, na verloop van de termijnen hiervoren gesteld voor gewone en voor lange reizen, vermoed dat het schip vergaan is binnen de looptijd van de verzekering.
Art.232. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Als lange reizen worden beschouwd die welke verder gaan dan:
- zuidwaarts, de 30e graad noorderbreedte;
- noordwaarts, de 72e graad noorderbreedte;
- westwaarts, de 15e lengtegraad vanaf de meridiaan van Parijs;
- oostwaarts, de 44e lengtegraad vanaf de meridiaan van Parijs.
Art.233. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Bij de betekening ingevolge artikel 229 kan de verzekerde of abandonnement doen met aanmaning aan de verzekeraar om de verzekeringssom te betalen binnen de termijn in de overeenkomst gesteld, of zich het recht voorbehouden om abandonnement te doen binnen de termijnen in de wet gesteld.
Art.234. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Bij het doen van abandonnement is de verzekerde gehouden de verzekeringen op te geven die hij op de verzekerde zaken heeft gesloten of doen sluiten, evenals die waartoe hij last heeft gegeven, en die waarvan hij weet dat zij door anderen op dezelfde zaken zijn gesloten, bij gebreke waarvan de termijn van betaling, die moet ingaan op de dag van het abandonnement, opgeschort wordt tot de dag dat hij gemelde opgave zal hebben laten doen, zonder dat daaruit enige verlenging volgt van de termijn bepaald om de rechtsvordering tot abandonnement in te stellen.
Art.235. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> In geval van bedrieglijke opgave is de verzekerde verstoken van de voordelen der verzekering.
Art.236. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Indien de tijd van de betaling niet vastgesteld is bij de overeenkomst, moet de verzekeraar de verzekeringssom betalen binnen drie maanden na de betekening van het abandonnement.
Art.237. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> De stukken tot bewijs van inlading en verlies moeten aan de verzekeraar worden betekend voordat tegen hem een vordering tot betaling van de verzekerde bedragen kan worden ingesteld.
Art.238. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> De verzekeraar wordt toegelaten tot het tegenbewijs van de feiten die in de bewijsstukken opgetekend zijn.
Door die toelating wordt de veroordeling van de verzekeraar tot voorlopige uitkering van de verzekeringssom niet opgeschort, mits de verzekerde borg stelt.
De verbintenis van de borg vervalt na twee volle jaren, indien er geen rechtsvordering is ingesteld.
Art.239. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Is het abandonnement betekend en aangenomen of bij vonnis geldig verklaard, dan behoren de verzekerde zaken aan de verzekeraar te rekenen van de dag van het abandonnement.
De verzekeraar kan de terugkeer van het schip niet voorwenden om zich te onttrekken aan de betaling van de verzekeringssom.
Art.240. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> De verzekeraar van de verwachte winst kan, in geval van abandonnement, niets uit de zaak vorderen van degene die ze heeft laten verzekeren.
Art.241. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> In geval van abandonnement van de vracht heeft de vrachtverzekeraar recht op de vracht voor het deel van de lading dat geborgen of in de aanleghavens ontscheept is en op het ten tijde van het schadegeval verschuldigde passagegeld, zelfs al is het voor of tijdens de reis betaald, onverminderd de rechten van de bodemerijgevers, het recht van de matrozen op loon en repatriëring en de kosten en uitgaven gedurende de reis.
Art.242. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> In hetzelfde geval kan de vrachtverzekeraar het loon van de bemanning en alle andere in de verzekering begrepen uitgaven waarvan de verzekerde door de gebeurtenis bevrijd is, van de verzekeringssom aftrekken.
Voor het afgetrokken bedrag wordt de premie volledig terugbetaald.
Art.243. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> In geval van neming door kapers of vijanden of van aanhouding op last van hogerhand, is de verzekerde gehouden daarvan aan de verzekeraar betekening te doen binnen drie dagen na de ontvangst van de tijding.
Het abandonnement van de verzekerde zaken kan eerst gedaan worden:
- na verloop van zes maanden te rekenen van de betekening, wanneer de neming of de aanhouding heeft plaatsgehad in een Europese zee of in een zee die Europa van Azië of van Afrika scheidt;
- na verloop van een jaar, wanneer de neming of de aanhouding in een verder gelegen gebied heeft plaatsgehad.
