28 DECEMBER 1848. - Wet tot opheffing van de muntcommissie
Art. 1-3
Artikel 1. De muntcommissie, opgericht bij koninklijk besluit van 29 december 1831 en achtereenvolgens in stand gehouden bij de wetten van 27 december 1833 en 31 december 1834, wordt opgeheven met ingang van 1 januari 1849.
Art.2. De taken die gezamelijk of individueel worden uitgeoefend door de voorzitter van de muntcommissie en door de twee commissarissen-generaal, zullen, onder toezicht van de Minister van Financiƫn, worden vervuld door een commissaris, die de titel zal voeren van muntmeester. (...) (opgeheven) <W 21-12-1862, enig art.>
Art. 3. Zullen bij koninklijk besluit worden vastgesteld, de beschikkingen met betrekking tot het bewaren van de voor fabricatie bestemde stempelmerken, matrijzen en muntstempels, evenals alle andere wijzigingen die ten gevolge van huidige wet moeten worden aangebracht in het reglement van 29 december 1831.