31 DECEMBER 1851. - Wet op de loterijen. (Officieuze vertaling)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-09-2022 en tekstbijwerking tot 01-09-2022)
Art. 1-9
Artikel 1. De loterijen zijn verboden.
Art.2. (Impliciet opgeheven) (SW, art. 56, 85 en 301 tot 304)
Art.3. (Impliciet opgeheven) (SW, art. 56, 85 en 301 tot 304)
Art.4. (Impliciet opgeheven) (SW, art. 56, 85 en 301 tot 304)
Art.5. (Impliciet opgeheven) (SW, art. 56, 85 en 301 tot 304)
Art.6. (Impliciet opgeheven) (SW, art. 56, 85 en 301 tot 304)
Art.7.[1 De bepalingen van deze wet gelden niet voor de loterijen uitsluitend bestemd tot liefdadige werken, tot bevordering van nijverheid en kunst of tot elk ander doel van algemeen nut, wanneer ze toegelaten zijn:
1° door het college van burgemeester en schepenen, indien de uitgifte van de loten alleen in de gemeente gedaan en aangekondigd wordt; onverminderd de vorige zinsnede kan een door het college van burgemeester en schepenen erkende vereniging maximaal vier keer per jaar een tombola inrichten ten behoeve van een sociaal of liefdadig doel mits deze tombola een zeer beperkte inzet vereist en aan de deelnemers slechts een beperkt materieel voordeel van geringe waarde kan opleveren; de Koning bepaalt de termen "zeer beperkte inzet" en "beperkt materieel voordeel van geringe waarde"; de Koning bepaalt het bedrag van de inzet, het voordeel dat kan worden toegekend, het maximum aantal loten waaruit de tombola is samengesteld en het percentage van de waarde van de verkochte loten dat ten gunste van het doel van de tombola is;
2° door de bestendige deputatie van de provincieraad, indien de uitgifte der loten gedaan en aangekondigd wordt in verschillende gemeenten van de provincie;
3° door de regering, indien de uitgifte der loten in meer dan één provincie gedaan en aangekondigd of gepubliceerd wordt of aangekondigd wordt door middel van informatiemaatschappij-instrumenten.]1
----------
(1)<W 2022-07-20/29, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 11-09-2022>
Art.8. Uitgezonderd worden ook :
1° (De financiële verrichtingen der vreemde machten, met premies gedaan of terugbetaalbaar bij wege van het lot, wanneer de uitgifte van de desbetreffende titels door de Regering toegelaten is); <W 30-12-1867, art. 2>
2° De financiële verrichtingen van gelijke aard, gedaan door de provincies en gemeenten van het Rijk, alsook de verrichtingen der naamloze en tontine-vennootschappen die bovendien overgaan tot terugbetalingen met premies bij wege van het lot, wanneer die verrichtingen door de Regering toegelaten zijn.
Art. 9. De uitzonderingen in voorgaande artikels gesteld, houden op gevolg te hebben als de loterijen zich verder uitstrekken dan de perken waarbinnen ze toegelaten zijn.
De overtreders zullen, naar gelang van het geval, worden gestraft met de straffen bij deze wet bepaald.