Ingeval de genomen of aangehouden goederen aan bederf onderhevig zijn, worden de voormelde termijnen verkort tot anderhalve maand in het eerste geval en tot drie maanden in het tweede geval.
Is de verzekerde zaak tot goede prijs verklaard of is zij verbeurdverklaard voor het verstrijken van die termijnen, dan kan abandonnement worden gedaan door betekening van de tijding daarvan aan de verzekeraars.
Art.244. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Gedurende de termijnen in het vorige artikel bepaald, zijn de verzekerden verplicht alles te doen wat in hun vermogen ligt om de genomen of aangehouden zaken terug te krijgen of te doen vrijgeven.
Hunnerzijds kunnen ook de verzekeraars daartoe het nodige doen, samen met de verzekerden of afzonderlijk.
Art.245. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Abandonnement wegens onzeewaardigheid kan niet worden gedaan wanneer het mogelijk is het gestrande schip weer vlot te maken, te herstellen en in staat te brengen om zijn reis naar de plaats van bestemming te vervolgen.
In dat geval behoudt de verzekerde zijn verhaal op de verzekeraars voor de kosten en averij door de stranding veroorzaakt.
Art.246. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Wanneer het schip onzeewaardig is verklaard, is degene die de lading heeft laten verzekeren, gehouden daarvan kennis te geven binnen drie dagen na ontvangst van de tijding.
Art.247. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> De kapitein is in dat geval verplicht al het mogelijke te doen om een ander schip te vinden teneinde de goederen naar de plaats van bestemming te brengen.
Art.248. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> De goederen die in het geval van het vorige artikel in een ander schip zijn geladen, blijven voor risico van de verzekeraar, totdat zij aangekomen en uitgeladen zijn.
Art.249. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> De verzekeraar is bovendien aansprakelijk voor de averij, de kosten van de lossing, opslag en herlading, de meerdere vracht en alle andere kosten die gemaakt zijn om de goederen te bergen.
Art.250. <W 1997-10-21/30, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 07-12-1997> Wanneer de kapitein binnen de bij artikel 243 voorgeschreven termijnen geen ander schip heeft kunnen vinden om de goederen weer in te laden en naar de plaats van bestemming te brengen, kan de verzekerde abandonnement doen.
TITEL VII. _ Aanvaring.
Art.251.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.252.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.253.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.254.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.255.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.256.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
TITEL VIII. - (Hulp en berging).
Art.257.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.258.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.259.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.260.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.261.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.262.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.263.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.264.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.265.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
TITEL IX. - Middelen van niet-ontvankelijkheid en verjaring. (De titel en de artikelen 266-270 vernummerd bij W 10-02-1908,art. 4 en bij W 12-08-1911, art. 6.)
Art.266.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.267.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.268.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.269.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.270.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
TITEL X. - Binnenschepen.
Art.271.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.272.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art. 272bis.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.273.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.274.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.275.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 18, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.276. <W 1997-10-21/30, art. 2, 012; Inwerkingtreding : 07-12-1997> De binnenvaartverzekering kan omvatten:
het casco en de kiel van het schip;
het tuig en de takelage;
de uitrusting en de mondvoorraad;
de vracht;
het passagegeld;
de ingeladen goederen;
de uit de goederen verwachte winst;
(het loon van de bemanning);
de winst op de bevrachting;
het makelaarsloon en het commissieloon op aankoop, verkoop en consignatie;
de geldsommen voor en tijdens de reis besteed ten behoeve van het schip en van de verzending van de goederen;
in het algemeen, alle op geld waardeerbare zaken of waarden die aan scheepvaartrisico onderhevig zijn, onverminderd de bepalingen (van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, in zoverre zij betrekking heeft op de persoonsverzekeringen.
Art.277. <W 1997-10-21/30, art. 2, 012; Inwerkingtreding : 07-12-1997> De bepalingen van titel VI zijn van overeenkomstige toepassing op de binnenvaartverzekering.
Art.278.
<Opgeheven bij W 2019-05-08/14, art. 19, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art. 279. (Opgeheven) <W 28-11-1928 (II), art. 5>